maandag, augustus 25, 2008

Zware Port - 3

Foto: Livraria Lello e Irmão (Joe Aesmorga)

Een verplicht onderdeel van onze reis naar Porto is een bezoek aan Ikea. Er is geen namelijk geen Ikea in A Coruña. De dichtstbijzijnde Spaanse Ikea is in Oviedo op 3,5 uur rijden. Mijn vrouw is iemand die bijzonder veel plezier beleeft aan het inrichten van haar woning en zichzelf een bezoek aan Ikea niet kan ontzeggen. Duveltje is daarbij onmisbaar vanwege zijn talenten op het gebied van interieurdecoratie.

Twee jaar geleden reden we naar Ikea in Oviedo met een verlanglijst voor het verbouwde flatje van Plof. We wisten precies wat we wilden hebben. We zochten uit, rekenden af en reden met de Billy’s en de Benno’s en nog wat van die woondingen met mooie namen weer terug naar A Coruña.

Zaterdagochtend in Porto. Om kwart voor acht klinkt de wekker van het mobieltje van mijn vrouw. Ze fluistert zachtjes mijn naam. “Kom op, we gaan”, zegt ze. Een half uur later rijden we over een lege snelweg richting Matosinhos, een buitenwijk van Porto. Het regent.
“Kijk, dat komt nou goed uit”, zegt mijn vrouw, “dit is een perfecte dag voor een bezoek aan Ikea. Wat hadden we hier anders moeten doen, met dit lelijke weer?”.
Ik weet het wel, maar ik zeg het niet. Op mijn verlanglijstje stonden nog de prachtige boekwinkel Lello en het station San Bento met de beroemde tegelwanden. Musea zijn er ook volop. Ik roep heldhaftig: “Niets! Schat, dit is ideaal. We hadden het niet beter kunnen treffen”. Ik besluit het als een man te dragen, met een glimlach. Vier dagen zonder zeurend kind, vier dagen vrij, en dan een paar uur in Ikea door brengen , dat is een compromis, dat is op te brengen.“Heb je een lijst van dingen die je hebben wil?”, vraag ik. “De lijst zit in mijn hoofd”, zegt mijn vrouw.
Als dat maar goed gaat, denk ik en mijn vrees wordt later bewaarheid. De lijst blijkt nogal chaotisch te zijn.
Om 9 uur rijden we de parkeergarage van Ikea in O Porto in. We zijn de eersten.

Het ongelooflijke is gebeurd. Duveltje, vijand van grootkapitalisme, globalisme en alles wat daarmee te maken heeft, bevindt zich als eerste klant in een winkel van een van de meest succesvolle Europese multinationals. Midden in het hol van de leeuw, in zijn vakantie, op een zaterdagmorgen.
In Portugal is het een uur vroeger dan in Spanje, dat waren we even vergeten. “Geen gemor!”, roept mijn vrouw. We doen ochtendgymnastiek! Ochtendgymnastiek, op zaterdagmorgen om 09.00 uur in de parkeergarage van de Ikea in Porto. Dat moet mij overkomen. Ochtendgymnastiek houdt in: snelwandelen door de parkeergarage. Ik houd het drie rondjes vol, dan geef ik het op. Inmiddels groeit de rij wachtenden. Plof vraagt hoe laat we naar binnen mogen. Om half tien kunt u het restaurant al in, belooft een Ikea-medewerker opgewekt. Na een kopje Ikea-koffie à 40 cent lopen we de winkel in. Nauwelijks zijn we binnen of Plof blijft al gefascineerd staan bij de bakken vol kinderspeelgoed. Goed, denk ik, net grootouders geworden, dus geen gezeur. Maar ook bij de bedden blijven we lang staan, bij de keukens, bij de eettafels. De lijst in Plof’s hoofd bestond aanvankelijk uit een nieuwe tafel om aan te werken en een rekje voor de pannen in de keuken, maar hoe verder we de winkel binnenlopen hoe groter de lijst blijkt te worden.

Om 12.00 uur zijn we nog steeds niet bij de kassa aanbeland. De winkel is inmiddels zo druk dat de mensen voetje voor voetje over de Ikea-route schuifelen. Negentig procent van de klanten bestaat uit Spanjaarden, waarschijnlijk voor het grootste deel afkomstig uit Vigo. Ik bijt op mijn tanden. Daarna op mijn tong. Probeer mijn glimlach nog vast te houden, maar die is nu inmiddels al veranderd in een akelige verbeten grimas.
Plof heeft het in de gaten. “Je moet niet zo kinderachtig doen”, zegt ze. “Ik zeg toch niets”, kreun ik. “Nee, maar dat smoelwerk van jou zegt genoeg”.

Om 13.00 staan we eindelijk buiten. “Je raadt het nooit”, zegt ze, “ik krijg plotseling een fantastische inval”. “Zo?”, vraag ik hoopvol en ik denk even aan een onverwachte excursie naar een nabijgelegen kasteel of klooster, museumbezoek, of een etentje in een van die geweldige restaurants die haar vader vroeger bezocht.
“Die commode, die we zagen in de slaapkamers. Volgens mij past die perfect.” Ik word duizelig, zie even zwart voor mijn ogen. Dan besluit ik nogmaals mijn goede wil te tonen. Opnieuw de winkel in. Maar niet alleen voor de commode blijkt nu. We gaan ook nog even naar de afdeling Verlichting. Nu word ik boos. Het spijt me, maar ik houd het niet meer. Er volgt een woordenwisseling. Plof geeft gelukkig toe. We vertrekken uiteindelijk na een persoonlijk record in Ikea, 5 uur en twee keer de hele route van ingang tot aan de kassa.

Die middag krijg ik van Plof in Livraria Lello een boek cadeau. Ze had geld over, want de commode heeft ze uiteindelijk toch laten staan.

Geen opmerkingen: