vrijdag, juni 29, 2007

Eerlijk is Eerlijk, maar nog niet Heerlijk

Duveltje ging in zijn confessie-ijver nogal te keer tegen de Oxfam vanwege de slechte smaak van de koffie. Daarna begon ik me af te vragen of ik niet wat te hard van stapel was gelopen en vroeg ik bij Oxfam de inkoopprijzen op van de koffie.
Ik kreeg keurig binnen 2 dagen een antwoord terug, compleet met een lijst met inkoopprijzen en een uitleg met waar de koffie vandaan kwam. De minimum-inkoopprijs voor één ton koffie ligt even onder de 2000 euro. Zeg maar dat een pak van 250 gram dus 50 eurocenten inkoop kost. Dat gaat regelrecht naar de producent en is 50 tot 60 procent meer dan Douwe Egberts of een andere multinational ervoor betaalt.
De koffie gaat er helaas niet beter door smaken en jammer genoeg was ook deze e-mail weer ondertekend door de “Persoonlijke Dienstverlening” van de “Afdeling Communicatie en Marketing”.

Duveltje gaat nu voor de trouwe lezertjes op zoek naar Eerlijke Koffie die lekker smaakt. Tips zijn natuurlijk welkom.


Mijn muziekje van vandaag:


Miles Davis - L'Ascenseur Pour L'Echafaud - Nuit Sur Les Champs(Take 2)
1957

Met deze muziek loop ik door de nacht,
onder het geel-oranje licht van de natriumlampen,
autobanden die sissen op het natte asfalt. Alleen.
Dat niemand me dit ooit afneemt.


donderdag, juni 28, 2007

Vissengeur en Maneschijn

Met regelmaat ontvang ik van vrienden en kennissen reacties op mijn blog. “Je bent altijd negatief over Spanje”, zo krijg ik te horen, en “waarom blijf je er dan?”, en “schrijf eens iets positiefs”.
Nou zijn er al genoeg rozengeur en maneschijnblogs op deze wereld, dus ik voel er weinig voor om het roer om te gooien. Blijkbaar valt het voor Duveltje niet mee om positief te zijn. Het is makkelijker om ergens tegenaan te schoppen. En helaas heb ik geen Okke Zielknijper om bij op bezoek te gaan.

Maar goed, het is er toch van gekomen. Ik heb er dagenlang over gedaan, het was een heftige worsteling, dus geniet er alsjeblieft van:

Wat is er nou leuk aan Galicia?

Natuurlijk, de Natuur, maar daar zal ik een andere keer over uitweiden. Verder? Juist: Het Eten. Nee, geen Paella, dat hoort bij de Middellandse Zee. Vis, Galicia is vooral Vis.
Stap een willekeurig vismarkt binnen, in Vigo, Pontevedra, of de nieuwe vismarkt, op 2 minuten afstand van mijn werk, op de Plaza de Lugo in La Coruña. Degenen die denken dat Nederland een visland is worden hier gauw van dat waanidee bevrijd.
Hier op de markt lijkt de vis nog te spartelen, zilver in het licht, nat blauw en grijs en wit glinsterend tussen het gemalen ijs, schitterend, spetterend, met verse rode kieuwen en de glans nog in de ogen. In Galicië is de vooral de merluza populair, dat wordt vaak ten onrechte vertaald met kabeljauw, maar de Nederlandse naam is eigenlijk heek.
Onze kabeljauw is een schraal visje vergeleken bij deze sappige malse vis. Verder is alles te koop, en in alle maten en kleuren, zo is er lubina (zeebaars), dorada (goudbrasem), rape (zeeduivel), verder natuurlijk zalm en forellen, verse tonijn en sardines. Zelf ben ik dol op sardines, en daar heb ik geluk bij, want die zijn goedkoop, en goed voor mijn geheugen.
Schaal- en schelpdieren (marisco) is er ook in alle soorten: Mosselen is hier ordinair volksvoedsel. Als je het over marisco hebt, dan gaat het over Sint Jakobsschelpen, scheermessen, almejas, zamburiñas, (je kan ze ook zelf aan het strand uit het zand halen, hoewel dat verboden is), berberechos, kreeften, krabben, gamba’s, en nog veel meer. En dan natuurlijk de Percebes, die met de feestdagen voor hele hoge bedragen over de toonbank gaan.
Goed leven in Galicië, dat is je af en toe te goed doen aan een marisqueada, een maaltijd waarbij alleen maar marisco en vis geserveerd wordt, gecombineerd met een Albariño, of een witte Ribeiro, witte wijn waar maar weinig Frans druivensap het van kan winnen.

