zondag, december 28, 2008

Oudejaarsavond in La Coruña

Afbeelding: keuze uit cotillón Velazques, of cotillón Astro.

Plotseling moest mijn Opzetzoon een kostuum. In het dagelijks leven gaat hij gekleed zoals de gemiddelde Europese tiener, vanzelfsprekend smakeloos, in een merk-t-shirt, jack met capuchon, en sportschoenen volgens de laatste sportschoenmode. Vanwaar die plotselinge interesse in een pak?
Inmiddels heeft hij de leeftijd bereikt dat hij voor een volwassene door kan gaan. Op zijn kin groeit stevig baardhaar, dat hij trots laat staan. Het leven van onze vijftienjarige draait eigenlijk maar om één ding: stappen. In Spanje bestaan er twee hoofdvormen van stappen. De eerste is het botellon, dat ik al eens omschreven heb in een ander blogje .
De tweede vorm is die van de kroegentocht. Degenen die zich van het proletariaat willen onderscheiden kiezen voor de laatste optie. Hoe meer geld je hebt, des te duurder zijn de bars die je bezoekt. Op Oudejaarsavond kom je die bars alleen binnen als je enigszins gekleed bent. Vandaar dat onze Opzetzoon plotseling een kostuum aan wil trekken. Ik riep meteen al dat ik er niet over dacht om een kostuum voor hem te gaan kopen en dat hij maar auto’s moest gaan wassen. Gelukkig wist ma een tweedehandskostuum van een neef af te troggelen.

Nu heeft in Spanje de crisis al volop intrede gedaan. Elke dag komen er 800 mensen op straat te staan. Kerstinkopen zijn dramatisch teruggelopen en Duveltje kan hiervan getuigen. Afgelopen vrijdag en zaterdag bezocht ik enkele winkelcentra. Waar anders lange rijen voor de kassa staan was het nu bijzonder rustig.

Ook in het uitgaansleven is het crisis. De bars concurreren hevig met elkaar. Hieronder enkele aanbiedingen van bars en discotheken in La Coruña voor oudejaarsavond.

Voor 36 euro krijg je een armbandje om waarmee je naar binnen kan in de pubs Aeroclub, Las Vegas en de discotheek Punto 3. Je kan dan de hele avond gratis drinken, dat wil zeggen van één uur tot zes uur ’s nachts.
Discotheek Oh! Coruña offreert gratis transport naar de disco en vrij drinken voor 30 euro. De kaartjes zijn in de voorverkoop verkrijgbaar in de Lolita Bar, en de cafés Kantaro en Punk Noll.
De Cinema’s Bar presenteert gratis drinken (alleen goede merken), canapés en cotillón (confetti, en andere feestartikeltjes in een doosje) voor 33 euro.
Voor muziekliefhebbers is er de Green Place, met de dj’s Emilio del Río, Lolo Dejota en Isma. Voor 40 euro krijg je een aperitief, vrij drinken, en doe je mee in een loterij met vele surprises.
In El Cabo wordt een bal masqué gehouden. Opnieuw vrij drinken waarbij ook caipariñas en mojitos zijn inbegrepen. Cadeaus zijn er voor de meest originele vermomming en er zullen zelfs gogogirls aanwezig zijn. 50 euro aan de deur en 39 in de voorverkoop.

Maskertje heb ik nog liggen. Ik denk dat ik voor 31 december even een kostuum van de buurman leen. Mag ik hierbij alvast al mijn lezertjes een fantastisch 2009 wensen?

zaterdag, december 20, 2008

Swaffelen duidt op culturele crisis in Nederland

foto: anti-swaffeltool

De situatie waarin Nederland momenteel verkeert wordt goed getypeerd door het kiezen van swaffelen tot woord van het jaar. In geen enkel ander land ter wereld zal men zich zulk een platheid durven permitteren.

Behalve een economische crisis maakt Nederland blijkbaar ook een culturele crisis mee. Hoe platter hoe beter lijkt het motto. BNN draagt altijd graag bij aan het verhogen van het Nationale Onbenul en dat deed de omroep dit jaar met het organiseren van een Nationale Swaffeldag. BNN heeft een grote platheidsfactor, of moet je zeggen swaffelfactor. De competitie voor het woord van het jaar wordt georganiseerd door het Genootschap Onze Taal, Van Dale Uitgevers en dagblad De Pers. In werkelijkheid wordt de scepter op Nederlands taalgebied gezwaaid door het schorem van BNN.
Duveltje vraagt zich af wat het voor zin heeft om belastinggeld te investeren in het opvoeden van de Nederlandse jeugd als BNN met belastinggeld die opvoeding aan de andere kant weer even hard afbreekt?
Geld weg bij de Nationale Omroep? Ik ben er helemaal voor. Waarschijnlijk is het dan ook snel afgelopen met BNN, toch eigenlijk het nieuwe Veronica in een derde-millenium-jasje gestoken.

Het “eigen ding doen” is voorlopig ook nog niet uit ons taalgebruik verbannen. Ik hoorde op de radio iemand zeggen, dat de ook minister zijn eigen ding aan het doen was. Sterker nog, hij wilde zijn eigen ding laten zien. De minister wil dus gaan swaffelen, zeg maar. Het was slechts een fragment dat ik opving, helaas weet ik niet om welke minister het gaat, maar het was ongetwijfeld een man. Is het swaffelen een van de laatste stuiptrekkingen van machisme? Of heeft u ook al vrouwen zien swaffelen?

In de laatste drie Nederlandse romans die ik heb gelezen (Campert, Japin, Grunberg) lieten de schrijvers mij gedwongen kennis maken met het geslachtsdeel van de hoofdpersoon. In de laatste drie buitenlandse romans werd alles wat met seks te maken had eufemistisch omschreven, hetgeen mij geenszins stoorde omdat het zeker niet aan de kwaliteit van inhoud afdeed. Het letterlijk in geuren en kleuren omschrijven van geslachtsdelen in het werk van de Nederlandse schrijvers deed voor mij wèl afbreuk aan de inhoud.
Blijkbaar is de Nederlandse lezer niet geïnteresseerd in literatuur als er geen expliciete omschrijvingen van geslachtsdelen in voorkomen. Het gebrek aan succes in het buitenland valt misschien te verklaren uit het feit dat de buitenlandse lezer zich minder snel laat swaffelen.

Duveltje stelt voor een inquisitie aan te stellen naar Spaans voorbeeld. Swaffelen wordt strafbaar. Taallessen voor lichte overtredingen, zoals het uitspreken van het woord en publique, taakstraffen voor het swaffelen in de openbare ruimte en een heel kleine guillotine voor veelplegers.

vrijdag, december 12, 2008

Kleine verwen-jezelf-pannenkoek voor alleenstaanden

foto: Carlos III hield wel van een pannekoekje met een glaasje van zijn eigengestookte brandy!

Benodigdheden:

Crêpebeslag (zie recept onderaan) of kant-en-klaar pannenkoekmeel
1 blikje ananasschijven van ca. 150 gram
rozijnen
slagroom
cognac of Spaanse brandy, bijvoorbeeld Carlos III.
rietsuiker
1 klontje boter of 1 à twee eetlepels olie

Maak ongeveer 100 tot 150 gram beslag aan. Maak het beslag niet te dik maar iets meer vloeiend zodat de pannenkoek iets dunner wordt dan normaal. Zorg dat u de overige ingrediënten al kant en klaar bij de hand heeft zodat u straks alles gemakkelijk toe kunt voegen. Zet een middelgrote koekenpan op het vuur en laat hem even warm worden. Doe dan de boter of olie in de pan.
Het is het beste om de boter of olie even uit te wrijven met een doekje of kwastje zodat de hele bodem van de pan is ingevet. Verhit de boter of olie goed, voeg dan het beslag toe.
Wacht tot de hele bovenkant van de pannenkoek geel van kleur is voordat u de pannenkoek omdraait. Nadat u de pannenkoek heeft omgedraaid legt u daarop twee ananasschijven, en het handje rozijnen. U wacht weer tot de hele onderkant bruin is, daarna schuift u de pannenkoek op een bord. Bestrooi de pannenkoek nu met iets teveel rietsuiker. Gooi er iets teveel cognac overheen en bespuit hem dan met iets teveel slagroom.

Ingrediënten en recept voor het crêpebeslag, de hoeveelheden mag u zelf bepalen:

2/3 tarwebloem
1/3 maizena
4/5 melk
1/5 water
eieren
citroensap
vleugje zout
eetlepel olie of klontje boter laten smelten en toevoegen.

Meng de bloem en de maïzena. Kluts de eieren, voeg daarna voorzichtig wat meel toe. Roer het geheel door elkaar met de garde die u van een goede vriend, of vriendin, cadeau heeft gekregen, zodat er een gladde stroperige massa ontstaat. Voeg de melk beetje bij beetje toe, blijf roeren zodat er een glad beslag ontstaat.

Voeg het water toe. Roer daarna het zout en het citroensap er door. Zorg dat u een mooi glad beslag krijgt dat u straks makkelijk in een pan kunt gieten. Voor paren kunt u hetzelfde recept gebruiken; twee pannenkoeken bakken en de rest van de aanwijzingen volgen.

Carlos III had de bijnaam Burgemeester van Madrid, en is de meest populaire koning uit de geschiedenis van Spanje. Duveltje beweert dat Juan Carlos hem aardig naar de kroon steekt.

maandag, december 01, 2008

Sinterklaas, niet hùn feessie!

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 19: “geen Sinterklaas”.

In Spanje oogst ik altijd veel succes met mijn verhaal over Sinterklaas. Als ik vertel dat wij in Nederland een feest vieren rondom een Sint Nicolaas die uit Spanje afkomstig is, dan zijn de Spaanse oren gelijk gespitst.

Meestal begint er dan één zo’n eigenwijze Spanjool gelijk te roepen dat Santa Claus van de Noordpool komt. Als ik onthul dat ook die Kerstman een Nederlandse culturele erfenis is ziet mijn Spaanse gezelschap mij al snel voor een fantast of een leugenaar aan.
Ik vertel verder en oogst nog meer hilariteit als ik vertel dat de Goedheiligman vergezeld gaat van een groot leger van Pedros Negros (zwarte pieten). De roe vinden mijn toehoorders een wreed instrument en dat hij kinderen in een zak stopt vinden ze onfatsoenlijk, zeker als ze daarin naar Spanje moeten worden vervoerd (wel wat eigenaardig met de inquisitie in je cv).

Het verhaal dat hij met een paard over het dak loopt zorgt voor veel ongeloof. Ook kunnen ze niet begrijpen dat kinderen eten in hun schoenen stoppen voor een schimmel en dat een Pedro Negro in het holst van de nacht door de schoorsteen heen klimt om cadeaus in dat schoeisel te plaatsen. Wanneer ik vertel dat Nederlanders elkaar een chocoladeletter, en wel de eerste letter van hun voornaam, cadeau doen valt dat echter in goede aarde. Ook de import van grote hoeveelheden sinaasappels en mandarijnen kan uiteraard hun goedkeuring wegdragen.

Het is eerlijk waar, wanneer ik klaar ben met mijn verhaal dan zien ze groen en geel van jaloezie, want tegen Sinterklaas kan geen enkele Spaanse Santa Claus op. Zelfs drie koningen niet, want in Spanje krijgen de kinderen hun cadeautjes met Driekoningen, op 6 januari. Heel triest, want ze hebben zo geen tijd om lekker met het nieuwe speelgoed te spelen. De volgende dag moeten ze weer naar school.

Daarom: Nederlanders, laat toch de schellen van uw ogen vallen. Ziet u niet hoe mooi dat Sinterklaasfeest is? Hoe authentiek? De Klaas, zijn boek (een soort van weblog avant-la-lettre), de roe, de zak, de Pieten, het paard, een schimmel op het dak, de wortels, het stro, de peperkoek, de pepernoten, marsepein, de appeltjes van oranje, de speculaas, de makkers met hun wild geraas, de stoomboot, de tabberd, de staf, de mijter, de schoen die gezet moet worden, de schoorsteen. Het hele logistieke gebeuren dat tot de verbeelding spreekt, de verschillende soorten Pieten, de klimpiet, de zangpiet, de domme piet. Het spelen met de cadeaus de hele kerstvakantie, tot je weer naar school moet.

Zou Sinterklaas in de Tachtigjarige Oorlog de kant van de Spanjaarden hebben gekozen, dan was die oorlog misschien heel anders afgelopen. Het zegt genoeg dat deze katholiek toch uiteindelijk in Nederland zijn feessie viert!

In de serie "80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft" verschenen eerder:

dinsdag, november 25, 2008

Utrechtse Kaasschaaf - Review


Ik ben sinds kort de gelukkige bezitter van een originele Utrechtse kaasschaaf. De schaaf kwam toevallig in mijn bezit toen een vriendin mij er plots mee verraste.
“Heb je er soms belangstelling voor?”, vroeg ze … en ze hield het ding voor mijn neus.
“Ja, maar hoe zit dat dan?”, vroeg ik enigszins wantrouwig.
“Er zitten wat krasjes op”, zei ze, een beetje schalks. Maar dit was voor mijn geen reden genoeg om haar dit prachtige instrument te ontnemen.
“Bovendien heb ik er al een” , vervolgde ze toen, er lag nu een lichte dwang in haar stem. Dat was voor mij wel een geldige reden om de kaasschaaf aan te nemen, want wat moet alleenstaande vrouw tenslotte met twee goede kaasschaven?

“Weet je het zeker”, vroeg ik nog eenmaal en ze antwoordde “Ja, … want, …”, en toen stokte haar adem. Misschien wilde ze wel zeggen “ja, want, … ik hou van je”, maar dat zei ze niet. Ontdekte ik daar weer een steelse blik in haar ogen, die lichte schittering? Maar ze strekte haar hand uit en zuchtte “hier, pak nou maar!”.

Ik nam de schaaf aan en sindsdien is ze niet meer uit mijn keuken weg te denken. Toen ze mij de schaaf overhandigde viel mij onmiddellijk al op, het instrument ligt prettig in de hand. Bovendien is het fraai ontworpen, met een teakhouten handvat en een schattig fijne heft dat eindigt in een kleine sierlijke hals waarmee het blad wordt vastgehouden. Maar genoeg over het uiterlijk. Het gaat tenslotte om de functionaliteit.
Het snijvlak is breed genoeg voor een flink stuk kaas. De schaaf snijdt uitstekend en behalve de prettige grip is ze ook nog uiterst stabiel. Het blad is van zuiver Fiskars, Zweeds roestvrij staal en staat in een goede hoek van ongeveer 5 graden ten opzichte van de steel. Het gewicht van deze schaaf is trouwens ook ideaal, niet te licht en niet te zwaar. Ze kan ook makkelijk mee op reis, maar dan zou ik er toch wel een doosje om heen doen om te vermijden dat het snijvlak buigt. Het ontbreken van een gebruiksaanwijzing was trouwens geen enkel punt. Het snijden wijst zich min of meer vanzelf.

Het enige nadeel dat deze schaaf kent, is dat ze eigenlijk te prettig en te makkelijk snijdt, zodat je voordat je het weet teveel kaas op je brood hebt liggen.

Elke keer als ik haar vasthoud denk ik aan haar. Jammer van die krasjes.



dinsdag, november 18, 2008

De Mythe van het Multitasken

meer over multitasken en bellen op LetsGoMobile.org

Alsof mijn mannelijk ego de afgelopen veertig jaar nog niet genoeg door de mangel is gehaald moet ik de laatste tijd het gezwam over vrouwelijke superioriteit met betrekking tot het multitasken aanhoren.

Vrouwen kunnen beter enkele dingen tegelijk doen dan mannen en dat geldt natuurlijk voor Spaanse vrouwen net zo goed als voor Nederlandse vrouwen. Bij dingen tegelijk doen komt het dan vooral neer op een combinatie van telefoneren en een ander ding doen. Bij mijn vrouw Plof is dat bijvoorbeeld autorijden en bellen, koken en bellen of tv-kijken en bellen.

Ik moet zeggen dat ik haar kunsten met veel respect aanschouw. Het is wonderbaarlijk dat ze met een mobieltje aan haar oor zo over de weg heen en weer kan slingeren zonder andere auto’s te raken. Dat terwijl ze weet dat de persoon naast haar in doodsangst verkeert. Een van haar favoriete onderdelen is inparkeren en bellen. Daarbij lopen haar auto, zowel als de auto’s om haar heen, slechts te verwaarlozen blikschade op. Ik zelf heb een handsfree-set. Als ik gebeld word kies ik voor eerst inparkeren en daarna terugbellen, maar dat is bij Plof niet nodig. Terwijl ze bumpert, ramt en knalt weet ze ondertussen toch nog een intelligent gesprek te voeren.

Koken en bellen gaat ook goed. Terwijl Plof drie pannen op het vuur heeft staan loopt ze pratend van de keuken naar de woonkamer waar ze bij het raam gaat staan en al converserend naar buiten kijkt. Ik draai het vuur wat lager, roer in een koekenpan of hak een uitje fijn. Ik voel me gevleid. Blijkbaar is mijn mannenbestaan dus niet geheel nutteloos, want ik maak hier deel uit van het multitasken en als ik even op het eten let brandt er niets aan en loopt alles goed af.
Vorige week was de schat op haar nieuwe laptop bezig toen er gebeld werd. Plofje rende naar de telefoon, maar struikelde over de kabel van de voeding. Ze verstuikte haar teen, de laptop viel op de grond en nu hangt het scherm schuin aan een scharnier. Maar ze is nog steeds mijn kampioen, want ik weet zeker dat haar dat niet overkomen was als ze al had zitten bellen.

woensdag, november 12, 2008

Nationaal Geweten

foto: opgravingen in de fosa (grafkuil) de Santoyo, foto El Pais

Toen Spanje zich in het midden van de jaren zeventig eindelijk verlost zag van het Franco-regime wilde de politiek zo snel mogelijk aan de slag met een echte democratische staat naar modern West-Europees voorbeeld. Bijna iedereen, zowel links als gematigd rechts, was bang voor polarisatie en vooral voor een terugkeer naar de dictatuur. De extreemrechtse vleugel bestaande uit de vroegere aanhangers van Franco, was gefrustreerd door de nederlaag en zocht naar mogelijkheden om opnieuw de macht te grijpen. In 1980 werd dat geconcretiseerd in een serieuze poging tot een staatsgreep geleid door luitenant-kolonel Antonio Tejero. Gelukkig mislukte deze coup.
In 1976 moest het verleden vergeten worden. Men wilde liever niet niet omkijken maar de handen uit de mouwen steken en aan het werk gaan met de toekomst van Spanje. De oorlogsmisdadigers gingen vrijuit en kregen soms zelfs goede posities binnen de nieuwe staat.

Vorig jaar op 28 oktober werd in het parlement de Ley de Memoria Histórica de España aangenomen. In deze wet worden de rechten erkend van de slachtoffers van vervolging of geweld tijdens de dictatuur en de Spaanse Burgeroorlog, en worden maatregelen getroffen om deze mensen te compenseren.

Rechter Baltasar Garzón wil in het kader van deze nieuwe wet onderzoek doen naar alle moorden, illegale opsluitingen, verdwijningen, represailles en andere delicten die hebben plaatsgevonden sinds het begin van de burgeroorlog in 1936 tot aan het einde van de dictatuur. Daarbij worden ex-dictator Franco en vierendertig andere belangrijke staatslieden aangeklaagd.
Volgens het Nationale Hooggerechtshof, de Audiencia Nacional, is dat tegen de grondwet omdat de feiten verjaard zijn. In 1977 is namelijk een wet aangenomen waarbij amnestie werd afgekondigd voor alle politieke misdaden die voor 15 december 1976 hebben plaatsgevonden.

Baltasar Garzón vindt dat hij wel bevoegd is omdat er sprake is van misdaden tegen de menselijkheid begaan door kopstukken van de regering. Daarbij stelt hij dat het Franco-regime, op illegale wijze aan de macht gekomen, gedurende haar bewind heeft afgerekend met haar tegenstanders. Volgens de Audiencia Nacional vallen de misdaden onder het oorlogsrecht en onder de amnestie van 1977.

Er is sprake van een dilemma. De wet van 1977 was een noodgreep, een knieval naar de handlangers van Franco die naar alle waarschijnlijkheid elke gelegenheid zouden aangrijpen om de nieuwe democratie om zeep te helpen. Het is natuurlijk vreemd om alle oorlogsmisdaden onder een amnestie laten vallen, nog geen jaar nadat er een einde is gekomen aan een 36-jarige dictatuur.
De discussie is nu aangewakkerd door het openen van de massagraven. In 2008 liggen er nog tienduizenden ongeïdentificeerde doden in de Spaanse bodem. Nabestaanden verkeren in onzekerheid over waar familieleden begraven zijn, hoe ze om het leven zijn gekomen en wie er schuldig is aan de misdaden waarvan ze het slachtoffer werden. Tijdens de burgeroorlog maakten de partijen aan beide kanten zich even hard schuldig aan terreurdaden.
Er zijn inmiddels 19 van deze graven ontdekt, maar door het protest van de Audiencia Nacional moesten de opgravingen weer worden stilgelegd.

Feitelijk komen de protesten tegen het onderzoek van politiek rechts. Maar in Spanje durft niemand dat te bekennen. De linkervleugel geeft niet openlijk toe dat hij wil afrekenen met de fascistische oorlogsmisdadigers. Links Spanje is nog steeds bang voor polarisatie en repercussies met betrekking tot andere politieke kwesties. Natuurlijk is het zo dat het fascistische regime van af het einde van de burgeroorlog tot zelfs na de dood van Franco wel heeft afgerekend met een groot deel van de linkse oppositie, daarbij marteling en doodvonnissen hanterend.