Is het geen goed positief stuk geworden? Ik vind van wel. Nu nog een goeie puntige afsluiter:

Heerlijk, die Dode Vis!

Mijn muziekje van vandaag:

The Killers - “When we were young” (2006)

“He doesn't look a thing like Jesus
But he talks like a gentleman
Like you imagined when you were young”

dinsdag, juni 26, 2007

Welkom bij de Apocalyps

"In wat voor wereld leven we?”, zo vroeg ik mij vanmiddag weer eens af. Ik kreeg meteen het antwoord toegeworpen. Op de keukentafel lag een mysterieus kartonnen doosje, dat mijn Opzetzoon daar had achtergelaten. Het ging om een Japanse tekenfilm, “anime” moet je dat noemen. Op de achterkant van het doosje stond te lezen:

“Welkom bij de Apocalyps

In het jaar 2015 staat de mensheid voor de grootste bedreiging die zij ooit gekend heeft: mysterieuze wezens, die "Engelen" worden genoemd , zaaien paniek en vernietiging overal waar ze opduiken. Niemand kent hun oorsprong noch hun motieven. Wereldwijd is er alarm gegeven.
Met het doel deze dodelijke dreiging te keren, hebben de Verenigde Naties aan de geheime organisatie NERV de opdracht gegeven gigantische androïden te bouwen; de Evangelions. Met vijf piloten aan het hoofd worden deze androïden het ultieme wapen, het enige dat overleving van de mensheid scheidt van de totale uitroeiing. Het is de laatste strijd tussen het menselijk ras en de Engelen.”

Hoe kan je als Bijzetvader je eigen Opzetzoon nou fatsoenlijk opvoeden in zo´n wereld?

Mijn muziekje van vandaag, dinsdag 26 juni 2007:
The Sparks - “This town ain´t big enough for the both of us” (1974)

“Daily, except for Sunday
You dawdle in to the cafe where you meet her (she meets you) each day
Heartbeat, increasing heartbeat
As 20 cannibals have hold of you, they need their protein just like you do
This town ain't big enough for the () both of us
And it ain't me who's gonna leave”


maandag, juni 25, 2007

Slachtoffers van Graffitikunst


Andra en Mari hadden een goedlopende kapperszaak in A Coruña, (“Andra Mari” geheten) totdat een bevriende grafittikunstenaar hen aanbood een promotioneel schilderwerkje aan te brengen op de rolluiken.


Mijn muziekje van vandaag, maandag 25 juni 2007:
Blocparty - “Little Thoughts”
“(..)I'll go back if you ask
I'll go back if you ask me,
I'll Go back, b, b, b, Backwards (..)”



donderdag, juni 21, 2007

Sportdagweer



La Coruña, 17 graden en regen. Vandaag begint de zomer, maar niet in Galicië. Het blijft maar regenen en regenen en regenen. 1800 mm valt er gemiddeld per jaar in Santiago de Compostela. Nu schijnt af en toe de zon, en het waait stevig met een wind die voortdurend lijkt te draaien. Het is Sportdagweer.

Kan je je het nog herinneren, die mythische sportdag van vroeger, tegen het einde van het schooljaar? Ik hoopte altijd dat hij niet doorging. Terwijl andere leerlingen vol verlangen uitkeken naar die ene dag in het jaar dat je de hele dag in je plakkerige viscose trainingspak over de sportvelden kon rennen, bestudeerde ik de weerberichten, een week van te voren, hopend op een stevige depressie. Helaas: op de sportdag was het altijd twijfelweer. Zon én regen, fris en benauwd, en steevast waaide het hard.

Omdat je niet wist of het evenement nou wel of niet plaats ging vinden moest je toch naar het sportveld fietsen, altijd tegen de wind in, op een uur afstand, aan de rand van de stad, daar waar het laatste beton ophield.
Je moeder drukte je het pakketje boterhammen in de hand, blij dat je toch weer een dag het huis uit was. “Zet hem op, jongen”, zei ze.
Bij het sportveld aangekomen stond een groepje verwaaide leerlingen, buiten bij het hek. Dat was de groep die nog steeds hoopte dat de sportdag afgelast zou worden. De sportieve bende, degenen die dol waren op gymnastiek hadden zich al omgekleed en sprongen enthousiast op de velden in de rondte. “Natuurlijk gáát het door!”, riep de gymleraar, en we werden naar binnengeloodst. De laatste hoop op rechtsomkeert en een heerlijke dag thuis op de bank was vervlogen.

De hemel boven het sportcomplex kleurde donkergrijs en paars en kleumend van de kou stonden we op onze beurt te wachten voor het hoogspringen, verspringen, speerwerpen. Uiteindelijk barstte de bui los, het hoosde en waaide en de troep zocht sjacherijnig een onderkomen in het beton van het sportcomplex.
De fanatiekelingen waren bezig met potloden en formulieren, en berekenden de kansen in een ingewikkeld puntensysteem waarmee uiteindelijk het winnende team en de sportheld van de dag zou worden verkozen, terwijl de rest, in een hoek waar wat minder wind waaide, stiekum een sjekkie rookte.
Opnieuw was er hoop op afgelasting, maar helaas, het klaarde op en er verscheen zelfs een zonnetje. Ik gaf me over en probeerde zo ver en zo hoog mogelijk te springen, waarbij ik nooit als eerste eindigde en ook nooit als laatste, hetgeen ik als een voorteken voor een bestaan in de grijze middenmoot zag.

Nadat eindelijk alle prijzen waren uitgereikt, en iedereen hartelijk was bedankt mocht je eindelijk naar huis. Wéér terugfietsen, wéér tegen de wind in, alles vervloekend, hopend dat die vermalijde sportdag het volgend jaar écht in het water zou vallen.
In mijn grenzeloze middelmatigheid heb ik het toch nog tot kantoorklerk geschopt. Hadden ze maar schrijfwedstrijden georganiseerd, dan was ik zeker een goede journalist geworden.


woensdag, juni 20, 2007

Armoedesporten

Hier in Spanje is de voetbalhysterie weer op een hoogtepunt met het einde van het seizoen en de overwinning van Real Madrid. Voetbal is een armoedesport. Iemand kwam ooit op het idee een paar stukken leer aan elkaar te naaien, er lucht in te blazen en twee doelen op een veldje neer te zetten. Je hebt voor voetbal geen duur en verfijnd instrumentarium nodig, zoals voor golf.

Armoedesporten zorgen meestal voor overlast. De viering van het kampioenschap van Real Madrid ging uiteraard gepaard met rellen, vernielingen en gewonden.

KLING!!!! zo klinkt het door het park. Een akelig schel en doordringend geluid dat veroorzaakt wordt door de beoefenaars van de lokale armoedesport. In het Santa Margarita-park, waar ik iedere dag door heen loop, is een Klingbaantje aangelegd. Het wordt hoofdzakelijk bevolkt door gepensioneerde Coruñezen. Gedreven door die grenzeloze nieuwsgierigheid die mij eigen is vroeg ik een toeschouwer naar de naam en de oorsprong van de sport. De man vertelde mij dat dit een typisch Galicische sport was, die al eeuwenlang hier beoefend werd.
Aangezien alle Spanjaarden geboren leugenaars zijn besloot ik even verder te speuren en inderdaad; de sport komt helemaal niet uit Galicië maar uit Asturië en wordt bovendien in heel Spanje beoefend.