De Ley de Memoria Histórica de España, te vertalen in Wet van de Historische Herinnering mag van mij de bijnaam krijgen van Ley de la Conciencia Historica Nacional, de Wet van het Nationaal Historisch Geweten.

zondag, november 09, 2008

Duurzaam kan goedkoop!

Afbeelding: links de ontwerptekening voor de Duvel Lecto I, rechts het kant-en-klare model.

Duveltje reist nu heen en weer tussen Sinterklaasland en Paulus-de-Boskabouterland. Hier leidt hij een eenvoudig solitair bestaan in een klein Fries dorp, waar op een herfstige zaterdagavond nadat het geluid van die ene voorbijsjezende bromfietser is uitgestorven de stilte nog slechts verbroken wordt door het geritsel van bladeren meegevoerd door een vlaag herfstwind.
Op zo'n avond laat ons klein Duveltje zich tevreden ten prooi vallen aan zijn melancholische herfstgevoelens, met Miles Davis klinkend uit de oude Cd-speler of luisterend naar het avondconcert op Radio 4, met een roman, een detectiveboek, of aquarellend. In zijn bescheiden onderkomen, gelegen aan de rand van een donker bos, probeert hij ook af en toe zijn leven in halfkluizenaarsbestaan te vervolmaken door het doen van kleine uitvindingen.

Er is voor mij geen groter genot dan lezen tijdens de avondmaaltijd. Helaas is het moeilijk lezen in een krant of boek dat plat op tafel boven je bord ligt. Een kleine lessenaar zou uitkomst bieden. Na een korte zoektocht vond ik op internet de Opus II lessenaar, een transparant plastic standaard á 91,15 euro, de Acryl lessenaar á 81,00 euro en de ReadWrite lessenaar vanaf 119,00 euro.
Dat kan anders, dacht ik en besloot na te denken over een duurzamere en goedkopere oplossing. Een afgeronde opleiding kleuterschool kwam hierbij goed van pas! Ik dacht eerst uitvoerig na over de praktische toepassing en tekende toen een ontwerp. Het ding moest verticaal niet teveel plaats innemen, hoog genoeg zijn om een krant in tabloidformaat te kunnen ondersteunen en stevig genoeg om een dik boek te kunnen dragen.
Uiteindelijk werd het ontwerp uitgevoerd in karton en verpakkingstape, versterkt met houtlijm en wat nietjes. De kartonnen doos haalde ik bij de supermarkt. Ik knipte hem uit elkaar zodat ik lange rechthoekige stukken kreeg en vouwde deze naar voorbeeld van mijn ingenieuze ontwerp.
De lessenaar voldoet prima en ik heb hem de Duvel Lecto I gedoopt. Let op de opstaande onderkant! Die is breed genoeg voor het dikste boek en zelfs de regels onderaan de pagina blijven leesbaar. Hij is stabiel en tot nu toe nog niet een keer omgevallen. Helaas is de Lecto I niet hoog genoeg om een grotere krant te ondersteunen. Dit kan echter worden ondervangen door de krant met wasknijpers aan de zijkant van de Lecto I te bevestigen.

De Lecto I kan tevens naast de computer worden gebruikt als u een documentje moet overtypen.

woensdag, november 05, 2008

Antihelden deel IV - George McFly

foto: uit Back to the Future, v.l.n.r. George McFly, Lorraine Baines McFly, Marty McFly (Crispin Glover, Lea Thompson, Michael J. Fox).

Een van mijn favoriete films uit de vorige eeuw is de komedie Back to the future (1985) geproduceerd door Steven Spielberg. De hoofdrol werd gespeeld door Michael J. Fox, die hiermee het grootste succes uit zijn carrière oogstte. Michael speelt de rol van Marty McFly, die per ongeluk verzeild raakt in een experimentje van zijn vriend, professor Doc Brown. Hij reist daardoor dertig jaar terug in de tijd en beleeft een groot avontuur.
De film leverde een van mijn meest geliefde antihelden op, namelijk George McFly. De slungelige, flegmatische George is de totale antiheld en voor Marty is het een schok als hij in 1955 ontdekt dat hij tegenover zijn toekomstige vader staat. George dreigt bovendien het onderspit te delven tegenover de onsympathieke, agressieve Bill Tannen als deze Lorraine, de toekomstig moeder van Marty, lastig valt. Met hulp van Marty lukt het George deze Bill tegen de grond te slaan.

George McFly wordt gespeeld door Crispin Glover, die niet alleen vaak excentrieke karakters speelt, maar dat ook zelf is. Behalve acteren schrijft hij ook boeken, zingt en heeft cd’s uitgebracht. Vanaf 2005 regisseert hij ook zelf films.
In 1987, twee jaar na het monstersucces van Back to the future, mocht Crispin optreden in de David Lettermanshow als promotie voor de film River’s Edge. Hij gedroeg zich daarbij niet volgens de regels van Letterman en werd min of meer de uitzending uitgegooid. Het incident bleef hem achtervolgen en leek lange tijd belangrijker dan alles wat hij daarvoor of daarna had gepresteerd.
In 2007 maakte Crispin opnieuw een film met de regisseur van Back to the Future, Robert Zemeckis. De cast van deze film, Beowulf, was niet zuinig. Crispin deelde het witte doek met John Malkovich, Anthony Hopkins en Angelina Jolie. Crispin speelt Grendel, het monster.
Mooi voor Crispin, maar ik blijf toch hopen dat hij nog een keer in een echte antiheldenrol terecht komt.

In het licht van de economische crisis en de verkiezing van Obama is het is interessant dat Crispin ooit opmerkte dat Amerika meer een “corporate culture” had dan een “democratic culture”. Volgens de acteur had het hele monetaire systeem zijn weerslag op de Amerikaanse cultuur en daarmee ook op de films die in de US worden geproduceerd.
Als het tij echt keert met Obama dan krijgt de antiheld Crispin vast ook wel weer een kans.

zondag, november 02, 2008

Knettergek in Beetsterzwaag

foto's uit het programma van "Ien fleach oer it koekoesnêst", van toneelgezelschap "Op ny feriene"

Ons bezoek aan de voorstelling was een gokje. Ik liet me verleiden door een flyertje met de aankonding dat toneelvereniging "Op ny feriene" uit Bantega op zaterdagavond het toneelstuk "Ien fleach oer it koekoesnêst" zou opvoeren. Het gezelschap was me onbekend en ik versta maar weinig Fries, maar de titel zei me wel wat.
"One flew over the cuckoo’s nest" is een boek van Ken Kesey, een Amerikaan en vertegenwoordiger van de tegencultuur uit de jaren '50 en '60. Kesey werkte een tijdje in een psychiatrisch ziekenhuis hetgeen hem inspireerde tot dit verhaal dat gaat over misstanden in de psychiatrische zorg. Met de discussie over elektroshocktherapie en cameratoezicht in isoleercellen is de inhoud heel actueel. Het boek is bewerkt door Dale Wasserman en vervolgens naar het Nederlands vertaald. Tryntsje van der Zee bewerkte en vertaalde het toneelstuk in het Fries zoals het zaterdag werd gespeeld.

In 1975 maakte Milos Forman een film naar het boek met Jack Nicholson in de hoofdrol. Het was destijds een buitengewoon populaire film en ik denk dat vrijwel iedereen van mijn generatie hem heeft gezien. Jack Nicholson maakte er zijn grote doorbraak mee en Brad Dourif en Danny DeVito wonnen door deze film veel aan bekendheid.
Aan de ene kant heeft regisseur Jan Smit (niet de zanger) dus nogal wat hooi op zijn vork genomen, want vergelijkingen met de beroemde film zijn onvermijdelijk. Aan de andere kant is dit stuk goed geschikt voor amateurtoneel, omdat het veel typetjes kent en de acteurs geen diepe rollen op zich hoeven te nemen. Dit met uitzondering van het personage van Maximiliaan Midland (in de film Randle Murphy geheten en gespeeld door Nicholson). Marten Wesselius maakt hier een meesterwerk van. Ook Jelle Wesselius en Albert Fabriek speelden fantastisch en zouden in een professioneel gezelschap niet misstaan. Vanwege mijn gebrekkige kennis van het Fries heb ik af en toe wel wat van de inhoud gemist, maar dat deed er voor mij niet aan af.

De programmafolder was wel tweetalig (Fries en Nederlands). Hij werd voor de voorstelling uitgedeeld door een dokter en een verpleegster. Je kreeg er ook nog twee pilletjes en instructies bij:
  • houd u strikt aan de aanwijzigingen van het bewakingspersoneel
  • ga linea recta naar uw zitplaats, zonder al te veel drukte
  • spreek niemand aan waarvan u vermoedt dat het wel eens een patiënt zou kunnen zijn (wij wijzen er met klem op dat onze patiënten onberekenbaar zijn)
  • mocht het gemoed u volschieten, neem dan (in plaats van weg te lopen) bijgevoegde pilletjes in
  • Deze pilletjes zijn absoluut niet schadelijk (ook niet voor zwangere vrouwen)
  • U wordt er alleen maar rustig van.

De zaal, de sporthal van revalidatiecentrum Friesland, zat vol en dat was terecht. Dit gezelschap verdient alle aandacht. Het is jammer maar gisteren was de laatste keer dat "Ien fleach oer it koekoesnêst" werd opgevoerd, dus u kunt er niet meer naar toe. Op 21 en 22 november speelt het gezelschap "It hong yn 'e loft", Fries voor "Het hing in de lucht", van Bert Peets, in de Buorskip in Beetsterzwaag. Gaat dat zien!

donderdag, oktober 30, 2008

Dakloos in La Coruña

Nee, dit is geen foto van Yann Arthus-Bertrand, en ook geen kunstwerk van Christo en Jeanne-Claude. Dit is een foto gemaakt door Duveltje, vlakbij de toren van Hercules in La Coruña.
Wat is dit? Op de rotsen aan een klein strandje liggen zes handdoeken of andersoortige stukken textiel uitgespreid over de rotsen, daarnaast ligt een matras en nog een stuk opgerold plastic.
Waarschijnlijk zijn de doeken te drogen gelegd en worden ze gebruikt door daklozen om ’s avonds hier op het strand te slapen. Een plaats in de stad bij een luchtrooster of in een cajero (geldautomaat in een gebouw) zou logischer zijn. Op het strand is het immers veel te vochtig.

Bijna drie jaar geleden zocht de dakloze Rosa María E.P. een slaapplaats in een cajero in de wijk Sant Gervasi in Barcelona. Midden in de nacht stapten twee jongens de hal van de geldautomaat binnen, sloegen Rosa Maria en vertrokken weer. De vrouw deed de deur van binnen op slot, maar opende deze weer toen een paar uur later een derde (minderjarige) jongen op de deur klopte. Op dat moment drongen de eerste twee jongens ook weer binnen. De jongens overgoten de vrouw met benzine en staken haar in brand. Twee dagen later overleed Rosa Maria aan haar verwondingen. (foto: bankfiliaal waar de vrouw in brand werd gestoken)

Deze maand, bijna drie jaar later, staan de jongens terecht. De officier van justitie eist voor de twee meerderjarige jongens 25 jaar cel voor moord met voorbedachten rade en 3 jaar voor de schade die aan de automaat en het gebouw werden aangebracht. De jongere jongen is inmiddels veroordeeld tot 8 jaar gevangenis. De verdachten beweren dat ze de vrouw alleen maar uit de hal weg wilden jagen.