Het heet "La Llave", in het Nederlands "De Sleutel" en er wordt naar gegooid met "espejos" ("spiegels"). De mannetjes werpen één voor één met een paar ronde, ijzeren schijven naar een ijzeren kegel, de Llave, die op 14 meter afstand staat. Als de werper het ijzer treft geeft dat een "KLING!!!!", die zeker tot op 1 kilometer afstand te horen is.
Je zal maar aan het park wonen, dan ben je zuur! Waarschijnlijk zorgen de buurtbewoners dat ze niet thuis zijn als er geklingd wordt, want het lawaai gaat door merg en been. En ik vermoed dat de medewerkers van het Arbeidsbureau, dat direct achter de klingbaan ligt, de fanatieke werpers het liefst gelijk over de kling zouden jagen. De mannetjes zelf schijnen geen last te hebben van het lawaai. Integendeel. Bij elke KLING!!! elke keer dat ze de Llave omgooien lijken ze op te leven, kijken zelfverzekerd in het rond, oogsten de bewonderende blikken van hun medespelers, en houden zichzelf voor dat hún uur voorlopig nog niet geslagen heeft.

Voor degenen die toch graag een armoedesport willen beoefenen suggereert Duveltje het geweldloze en lawaaiarme jeu-de-boules.

foto: het Klingbaantje in het Santa Margarita park in A Coruña

dinsdag, juni 19, 2007

Leve het protectionisme!


Gisterenavond, bij het bekijken van het nieuws op televisie, viel mijn mond wijd open van verbazing. Gisteren staakten in Spanje de bioscopen tegen de nieuwe bioscoopwet. Volgens die wet moet voor iedere 3 films die niet uit Spanje afkomstig zijn een Spaanse of Europese film worden vertoond.
Het is toch ongelofelijk! Europa is tegenwoordig een paradijs voor liberalen en anti-protectionisten, en dan plotseling deze maatregel.
De minister van Cultuur, Carmen Calvo, verscheen voor de televisiecamera en vertelde dat er niets nieuws onder de zon is, en dat de “cuotas de pantalla” (schermquota´s) al vanaf de jaren ´40 in Spanje bestaan, en dat alle Europese landen soortgelijke wetten hebben. Ik denk dat Franco natuurlijk wel wat andere motieven had om de bioscoopschermen Spaans te houden, maar dat vergeten we maar even.

Terwijl de bioscopen hun deuren dicht hielden kwamen de acteurs gisteren bijeen om te demonstreren tegen dezelfde wet. Natuurlijk zijn ze blij met de schermquota, maar er staat nergens dat er ook Spaanse acteurs in die films moeten spelen. Een Spaanse productie mag volgens de wet ook met alleen maar buitenlandse acteurs worden gemaakt.
Spanje is bij uitstek geschikt voor het opnemen van films vanwege de diversiteit in landschappen. Misschien moeten de Nederlandse filmproducenten er maar een voorbeeld aan nemen. Qua landschappen hebben we niet zó veel te bieden, dus dan maar gespecialiseerd in het water- en weidelandschap.

De film “Fanfare” van Bert Haanstra moest ik zien op de lagere school, het was een verplichte komedie. Mijn ouders vonden het een meesterwerk, en toen de film op televisie kwam werden we in de huiskamer op onze stoelen vastgebonden; we moésten het zien. Op de middelbare school werd de film nogmaals vertoond.
Ik was een stadskind en ik zag geen meesterwerk, maar een stel lelijke boeren die met hoempa-orkesten door slootjes voeren.
Bert Haanstra werd natuurlijk door de CIA betaald. Het doel was om kinderen een zo groot mogelijke hekel aan de Nederlandse film te laten krijgen, zodat ze later alleen nog maar naar Hollywoodfilms wilden kijken.