Misschien is het met dit verhaal in het achterhoofd dat zes daklozen voor een slaapplaats aan het strand hebben gekozen?

zaterdag, oktober 25, 2008

Voor Duveltje geen Walkure vanavond

foto: Víctor Pablo Pérez

Víctor Pablo Pérez heeft voor drie jaar bijgetekend als dirigent van het Orquesta Sinfónica de Galicia. De dirigent heeft een aantal goede voornemens waaronder het voltooien van de reeks concerten van de Nibelungenring. Onze vriendin F., celliste in het orkest, bood aan een vrijkaartje voor me te versieren voor de uitvoering van de Walkure van vanavond in het Palacio de la Opera in La Coruña. Maar vijf uur lang is me een beetje te veel van het goede, ook omdat Plof niet meewil. Bovendien hadden we al een afspraak voor een diner met een vaste groep van vrienden.
De Walkure is het tweede deel uit Der Ring des Nibelungen. Over de uitvoering van het eerste deel, Das Rheingold, schreef ik vorig jaar dit blogje. Janine Jansen trad vorig jaar op met het orkest in La Coruña en vertolkte toen een vioolconcert van Mozart. Ze noemde het een van de beste orkesten van Spanje.
In 2009 maakt het orkest een tour door Europa, in 2010 staat China op het programma en in 2011 Amerika. Hopelijk bezoekt het gezelschap volgend jaar ook Nederland.

zondag, oktober 19, 2008

Uitzicht

Foto: Oleiros, A Coruña, zondag 19 oktober 10.30 uur.

vrijdag, oktober 10, 2008

Meester van goed en kwaad.

Afbeelding: detail van het Laatste Oordeel van Jeroen Bosch (ca.1482)

Het zijn vreemde tijden. Tijden van het strijd tussen chaos en kalmte, licht en donker, goed en kwaad. Banken vallen om en beschaafde landen maken ruzie over spaargeld.

Het was natuurlijk géén toeval dat Duveltje zich het afgelopen weekend samen met de Utrechtse op een romantische en avontuurlijke speurtocht naar ’s-Hertogenbosch begaf. Daar bevindt zich het Jheronimus Bosch Art Center (waarom moet dat nu weer in het Engels? Boeh!). Dit Kunstcentrum is gevestigd in de voormalige Sint-Jacobskerk en herbergt een permanente expositie over het werk en leven van Jeroen Bosch (ca. 1450-1516).

Als er één schilder is die de strijd tussen goed en kwaad tot voornaamste onderwerp van zijn werken heeft gemaakt dan is het deze middeleeuwse meesterschilder. Ik ben een groot Jeroen Boschliefhebber en ik was zeer in mijn nopjes met onze excursie. Bovendien, wie kan er nu beter Duveltjes schilderen dan de oude virtuoos? Het mooiste schilderij is het drieluik van het Laatste Oordeel, waarvan het origineel in Wenen hangt. Het laatste oordeel is een van mijn favoriete onderwerpen. Niet in de minste plaats omdat ik er nog steeds niet achter ben wat er met mij zal gebeuren op de dag des oordeels. Fantastisch vond ik de televisiebewerking van Het grote gebeuren van Belcampo, door de VPRO uitgezonden op oudejaarsavond 1975. Het is het verhaal van het laatste oordeel dat de schrijver situeert in het stadje Rijssen. De kellner en de levenden van Simon Vestdijk, een boek met hetzelfde thema, heb ik wel drie keer ademloos uitgelezen. Jeroen Bosch heette eigenlijk Jheronimus van Aken, omdat zijn familie oorspronkelijk uit Aken afkomstig was. Omdat hij in ’s-Hertogenbosch werd geboren noemde hij zich later Jheronimus Bosch.
Dat Duveltje een paar weken geleden in Aken de domtoren beklom is puur toeval. In Den Bosch beklom Duveltje samen met de Utrechtse de toren van de Sint-Jacob. Toen wij boven op de kerk stonden loerde Onze Lieve Heer net even uit de hemel naar beneden en snapte ons. Net als in Aken sloeg het weer onmiddellijk om. De zon verdween en plots woei een ijzig koude wind door de Sint-Jacobskerk. We maakten ons als de wiedeweerga uit de voeten. De vriendelijke mevrouwen bij de kassa probeerden ons nog te verleiden tot een bezoek aan het schildersatelier, dat geheel in de stijl van de 15e eeuw is nagebouwd. Maar we sloegen het aanbod af en rollebolden verkleumd het Kunstcentrum uit.

Misschien heb ik het wel te bont gemaakt en Onze Lieve Heer teveel uitgedaagd met al die beklimmingen. Duveltje is namelijk getroffen door een woekerpolis en door een omgevallen bank. Afgelopen maandag kwam Paus Benedictus gelukkig met een uitspraak over mijn geldzorgen: “Door de economische crisis verdwijnt het geld in het niets”, zei de Paus. “Hij die alleen bouwt op zichtbare en tastbare zaken als succes, carrière en geld, bouwt zijn huis op zand”. Het is maar goed dat geld niet gelukkig maakt. Dankzij de Paus wandel ik nog steeds met een grote glimlach over straat.

zondag, september 28, 2008

Converteren van FLAC naar WAV

Afbeelding: George Taylor (Charlton Heston) kust Dr. Zira (Kim Hunter) in Planet of the Apes.

Het blijkt dat mijn blog veel bezocht wordt door domme apenkoppen die willen weten hoe ze verschillende soorten muziekbestanden kunnen converteren om ze vervolgens op een CD te branden. Ik heb hiermee een geheel nieuwe doelgroep aangeboord, die ik beter maar kan koesteren, want in educatief opzicht is ze zeker de moeite waard. Daarom: Welkom beste Apenkop! Wellicht dat ik u als muziekliefhebber er op deze manier toe kan verleiden om eens een van mijn andere blogjes te lezen.

In een vorig stukje getiteld Dit is niet mijn Ding, van APE naar WAV legde ik uit hoe je APE bestanden kunt decomprimeren en vervolgens kunt omzetten naar WAV bestanden. FLAC (Free Lossless Audio Codec) is een ander formaat dat door veel mensen wordt gebruikt om muziekbestanden mee te comprimeren. Je kunt het bestand op je computer met een gewone player afspelen, maar je kunt er geen audio-cd’s mee branden. FLAC bestanden kunnen gemakkelijk worden geconverteerd naar mp3 of naar wav format met de Free MP3 WMA converter van Koyote Soft. Dit programma is freeware en kunt je downloaden van de site van Koyote Soft. Deze site doet soms wat vervelend daarom kun je de software ook hier downloaden. Nu u al dit converteergeklets heeft doorgelezen vraag ik u vriendelijk om ook een van mijn andere blogjes door te spitten. Bij voorbaat dank voor de moeite,

Hoogachtend,

Uw Kleine Demoon

vrijdag, september 19, 2008

Veel Paralympiërs wisten van niets

foto: Dianyuan Wu (79) en Xiuying Wang (77), twee Chinese bejaarde vrouwen, moeten naar een werkkamp wegens het aanvragen van een vergunning voor een demonstratie tijdens de Olympische Spelen.

Let op! Gevoelige lezertjes kunnen dit stukje beter overslaan, want dit wordt een akelig blogje, een haatdragend, cynisch, vervelend stukje.

Gelukkig zijn de Paralympics nu ook voorbij. De Nederlandse atleten zijn vandaag ontvangen in Den Haag en kregen een lintje opgespeld. Bij die Paralympics heb ik het woord mensenrechten niet een keer horen vallen. Niet voor die Paralympische Spelen, niet tijdens, niet na afloop en vandaag tijdens die huldiging ook niet. Ik vraag daarom maar eens aan mijn buurvrouw wat ze daarvan denkt, want die heeft overal een mening over.
Ze zegt: “Het komt omdat gehandicapte mensen zielig zijn. Die mag je niet lastig vallen met mensenrechten".
“Dat is waar”, zeg ik, "en bovendien hebben gehandicapte mensen zelf ook al minder rechten dan andere mensen, omdat ze overal letterlijk en figuurlijk drempels tegenkomen. Dan moet je ze niet met de rechten van ándere mensen lastig vallen” .
“Daarnaast moet je niet vergeten”, vervolg ik, “dat er natuurlijk ook Paralympische sporters zijn die stom zijn, dus die kunnen sowieso niets zeggen over de mensenrechten in Peking. Dan zijn er de doven en de blinden en die weten waarschijnlijk helemaal niets af van die situatie in China”. “Goh”, zegt mijn buurvrouw, “daar had ik nog niet eens aan gedacht”.
“Ja, en dan komt het ergste nog”, roep ik, en ik kom nu echt lekker op dreef, “waarschijnlijk zitten er ook mensen bij die gehandicapt zijn, omdat ze gemarteld zijn. Die moet je natuurlijk al helemaal niet met mensenrechten gaan lastigvallen”. Nu besefte de buurvrouw dat ik misschien wel een mening over iets gaf. Ze raakte daardoor in verwarring en nam afscheid met de opmerking: “Daar ga ik even over nadenken”.

Dianyuan Wu (79) en Xiuying Wang (77), twee bejaarde Chinese vrouwen die herhaaldelijk een verzoek hadden ingediend om tijdens de Olympische Spelen te mogen demonstreren zijn voor een jaar naar een werkkamp gestuurd. Het ging niet om een demonstratie tegen de schending van de mensenrechten, maar om een protest tegen het slopen van hun huizen door de gemeente Beijing.

We hebben de atleten in China niet gehoord, noch de gehandicapten, noch de niet-zieligen. Ik hoop dat ik nog de dag mag meemaken dat iemand zegt: “het spijt me dat ik aan die Spelen van 2008 heb deelgenomen”. En misschien kan Balkenende die Chinese grootmoeders straks ook eens huldigen als ze uit het werkkamp komen.

zaterdag, september 13, 2008

Terugkeer van Superdepor?

foto: het strand van Riazor, in La Coruña, foto van Pedro Ferrer. Rechts, in het midden het stadion van Deportivo

La Coruña is een middelgrote stad, met 240.000 inwoners is het net iets kleiner dan bijvoorbeeld Utrecht. De stad is in het buitenland niet zo bekend, maar in de jaren negentig wist het voetbal La Coruña meer op de kaart te zetten. Veel voetballiefhebbers kennen sindsdien de naam van de plaatselijke voetbalclub. Real Club Deportivo de La Coruña, wordt in de volksmond kortweg Deportivo of Depor genoemd. Door de komst van enkele Braziliaanse spelers zoals Bebeto en Mauro Silva, en dankzij legendarische spelers als Francisco Javier González Pérez, voor de fans Fran, wist Deportivo, onder leiding van trainer Arsenio Iglesias uit te groeien tot een echte topclub.
De voetbalclub kreeg toen de bijnaam Superdepor. In 1999 werd Roy Makaay gecontracteerd en werd de vereniging kampioen van de Spaanse eredivisie. Deportivo ging Europees voetbal spelen en deed dat helemaal niet slecht. Maar in 2004 was het plotseling uit met het succes. Makaay verliet de club en ook andere veteranen, zoals Fran, Luque, en Mauro Silva vertrokken. Hun opvolgers, waaronder zijn Walter Pandiani en Diego Tristán, wisten de successen niet te evenaren.

Het belang van het voetbalsucces voor Galicië moet niet onderschat worden. Deportivo is voor Galicië op dezelfde manier belangrijk als het S.C. Heerenveen voor Friesland. Het laat zien dat de provincie meetelt, ook al loopt die op andere gebieden misschien ver achter.

Duveltje was er zelf bij toen Deportivo een paar weken geleden won van Atlético Madrid in de finale van de copa Teresa Herrera. Dat is het traditionele vriendschappelijke toernooi dat Deportivo organiseert voor dat de nieuwe competitieperiode begint. In het stadion hangt een ontspannen stemming. Bij Depor wandelt de hele familie, man vrouw kinderen oma’s en opa's ooms en tantes, het stadion binnen met tassen met broodjes en frisdrank en natuurlijk met paar grote zakken pipa’s, de zonnebloempitten, die de hele wedstrijd door worden gepeld en gegeten. Er wordt gewoonlijk niet gefouilleerd en alles gaat heel gemoedelijk. De vaste aanhang van Deportivo heet de Riazor Blues. Het is een van de weinige supportersclubs met een linkse politieke voorkeur en ze zorgen voor veel sfeer in het stadion.

Het stadion ligt vlak aan zee en na een overwinning van Deportivo zijn alle kroegen rondom het stadion en aan het waterfront blauwwit gekleurd en heerst er een fantastische sfeer. De verwachtingen voor deze wedstrijd waren niet al te hoog gespannen, de vorige wedstrijden van Deportivo in dit toernooi verdienden geen schoonheidsprijs. Duveltje had wel zin in een leuk potje en probeerde zijn Coruñese gezelschap voor de wedstrijd een beetje enthousiast te krijgen, met verhalen over vorige successen. Want Duveltje heeft hier samen met de Opzetzoon toch mooi Van Gaal zien en horen schreeuwen, Fernando Torres zien rennen, en Ronaldinho op doel zien schieten.

Deportivo – Atlético de Madrid werd uiteindelijk een mooie wedstrijd, vooral dankzij de drie doelpunten in de 1e helft. Sergio scoorde voor Depor uit een penalty, na een overtreding op de Depor-veteraan Valeron. In de 37e minuut schoot Sergio opnieuw de bal in het doel. Abreu van Atlético scoorde in de extra tijd van de eerste helft. Het werd 2-1 voor Deportivo, dat daarmee de beker voor de 9e achtereenvolgende keer wint. De tweede helft was wat minder, maar toen zat de stemming bij het publiek er al zo goed in, dat het allemaal niet meer uitmaakte. Deportivo had misschien wel een hart onder de riem nodig. Door de ondergang van Fadesa (zie mijn blogje van 1 september) raakte de club zijn hoofdsponsor kwijt. De spelers spelen nu zonder een sponsornaam op het shirt, iets wat toch uitzonderlijk is. Blijkbaar heeft de overwinning de club goed gedaan, want Deportivo won op 31 augustus met 2-1 van titelhouder Real Madrid. Op het ogenblik staat Deportivo 4e in de Spaanse competitie. Hopelijk wordt Depor dit jaar weer Superdepor en kunnen de Coruñezen hun neuzen weer eens trots rechtop in de frisse Atlantische zeewind steken.

woensdag, september 10, 2008

Le Petit Diable à Aix-la-Chapelle - 2

afbeelding: schilderij, voorstellende een Hollands interieur, Pieter de Bloot (1601, Rotterdam - 1658, Rotterdam), werk gestolen uit de verzameling van het museum Suermondt-Ludwig. Olieverf op eikenhout. Meegenomen naar Canada door een zekere Alice Siano, in dienst geweest van de Russische regering. In 1954 verkocht aan kunsthandelaar Victor Spark te New York.

Zondagochtendstond had in Aken goud in de mond. Dáár straalde de zon volop en Duveltje vroeg uit bed gevallen pakte snel zunne spullekes bij elkoar, werkte zich door het verplichte hotel-onbijtbuffet met vruchtensalade en zoete broodjes heen, de koffie was te drinken, en vertrok opnieuw naar het centrum van Aix-la-Chapelle, dorstig naar kunstzinnig vermaak.

Zo kwam het dat ik voor de tweede keer in drie weken als eerste bezoeker een museum betrad.
Beet ik drie weken geleden de spits af in het museum Soares dos Reis in Porto, afgelopen zondag was ik de eerste bezoeker in het museum Suermondt-Ludwig in Aix-la-Chapelle. De overeenkomsten zijn opvallend. De bezoekers zijn op een hand te tellen, ook in dit museum zijn de museumwachten in de meerderheid en net als in Porto is de merchandising slecht geregeld.
Ik kan de oude museumcatalogus kopen voor vijftig eurocent, maar ik kies tenslotte toch de nieuwe uit 1994 (!) voor 12,80 euro. Hun trotse aanwinst uit 2006, weliswaar in bruikleen, een portret van een jonge man door Rembrandt van Rijn, staat er dus niet in.

Ik vraag bij de ingang naar een plattegrond van het museum. Nee, een plattegrond hebben ze niet, maar beneden rechts vind ik de net geopende tijdelijke expositie en boven de vaste collectie. Ik begin met de expositie, Schattengalerie, Verlorene Gemälde des Suermondt-Ludwig-Museums. De volledige collectie van het museum werd in de jaren dertig van de vorige eeuw op de gevoelige plaat vastgelegd. 230 werken verdwenen tijdens en na de 2e Wereldoorlog uit de collectie van het museum. Voor deze tentoonstelling zijn ongeveer 80 foto’s van de verdwenen schilderijen uitvergroot tot de werkelijke dimensies van de originele werken. Onscherpe zwart-wit foto’s die op een zwarte achtergrond hangen. Werkelijk, nooit in mijn leven heb ik een triestere tentoonstelling gezien. Het is alsof je door een grafkelder loopt .

Bij de tentoonstelling publiceert het museum de volgende tekst:

Bei den Verlustgemälden handelt es sich in erster Linie um Werke, die - heute meist subsumiert unter dem Begriff "Beutekunst" – zum Schutz vor Bombardierungen in die Meißener Albrechtsburg ausgelagert worden waren, wo sie wahrscheinlich unmittelbar nach dem Krieg von so genannten "Trophäenbrigaden" beschlagnahmt und in die Sowjetunion verbracht wurden. Vermutlich auf mehrere der ehemaligen Sowjetrepubliken verteilt, fristen sie nunmehr ein Schattendasein in nicht öffentlich zugänglichen Depots.

Bij de verloren werken gaat het in de eerste plaats om werken, die – tegenwoordig meestal aangeduid met “Beutekunst” – als bescherming tegen de bombardementen in de Albrechtsburg in de stad Meissen waren opgeslagen , waar ze waarschijnlijk meteen na afloop van de oorlog door zogenaamde Trofeeënbrigades in beslag zijn genomen, en naar de voormalige Sovjet Unie zijn vervoerd. Vermoedelijk over meerdere vroegere Sovjetrepublieken verdeeld, leiden ze nu een schaduwbestaan in ontoegankelijke opslagruimten (vertaling van de hand van le Petit Diable).

De zwart-wit foto’s vertellen een droevig verhaal. De toeschouwer krijgt nauwelijks een indruk van hoe het eigenlijke werk eruit heeft gezien. De expositie is waarschijnlijk op deze naargeestige manier ingericht in een poging om druk te leggen op Rusland en andere Oostbloklanden om de schilderijen op te sporen en weer terug te geven (hetgeen in slechts een enkel geval gebeurd is).

De organisatoren hebben nogal pech. Na jarenlange voorbereiding en research opent de tentoonstelling net nu de spanning tussen Rusland en de Westelijke wereld weer oploopt. De Russen zullen op dit moment niet geneigd zijn om een onderpand dat miljoenen waard is uit handen te geven.

Heeft u belangstelling, dan kunt u ook de even sobere website van deze tentoonstelling Schattengalerie bekijken, daar zijn 206 afbeeldingen te zien. Meer achtergrondinformatie over de tentoonstelling vindt u op artnet.de .

Gelukkig vind ik op de eerste verdieping van het museum een mooie collectie van Nederlandse en Vlaamse schilders uit de late Middeleeuwen, Renaissance en Barok, waaronder Ruysdael, een enkele Frans Hals en het Portret van een jonge man door Rembrandt van Rijn. Verder is er een fraaie collectie religieuze kunst te zien, met vooral veel houten beelden.

Het is droevig dat de werken die niet verdwenen of gestolen zijn hier hangen en staan voor slechts deze enkele, eenzame, duivelse bezoeker die hier op zondagmorgen een voet naar binnen durft te zetten. Net als in de opslagplaatsen leiden deze schilderijen hier in dit dode museum even goed een schaduwbestaan.

dinsdag, september 09, 2008

Le Petit Diable à Aix-la-Chapelle

Foto: en profil, de troon van Karel de Grote in de Dom van Aken.

Was het Lucifer, of was het Gabriel, die mij opriep: "Luister zunne, duveltje, ’t wordt nou toch eens tijd, dadde gij afreist naar Aix-la-Chapelle, om daar God’s huis te bezichtigen en de domtoren te beklimmen". Ik zweer dat het Aix-la-Chapelle was zoals dat klonk, en niet Aachen, of Aken, zeker omdat voorwaar het in het Frans veel de beter en schoner klinkt.

Terstond verreisde ik daarom naar Aix-la-Chapelle, waar ik rap de toren van de Aacherdom beklom, waarvoor ik God 2 euro moest betalen, nadat ik hem ook al 2 euro had betaald om in de benedenkerk mijn fototoestel te mogen gebruiken. Maar blijkbaar vond Onze Vader het toch wat te gortig dat Duveltje zo snel tot bovenaan de Dom was gekomen, want het begon er zowaar meteen fors te waaien en pijpenstelen te regenen. Ik maakte er wat plaatjes van en schoot toen snel naar beneden. Om de drie meter stond in die kerk een godsvruchtige Duitse vrijwilliger, met een plakkaatje om zijne nek, om aan te duiden dat het hier eentje in dienst van God betrof, om tegen de mensjes te zeggen dat ze nergens aan mochten komen, want die Dom is zó oud, die valt bijkans uit elkaar.