Het is de Yankees niet gelukt: ik heb een grote voorkeur voor de Europese film, in het algemeen met veel meer sociaal engagement dan de Amerikaanse filmindustrie, met al haar pulpkomedies, oorlogsfilms, sciencefictionnonsens en goedkope bourgeois-romantiek. Liever 1 Almodovar dan 10 Woody Allens, liever 1 Isabel Coixet dan 10 Steven Spielbergs, liever 1 Derek de Lint dan 10 Brad Pits, en Leve het protectionisme, ¡VIVA!

woensdag, juni 13, 2007

Oxfam, de koffie is niet te zuipen!


Enthousiast kochten we een paar weken geleden in de lokale supermarkt een paar pakken Oxfam koffie. Eindelijk een makkelijke manier om iets aan de ongelijkheid in de wereld te doen, en mij weer even van mijn schuldgevoel over al die ongelijkheid af te helpen.
Helaas was de koffie van een afschuwelijk slechte kwaliteit. Ik vind het geen enkel probleem om twee keer zoveel voor een pak koffie te betalen als ik weet dat die meneer van die foto op het pak er van kan leven, en er zijn kinderen van naar school kan sturen, maar dan verwacht ik wel tenminste dezelfde kwaliteit koffie als die van het huismerk van mijn supermarkt.

Dat besloot ik Oxfam maar even te laten weten en ik verstuurde een elektronisch postbericht.

Helaas is kwaliteit dezer dagen, vooral in de serviceverlening, een wassen neus. Klantenservice wordt tegenwoordig verzorgd door Professionele Afpoeieraars. Het idee erachter is dat de klant tevreden is zolang er maar aandacht aan hem besteed wordt en hij de indruk krijgt dat er naar hem geluisterd wordt.
Om kosten te besparen moet deze aandacht worden geautomatiseerd. Alle antwoorden van de afdeling Klantenservice zijn standaardberichten verstuurd door afdelingen, door computers of door mensen die plotseling alleen nog maar een voornaam of een nummer hebben. Ze worden beoordeeld op het aantal succesvolle afpoeieringen per dag en zijn in het geheel niet begaan met het lot van de klant. Vaak werken ze voor callcenters en hebben dus helemaal geen band met het product of de dienst waarvoor ze service verlenen.

Het antwoord van Oxfam was navenant:

“Beste Duveltje,

(Let op de persoonlijk noot; die van het noemen van mijn naam, die mij al de indruk moet geven dat men mij persoonlijk benadert). Bedankt voor de interesse in het werk van Intermón Oxfam, en voor de “eerlijke handel”. (Ik heb helemaal geen interesse in het werk van Oxfam getoond, hoogstens in het goede doel, en hier wordt meteen de kans benut om reclame voor Oxfam te maken).

“Het spijt ons dat je onze koffie “Equita” niet lekker vond”. (kunstig verdraaien van mijn woorden: ik schreef dat de koffie niet te zuipen was, en dat ik tenminste dezelfde kwaliteit verwachtte als die van mijn normale merk koffie die twee keer zo goedkoop is).

“We willen je erop wijzen dat onze koffie een beetje duurder is omdat onze productiekosten hoger zijn de winst van de producenten hoger is”. “ Twee keer zo duur wordt door Oxfam omgezet in “een beetje duurder” en bovendien wordt het verband met de kwaliteit weggepoetst.

“We danken je voor je commentaar dat ons helpt om ons werk te verbeteren en gebruiken je commentaar voor mogelijke acties in de toekomst”.