Onderweg stond ergens zo ene stijve Duitser stijf te wezen, naast wat stukken steen, waar over aan de achterkant een versleten roze kleedje hing. Ik vroeg deze oude gesteven vrijwilliger of het hier ook een altaar betrof, en hij keek mij minachtend aan en zei toen: "Dass hier, das ist der Thron von Karl der Grosse".
Maar ik had dat toch onmogelijk kunnen weten, want er stond geen bordje bij, en van de zijkant, en profil, zag het er ook niet uit als een troon. Ik mocht er ook niet omheen wandelen want alles was afgesloten. "En wandelde die Karel, die Grote, dan zo gewoon die kerk binnen, um hier die Messe bei zu wohnen?" vroeg ik dan. “Nein”, zei de stijverd, met strenge blik, “der Karl kwam binnen over een brug vanuit het paleis, zodat hij zich niet onder het gewone volk hoefde te begeven”. Ik zeg: “Weet u dat er in Brugge ook zo’n bruggetje bestaat naar de Onze Lieve Vrouwe kerk?” Ja, dat wist de bejaarde suppoost wel, want da was hij selbst gewesen, en hij ontstijfde en plotseling glimlachte hij ook. Ik schoot door naar beneden, waar God mij nogmaals een paar euro uit de zak probeerde te kloppen met stukjes steen van de Dom, boekwerkjes, ansichtkaarten en andere memorabilia, maar ik stond alweer buiten.
Meteen hield het op met regenen en kwam de zon tevoorschijn. Dat zat hem toch niet lekker, Der Ouwe, zo lachte Duveltje in zijn duivelse vuistje.

vrijdag, september 05, 2008

Tapas, lekker kneuteren

Foto: Nederlandse nep-tapa (Elzasser cervelaatworst, Amsterdamse ui, Griekse feta), copyright Duveltje

Wij Nederlanders houden van kneuterig gedoe. We houden van Anton Pieck, letterbakken, punniken, en we houden ook van kneuterig eten. Er is geen een land in Europa waar zo kneuterig wordt gegeten als in Nederland. Daarom importeren wij ook veel kneuter-eten uit het buitenland. De Indonesische rijsttafel was in de jaren zestig een groot succes. Lekker veel kleine, verschillende hapjes en niet duur. Daar kwamen in de zeventiger jaren de kaas- en vleesfondue bij, met eindeloos veel schaaltjes met sausjes, rauwkost en andere flauwekul. Genoeg om een lange, gezellige, donkere winteravond kneuterend door te brengen. In de jaren tachtig verdwenen de fonduepannen naar zolder en volgde het gourmetten. In de jaren negentig gingen we steengrillen, was de sushi in opkomst en verschenen ook de tapas.

De afgelopen vijftien jaar zijn in Nederland de tapasrestaurants als paddenstoelen uit de grond geschoten. De meeste van deze tapastenten serveren voedsel van twijfelachtige kwaliteit. Er worden veel conservenblikken opengetrokken en er wordt veel ontdooid en opgewarmd. Duveltje heeft, samen met zijn Spaanse vrouw Plof, zelf ooit eens een restaurantje gehad in de buurt van Barcelona. Tapas kunnen veel geld in het laatje brengen, en daarom kwamen we spoedig op het idee om ook tapas te gaan verkopen. Spanjaarden eten “met het oog”. Daarom staan er op veel bars glazen vitrines. In een tapasbar liggen er verschillende soorten tapas in deze vitrines. Het woord tapas komt van het werkwoord tapar, dat bedekken betekent. Een tapa is dus een hapje dat de honger moet toedekken, oftewel stillen.

In Spanje zal je geen tapas-restaurants vinden. Tapas worden daar geserveerd als voorgerecht, of als snack, meestal in bars en cafeteria’s en ook wel in restaurants, maar niet in tapas-restaurants. Na het nuttigen van een of meerdere tapas wordt er in Spanje ècht gegeten.

Er zijn honderden, misschien wel duizenden soorten tapas. Iedere Spanjaard heeft zijn eigen favoriete tapas. In Galicië worden er veel schaal- en schelpdieren gegeten. Net als in Portugal zijn de berberechos (kokkels), mejillones (onze Gewone Mossel, oftewel de Mytilus edulis), almejas, (een ander soort mossel) en percebes (eendenmosselen) heel populair.
De tapas die in Spanje het meest geserveerd worden bij een glas wijn of een biertje zijn olijven, gevuld met paprika of met ansjovis, plakjes chorizo of gerookte ham, worstjes, de tortilla Española en de pincho’s. Een pincho is een prikkertje met bijvoorbeeld een stukje brood, ham en een olijf. Je hebt tapas die bestaan uit groenten, zoals een kleine portie spinazie, of bonen en ook zijn er warme tapas. Kroketten, gebakken of gefrituurde aardappeltjes, gehaktballetjes, inktvis, kippenvleugeltjes of pootjes, gebakken visjes en ga zo maar door.

In het Nederlandse tapas-restaurant dat ik vorig jaar bezocht stonden er gefrituurde kikkerbilletjes, rijstballen met kaas, rundvlees in yoghurtsaus en stukjes Turks brood met “tapanade” op de kaart. Al die zaken, inclusief de “tapanade” heb ik in Spanje nog nooit gezien en geproefd. De “tapanade” heeft niets met tapas te maken, heet eigenlijk tapenade en komt uit zuiden van Frankrijk.

Duveltje en Plof probeerden het in hun eigen Spaanse restaurant ook met tapas, maar kwamen er al snel achter dat het geen makkelijke business is. Als we de vitrine volstouwden met tapas kwam er geen (Spaanse) hond langs en de meeste tapas zijn niet lang houdbaar, zeker niet in het Middellandse Zeeklimaat. De gekoelde vitrines zijn handig, maar kosten veel stroom. Als het eten er lang in ligt droogt het uit en ziet het er lelijk uit. Als we geen klandizie verwachtten stond de zaak plotseling vol met mensen die om tapas zeurden. Uiteindelijk hebben we de vitrine verkocht.

Nog een tip. Als u toch tapas wil gaan eten, let dan goed op als u een zogenaamd tapasrestaurant binnenstapt! Verzeker u ervan of er in de keuken echte Spanjaarden werken of dat u te maken heeft met als Spanjolen vermomde Argentijnen, Mexicanen, Turken of nog veel erger: Nederlanders. Geloof mij, u proeft het verschil. Een echte Spanjaard is trots op zijn keuken en zal u niet snel blikvoer voorzetten.

maandag, september 01, 2008

Wereldberoemd in Galicië

foto links : Armancia Ortega, rechts: Manuel Jove

Galicië is een van de armste provincies van Spanje, maar natuurlijk is niet iedereen in Galicië arm, berooid en onsuccesvol. Er zijn ook Gallego’s die het ver geschopt hebben. In Nederland kennen velen zeker de naam Óscar Pereiro, de winnaar van de Tour de France in 2006. De dictator Franco was een Galiciër, hij was afkomstig uit Ferrol. De in Galicië geboren schrijver Camilo José Cela ontving in 1989 de Nobelprijs voor de literatuur.

Twee namen die u waarschijnlijk niet kent, maar die in Galicia vaak over de tong gaan, zijn Armancio Ortega en Manuel Jove.
Armancio Ortega begon zijn carrière in een naaiatelier waar keukenschorten werden gemaakt. In 1975 opende hij een klein winkeltje in La Coruña, waar hij overhemden verkocht. In 1975 begon hij met de eerste kledingwinkel onder de naam Zara. De winkel was een succes en Armancio Ortega begon een imperium op te bouwen. Tegenwoordig verschaft de multinational Inditex werk aan tienduizenden mensen in Galicië en daarbuiten. Armancio’s huidige vermogen schijnt meer dan 25 miljard euro te bedragen. Hij staat nummer 22 op de lijst van Forbes voor 2008. Behalve Zara, maken ook de winkels van Massimo Duti, Pull & Bear en Bershka onderdeel uit van Inditex.

Even berucht als bekend is Manuel Jove Capellán, de multimiljonair die vorig jaar het door hem opgebouwde makelaars- en aannemersbedrijf Fadesa verkocht. Evenals Armancio Ortega startte Jove met bijna niets. Hij begon als hulpje van zijn vader, als eenvoudige timmerman.
Ook Manuel Jove’s grote succes kwam in de jaren zeventig. Boze tongen beweren dat het welslagen van Jove voor een groot deel aan zwart werk te danken was. In 1980 werd Fadesa opgericht, een onderneming die uitgroeide tot een internationale aannemers- en onroerendgoedmaatschappij met een opvallende voorkeur voor lagelonenlanden, waaronder Marokko, Portugal, Hongarije, Roemenie. In de Forbeslijst van 2008 staat Jove nu op nummer 307.
Fadesa werd vorig jaar, voorjaar 2007, overgedaan aan Fernando Martín Álvarez, directeur van Martinsa, ook een onroerendgoedbedrijf. Op dit moment gaat het erg slecht met de Spaanse economie. De crisis is te vooral danken aan de slechte markt voor onroerend goed. Het aanbod van woningen is veel groter dan de vraag. Toen de prijzen omhoog gingen dachten veel Spanjaarden hun slag te kunnen slaan en boden hun woning te koop aan. Dit zorgde voor een overschot in het aanbod. De neergang was er al voordat de internationale kredietcrisis losbarstte, maar deze heeft wel een versterkend effect gehad op de Spaanse onroerendgoedmarkt. Door het uitblijven van inkomsten is er bij Martinsa-Fadesa een liquiditeitsprobleem ontstaan. De onderneming heeft in juli uitstel van betaling aangevraagd bij de rechtbank in La Coruña. De totale schuld van het bedrijf schijnt meer dan 7 miljard euro te bedragen. De banen van duizenden mensen, waaronder veel in Galicië, maar ook in andere Spaanse provincies en in het buitenland, staan op het spel. Jove kocht voor het geld aandelen in de Baskische bank BBVA en werd de grootste particuliere aandeelhouder in deze bank. In de Forbeslijst van 2008 staat Jove nu op nummer 307.

Het gerommel van Jove heeft ook in onze directe omgeving zijn sporen achtergelaten. Eerder schreef ik al een stukje over het project Costa Anacara dat Fadesa begon in een dal tussen de dorpen Miño en Pontedeume, een gebied met een oppervlakte van 160 hectare. Op de satellietfoto is duidelijk te zien hoe de urbanisatie over een lengte van tenminste vijf kilometer een gat in her voorheen beboste landschap heeft geslagen.
Voor de bouw begon zagen wij op onze finca nauwelijks vogels. Nu hun oorspronkelijke woongebied hen is ontnomen zien we bij ons plotseling uilen, spechten, mezen en nog veel meer. Aan de duizenden woningen die dichtbij ons buitenhuis in Miño werden gebouwd wordt op dit moment niet meer gewerkt. Een honderdtal is er verkocht, de rest staat kaal en onafgebouwd, de bouwvakkers zijn vertrokken. De kans is groot dat Costa Anacara vooral een woongebied wordt voor ratten en slangen.

vrijdag, augustus 29, 2008

Zware Port - 5

afbeelding: Vrouw gekleed in het zwart, fragment van het schilderij van Henrique Pousão (1859-1884)

Zondagmorgen. Het museum Soares dos Reis ligt om de hoek, dichtbij het hotel. Het is onze laatste stop voordat we terug rijden van Porto naar La Coruña. Op Internet was er weinig informatie over dit museum te vinden. De helft van de website deed trouwens het niet (dit is inmiddels hersteld).
Drie Britse toeristen staan samen bij ons bij het loket. Ze hebben het museum uit een gidsje opgediept en krijgen uitleg van een jonge student. Hij is zichtbaar opgewekt vanwege het feit dat hij het Engels dat hij op school geleerd heeft eens uit kan proberen. Het museum ligt buiten de toeristische routes en vanochtend is er verder bijna geen publiek te bekennen. Blijkbaar wil de directie de bezoekersaantallen niet onnodig opdrijven, hetgeen tegenwoordig zonder meer bewonderenswaardig genoemd kan worden. Zeker na mijn enerverende bezoek aan Ikea van gisteren.

“Linha do horizonte” – "Line of the horizon" heet de tentoonstelling op de begane grond. Hier vinden we werk van eigentijdse Portugese kunstenaars. Het thema, de horizon in het landschap, is de gemeenschappelijke deler. De technieken en stijlen lopen erg uiteen. Mij vallen vooral Álvaro Lapa en fotografe Rita Magalhães op. Rita Magalhães laat zich in haar werk beïnvloeden door Johannes Vermeer. Dat is wel aardig, vooral als je weet dat de Portugese kunstenaars zich in ook de 16e en 17e eeuw op de Nederlandse en Vlaamse kunstenaars oriënteerden.
Op de 1e verdieping van het museum bevindt zich een interessante collectie met enkele hoogtepunten, waaronder de schilderijen van Henrique Pousão (1859-1884) en de beelden van António Soares dos Reis (1847-1889). Als ik een foto neem, zonder flitslicht, komt een van de museumwachten meteen op me toegesneld. “Absoluut verboden!”, zegt hij. “U kunt beneden in de museumwinkel reproducties kopen”. Dat zal ik doen, zo beloof ik hem.
Met de merchandising is het slecht geregeld, want in de museumwinkel is niemand om me te helpen. Er zijn wel ansichten, maar niet van het beeldje dat ik wilde fotograferen. Reproducties zie ik al helemaal niet. Tenslotte verschijnt er toch een mevrouw die mij vier ouderwetse ansichten verkoopt. Eéntje is er voor de Utrechtse, waarvan ik weet dat ze binnenkort weer haar kritisch oog over dit blogje zal laten glijden. We verlaten het museum en nemen afscheid van Porto.

Ter afsluiting van deze vijf blogjes over Porto een gedicht van Fernando Pessoa:

Autopsicografia

De dichter wendt slechts voor.
Hij veinst zo door en door
Dat hij zelfs voorwendt pijn te zijn
Zijn werkelijk gevoelde pijn.
En zij die lezen wat hij schreef,
Voelen in de gelezen pijn
Niet de twee die hij geleden heeft,
Maar een die de hunne niet kan zijn.
En zo rijdt op zijn rails in ’t rond,
Tot vermaak van onze rede,
Die opwindtrein, in dichtermond
Ook wel ‘het hart’ geheten.

(Vertaling August Willemsen)

woensdag, augustus 27, 2008

Zware Port - 4

foto: Jardins do Palácio de Cristal, Porto, Portugal (Creative Commons, Tiago S Costa)

De Postcard Brass Band, een Portugese Dixieband met een alternatief geluid, verrast ons zaterdagavond in het park van het Palacio de Cristal.
Het is tien uur, de zon is al achter de horizon verdwenen en het podium is verlicht met spots en met kaarsen. De sfeer is ontspannen. Het publiek, een mengeling van jong en oud, chique en sportief, meest autochtone Portugezen, een enkele toerist zoals wij, zit deels op de versleten houten klapstoeltjes, deels op het gras daar omheen.
We zijn op tijd en hebben een plekje op de eerste rij. De muzikanten beginnen te spelen. Het is duidelijk dat ze er zin in hebben, want het plezier straalt van ze af.

Een sympathieke zwerfhond, het tegenbeeld van zijn lelijke voorganger die ons een paar dagen eerder een paar straten lang achtervolgde, is samen met ons het park in gelopen. Hij laat zich niet wegjagen door de opgeschoten jongen die trapgebaren naar hem maakt. Hij wacht op een afstand en als de muzikanten beginnen te spelen komt hij vlak voor ons zitten. De hond staart aandachtig naar de artiesten op het podium, waarbij hij zelfs zijn oren omhoog steekt om al die mooie jazzgeluiden goed te kunnen beluisteren. Wat zou een leuke Portugese hondennaam zijn? Amadeu lijkt me wel aardig.

Een eindje van ons af zien we een klein jongetje, met een kastanjebruine krullenbol. Hij is een beetje bol en heeft een uilenbrilletje op. Ik schat dat de kleine professor vijf of zes jaar oud is. Hij danst, gaat helemaal op in zijn eigen wereld en trekt zich niets aan van al die volwassenen om zich heen. In zijn denkbeeldige glazen bol vindt hij telkens nieuwe bewegingen uit, zwaait met zijn heupen, met zijn armen, inventiever dan welke balletdanser dan ook. Hij danst niet op het ritme, maar op de muziek. Speelt de trombonist op het podium een solo, dan maakt de kleine jongen trombone-geluid-bewegingen. Speelt de saxofoon, dan verzint hij daar weer iets bij. De kleuter laat zich vallen, staat weer op, wijst naar de hemel, dan naar de aarde, alsof hij de muziek van een diepere betekenis wil voorzien.
Na een tijdje haalt hij ook zijn kleinere broertje op, pakt hem beet en trekt hem mee zijn wereld in. Dan is er een ontmoeting tussen de twee dansende jongetjes en de hond, die even gaat kijken wat er buiten het podium om nog meer te beleven valt. Het beest wil graag spelen, springt heen en weer, maar de draaiende jongetjes zijn de hond teveel. Amadeu gaat dan maar naast een oudere mevrouw zitten die hem heel gezellig vindt en hem lief aait.
Tenslotte zijn de kereltjes moe gedanst. Het oudste dansertje laat zijn broertje los en gaat dan voor de eerste rij van het publiek zitten. Zijn kleine beentjes bungelen in de lege orkestbak voor het podium. Zo brengt hij de rest van het concert door, met openhangende mond, starend naar de vier muzikanten. Vlak voor het einde van het concert verdwijnt de hond plots weer, alsof hij een afgesproken teken volgt. Hij mist daardoor wel de toegift.
Het publiek loopt het park uit. We hebben een lange dag achter de rug en lopen terug naar het hotel. Het was prachtig. Net alsof we even in een film van Fellini hebben meegespeeld.

Om vier uur ’s nachts word ik wakker. Er klinkt gekraai van hanen, gekrijs van meeuwen en er huilt een hond. Misschien is het Amadeu die zijn eigen toegift geeft.

maandag, augustus 25, 2008

Zware Port - 3

Foto: Livraria Lello e Irmão (Joe Aesmorga)

Een verplicht onderdeel van onze reis naar Porto is een bezoek aan Ikea. Er is geen namelijk geen Ikea in A Coruña. De dichtstbijzijnde Spaanse Ikea is in Oviedo op 3,5 uur rijden. Mijn vrouw is iemand die bijzonder veel plezier beleeft aan het inrichten van haar woning en zichzelf een bezoek aan Ikea niet kan ontzeggen. Duveltje is daarbij onmisbaar vanwege zijn talenten op het gebied van interieurdecoratie.

Twee jaar geleden reden we naar Ikea in Oviedo met een verlanglijst voor het verbouwde flatje van Plof. We wisten precies wat we wilden hebben. We zochten uit, rekenden af en reden met de Billy’s en de Benno’s en nog wat van die woondingen met mooie namen weer terug naar A Coruña.

Zaterdagochtend in Porto. Om kwart voor acht klinkt de wekker van het mobieltje van mijn vrouw. Ze fluistert zachtjes mijn naam. “Kom op, we gaan”, zegt ze. Een half uur later rijden we over een lege snelweg richting Matosinhos, een buitenwijk van Porto. Het regent.
“Kijk, dat komt nou goed uit”, zegt mijn vrouw, “dit is een perfecte dag voor een bezoek aan Ikea. Wat hadden we hier anders moeten doen, met dit lelijke weer?”.
Ik weet het wel, maar ik zeg het niet. Op mijn verlanglijstje stonden nog de prachtige boekwinkel Lello en het station San Bento met de beroemde tegelwanden. Musea zijn er ook volop. Ik roep heldhaftig: “Niets! Schat, dit is ideaal. We hadden het niet beter kunnen treffen”. Ik besluit het als een man te dragen, met een glimlach. Vier dagen zonder zeurend kind, vier dagen vrij, en dan een paar uur in Ikea door brengen , dat is een compromis, dat is op te brengen.“Heb je een lijst van dingen die je hebben wil?”, vraag ik. “De lijst zit in mijn hoofd”, zegt mijn vrouw.
Als dat maar goed gaat, denk ik en mijn vrees wordt later bewaarheid. De lijst blijkt nogal chaotisch te zijn.
Om 9 uur rijden we de parkeergarage van Ikea in O Porto in. We zijn de eersten.

Het ongelooflijke is gebeurd. Duveltje, vijand van grootkapitalisme, globalisme en alles wat daarmee te maken heeft, bevindt zich als eerste klant in een winkel van een van de meest succesvolle Europese multinationals. Midden in het hol van de leeuw, in zijn vakantie, op een zaterdagmorgen.
In Portugal is het een uur vroeger dan in Spanje, dat waren we even vergeten. “Geen gemor!”, roept mijn vrouw. We doen ochtendgymnastiek! Ochtendgymnastiek, op zaterdagmorgen om 09.00 uur in de parkeergarage van de Ikea in Porto. Dat moet mij overkomen. Ochtendgymnastiek houdt in: snelwandelen door de parkeergarage. Ik houd het drie rondjes vol, dan geef ik het op. Inmiddels groeit de rij wachtenden. Plof vraagt hoe laat we naar binnen mogen. Om half tien kunt u het restaurant al in, belooft een Ikea-medewerker opgewekt. Na een kopje Ikea-koffie à 40 cent lopen we de winkel in. Nauwelijks zijn we binnen of Plof blijft al gefascineerd staan bij de bakken vol kinderspeelgoed. Goed, denk ik, net grootouders geworden, dus geen gezeur. Maar ook bij de bedden blijven we lang staan, bij de keukens, bij de eettafels. De lijst in Plof’s hoofd bestond aanvankelijk uit een nieuwe tafel om aan te werken en een rekje voor de pannen in de keuken, maar hoe verder we de winkel binnenlopen hoe groter de lijst blijkt te worden.

Om 12.00 uur zijn we nog steeds niet bij de kassa aanbeland. De winkel is inmiddels zo druk dat de mensen voetje voor voetje over de Ikea-route schuifelen. Negentig procent van de klanten bestaat uit Spanjaarden, waarschijnlijk voor het grootste deel afkomstig uit Vigo. Ik bijt op mijn tanden. Daarna op mijn tong. Probeer mijn glimlach nog vast te houden, maar die is nu inmiddels al veranderd in een akelige verbeten grimas.
Plof heeft het in de gaten. “Je moet niet zo kinderachtig doen”, zegt ze. “Ik zeg toch niets”, kreun ik. “Nee, maar dat smoelwerk van jou zegt genoeg”.

Om 13.00 staan we eindelijk buiten. “Je raadt het nooit”, zegt ze, “ik krijg plotseling een fantastische inval”. “Zo?”, vraag ik hoopvol en ik denk even aan een onverwachte excursie naar een nabijgelegen kasteel of klooster, museumbezoek, of een etentje in een van die geweldige restaurants die haar vader vroeger bezocht.
“Die commode, die we zagen in de slaapkamers. Volgens mij past die perfect.” Ik word duizelig, zie even zwart voor mijn ogen. Dan besluit ik nogmaals mijn goede wil te tonen. Opnieuw de winkel in. Maar niet alleen voor de commode blijkt nu. We gaan ook nog even naar de afdeling Verlichting. Nu word ik boos. Het spijt me, maar ik houd het niet meer. Er volgt een woordenwisseling. Plof geeft gelukkig toe. We vertrekken uiteindelijk na een persoonlijk record in Ikea, 5 uur en twee keer de hele route van ingang tot aan de kassa.

Die middag krijg ik van Plof in Livraria Lello een boek cadeau. Ze had geld over, want de commode heeft ze uiteindelijk toch laten staan.

zaterdag, augustus 23, 2008

Zware Port - 2

foto: Avenida dos Aliados, Porto.

Plof heeft akelige herinneringen aan Porto. Ze is er twee keer eerder geweest, jaren geleden met vriendinnen die een abortus nodig hadden, in tijden dat het allemaal nog illegaal was. De mooie kanten van Porto had ze nog niet gezien. Maar de mooie kanten kunnen niet zonder de lelijke. In Porto ligt het dicht naast elkaar. Achter de stegen, waar het stinkt naar broeiend vuilnis en urine, ligt de schone, witte Avenida dos Aliados, met stoere standbeelden, onder andere van koning Peter IV. De helft van de huizen in het oude stadscentrum lijkt leeg te staan. Veel van het leven is verdwenen naar de buitenwijken.

Vrijdagmorgen nemen we de bus naar de Fundação de Serralves, het museum voor moderne kunst. Ik heb er niet veel zin in. Ik wil liever naar iets authentiek Portugees, maar Plof heeft zin in moderne kunst. Zo rijden we door de buitenwijken, saaier, maar wel schoner en dichter bevolkt. We bekijken de expositie van de Zuid-Afrikaanse fotograaf David Goldblatt, Intersecções intersectadas (Intersections intersected). De foto’s geven een beeld van het troosteloze Zuid-Afrikaanse landschap, geteisterd, eerst door Apartheid, nu door AIDS. Zuid-Afrika, in het tijdperk van AIDS, staat bij sommige titels van de foto’s. In de tijd dat de Apartheid werd opgeheven, na 1990, schakelde Goldblatt over van zwart-wit naar kleur. De foto’s blijven even onthullend en ontluisterend. Verlaten dorpen, kale vlakten, lege pleinen waar op stadsmeubilair, een muur of op een monument een AIDS-symbool is geschilderd. Waarom heb ik nooit zoiets gezien op de foto’s waarmee kennissen terugkomen na hun trips naar Zuid-Afrika?
De entree voor het museum bedraagt 5 euro. Het museum herbergt een te duur restaurant. Vandaar misschien dat hier weinig Portugezen rondlopen. Of komt het omdat het vakantie is en de zon nu zo uitbundig schijnt? Het inkomen per hoofd van de bevolking in Portugal is het laagste van alle West-Europese landen, maar tegelijkertijd staat het land bij de eerste twintig landen op de quality of life index. Die hoge kwaliteit vertaalt zich ondermeer in vriendelijkheid, want de Portugezen zijn over het algemeen bijzonder aardig en behulpzaam.

We laten het museum achter ons en lopen door naar het strand, over de Avenida de Marechel Gomez Costa. Hier woont de gegoede burgerij, in witte villa’s, groene tuinen. Aan het strand eten we vis, met uitzicht over zee, tussen gewone Portugezen.

donderdag, augustus 21, 2008

Zware Port

foto: deel van de gevel van de Capela de Santa Catarina, in Porto, voorstellende een deel van het leven van Sint Franciscus.

Op zoek naar avontuur steekt Duveltje de grens over en belandt hij samen met vrouw Plof in het indrukwekkende Porto. De Portugese havenstad ligt op slechts drie uur rijden van La Coruña.

Porto is zwaar. Dat voel ik als ik de rivier de Douro oversteek, de Luis I-brug na zonsondergang over loop en omhoog kijk. Tonnen donker staal hangen boven mijn hoofd. Een gevoel vergelijkbaar met hoogtevrees.
Boven die tonnen staal straalt de volle maan, die iedereen die nacht wakker lijkt te houden. Honden huilen en janken, meeuwen krijsen en lachen als kleine, ondeugende, boze kinderen, hanen kraaien, eksters kwekken en katten miauwen volop in de eindeloze Portugese nacht.
We doorkruisen de kleine stegen, klimmen over de steile heuvelwanden. Middeleeuwse taferelen. Een man, in lompen gehuld, op een stoepje, toont de stomp van zijn afgezette been. Een ander hangt roerloos in een portiek, draait woest met zijn ogen, terwijl de rest van zijn lichaam verlamd lijkt. Misschien hard geraakt door de wieken van de mallemolen van het leven?
Dronken mannen, gearmd zwalkend over de straat. De zomer is volop in gang, in Porto heerst de liefde als in de lente. Vrijende paartjes in de straten, op de kaden, in de parken. Een rat schuifelt snuffelend over de boulevard zonder zich ook maar iets van de mensen aan te trekken.
Hippiecultuur, aan de oevers van de Douro. Vrolijke, jonge mensen, in Indiase kleren gehuld, hun huid omhangen en doorstoken met sieraden. Het doet me aan vroeger denken. Een lelijke vuilbruine straathond, zijn ribben steken door zijn armzalige borstkas, die ons vals keffend achtervolgt, twee straten lang, druipt uiteindelijk af als Plof sneller gaat lopen.
De toeristen zoeken elkaar ‘s avonds op, op de Cais de Ribeira, opeen gedrukt op de terrasjes van de restaurants, waar ze graag twee keer te veel betalen om hun eigen soort eens goed te bekijken en zich niet in de stad onder hoeven te dompelen.
Buitenlandse bezoekers lopen de bodega’s af, waar ze geïnviteerd worden op een glas port. Het eerste glas is gratis, met het tweede glas betalen ze het eerste, en het derde glas moet ze over halen een fles Tawny te kopen. De bodega’s hebben elk hun eigen boot die aan de kade van de Douro ligt. Het water van de rivier weerkaatst de maan en de grote neonverlichtingen van Sandeman.
Contrasten, licht en donker, vuil en schoon, kunst en kitsch.
Ik ben er nog niet uit. Die blauwe tegeltjes op de wanden van de kerken, dat is toch gewoon kitsch. Of wordt iets kunst als het oud is?

zondag, augustus 10, 2008

Spartelen op het droge

foto: het ongebruikte zwembad

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 18: “traagheid in de besluitvorming”.

Het flatgebouw waar ik woon ligt aan een ría, dat is een soort een zeeinham. Naast onze flat werden de afgelopen tien jaar rijen nieuwe huizen gebouwd. Toen de tweede huizenrij aan deze zeeinham in 2005 werd voltooid besloot de projectontwikkelaar en eigenaar ook maar meteen een zwembad aan te leggen. In de appartementen wonen veel gezinnen met kinderen. Hier in het noordwesten van Spanje is het niet het hele jaar door zonnig weer, maar vanaf mei tot en met september is het hier zeker warm genoeg voor een buitenbad.

De ría zelf is jammer genoeg niet geschikt om in te zwemmen. Er zijn drie verschillende gemeentes verantwoordelijk voor de zuivering van het water en die maken er allemaal een potje van. Met een beetje eensgezindheid en vaart in de besluitvorming zou het probleem allang opgelost kunnen zijn. De verderop gelegen conservenfabriek schijnt nog steeds haar afvalwater in de ría te lozen. Een zwembad zou een uitkomst kunnen zijn.

Maar sinds het in 2005 gereed kwam heeft nog steeds niemand in dit zwembad gezwommen. Er bestaat namelijk onenigheid wie er voor de kosten van het onderhoud moet betalen. De eigenaar, de geheimzinnige dokter Pombo, een rijke medicus, heeft een deel van de appartementen verkocht, een ander deel heeft hij verhuurd. Hij vind dat de kopers en huurders voor het zwemplezier moeten betalen, maar deze willen daar niets van weten.
Deze week was het bijna 30 graden in La Coruña, maar de bewoners en hun kinderen blijven hier verstoken van zomers zwemplezier in het mooie bad dat voor hun Spaanse neuzen ligt.

De Spaanse traagheid in de besluitvorming heeft Nederland in de Tachtigjarige Oorlog erg geholpen. De Spaanse koning Filips II was een twijfelaar. Als hij een eindelijk eens een besluit nam duurde het vaak ook nog eens een maand of langer voordat men in de Lage Landen op de hoogte was. Aan de andere kant hadden de edelen in dienst van de Spaanse koning ook nog hun persoonlijke belangen die ze wilden verdedigen. Daarom lieten ze vaak de koning niet of slecht informeren over de ontwikkelingen in de Nederlanden. De Nederlandse Staten maakten op hun beurt dankbaar gebruik van het machtsvacuüm om politieke besluiten te kunnen nemen. In juli 1581 leidde de Nederlandse eensgezindheid tegenover de Spaanse koning tot het Plakkaat van Verlatinghe waarin een groot deel van de Nederlanden gezamenlijk verklaarden dat zij in Filips II niet langer hun officiële heerser zagen.

Zouden de buren zich verenigen en gezamenlijk bij de gemeente aankloppen dan was het probleem waarschijnlijk al opgelost. Maar tot nu toe is nog niemand op het idee gekomen. Duveltje laat ze nog even lekker op het droge rondspartelen.

In de serie "80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft" verschenen eerder:

1. Gebrek aan eensgezindheid

2. El desayuno

3. La comida

4. La siesta

5. La merienda

6. La cena

7. Gebrek aan kennis van de eigen taal

8. Gebrek aan leuke creatieve ideeën

9. Corruptie

10. Geen beslissingen durven nemen

11. Ondeskundig liegen

12. Grootheidswaanzin

13. Luiheid

14. Domheid

15. Bedriegen

16. De Barbeknoei

17. Slecht mikken