Ondertekend met

“Persoonlijke Dienstverlening”
Afdeling Communicatie en Marketing

Vergeet ik al dat geslijm en honingzoete gedraai en lees ik tussen de regels door dan staat hier dus eigenlijk:

Achterlijke Holbewoner ( het zal ons worst wezen hoe je heet),

Het is toch wel erg naïef om te denken dat je op goed geluk een supermarkt instapt, een pak koffie koopt van een merk dat je niet kent, en dan te denken dat die dan ook nog goed smaakt. Nogal dom om er van uit te gaan dat je voor minder dan 2 euro aan ontwikkelingshulp kan doen en dan ook nog lekkere koffie kan drinken. Die vlieger gaat natuurlijk niet op.
Van die twee euro moeten onze afdeling Communicatie en Marketing worden betaald, het reclamebureau, de website, en die boer van de foto moet ook nog een paar centen vangen, en dan blijft er natuurlijk weinig over voor de koffie zelf. Maar probeer dit eens: sluit je ogen, werk ons surrogaatnat in één slok naar binnen toe, zonder te proeven, terwijl je denkt aan al die arme boeren die je helpt. Rest ons nog te zeggen dat we niet van plan zijn om de kwaliteit van de koffie te verbeteren, en je kan verder het heen en weer krijgen”.

De Automatische Antwoord- en Afpoeiercomputer.

dinsdag, juni 12, 2007

Reisadvies Spanje


In mijn rumoerige leven werd ik slechts zelden door het lot bedeeld met het winnen van een prijs in een loterij, prijsvraag, wedstrijd of anderszins. Op 12-jarige leeftijd won ik 6 borrelglaasjes in een tekenwedstrijd voor een merk Oude Jenever. Waarschijnlijk was dat illegaal, vanwege mijn minderjarigheid, maar ik heb er destijds geen vraagtekens bijgezet. Een enkele keer won ik een “eigen-geldje”, maar nooit won ik meer dan 20 euro in een loterij.
Op 19 maart jl. Verklaarde Juan Antonio Roca tegenover de onderzoeksrechter dat hij gedurende zijn leven maar liefst 80 keer een grote prijs in de loterij had gewonnen. Juan Antonio Roca is het vermoedelijke brein achter de corruptieaffaire Malaya in Marbella. Hier rekende een vermetele journalist uit dat de kans op het winnen van 80 grote premies gelijk was aan één op de 43 Quadriljoen (10 tot de 24e macht), hetgeen mij als Nooit-Niet-Winnaar, eigenlijk nog wat aan de ruime kant lijkt. Een nieuwe speelster in het drama is Karin Marika Mattsson, die voor Roca op zoek ging naar de loterijbiljetten waarop premies waren gevallen. Helaas heb ik nog geen foto van Karin kunnen vinden, maar ik vermoed dat het om een Zweedse blonde kroegenloopster gaat. Karin verklaarde dat ze echt niet wist wat er nou met die loterijbiljetten gebeurde. Het is wel duidelijk dat de verdachten een talent hebben voor het verzinnen van geloofwaardige verklaringen.
Reisadvies van Duveltje: Nederlanders die op vakantie gaan naar Marbella worden verzocht hun winnende Staatsloterij-biljetten thuis te laten.

foto: geluksvogel Roca

maandag, juni 11, 2007

Musica es Tres

Een radioprogramma met alleen maar goede muziek? Ja, dat bestaat: in Spanje. Het heet “Musica es Tres” en heeft sinds afgelopen week ook een eigen webpagina:
http://www.rtve.es/programas/musicaes3

Het wordt gepresenteerd en geproduceerd door twee vrouwen: Virginia Díaz en Ana Schulz. Veel independent muziek, en van alles en nog wat, rock, pop, soul, funk, underground, hiphop en ga zo maar door. Geen geblaat en geschreeuw van discjockeys die zo graag leuk willen worden gevonden, geen flauwe grappen, en géén reclame (tja, het kan écht wel zonder). Wél goede muziek, een concertagenda (voor Spanje uiteraard), en beknopt maar heel to-the-point nieuws over boeken, over milieu, over tentoonstellingen. Voor wie op de hoogte wil blijven van moderne Spaanse literatuur is het programma werkelijk een uitkomst met de commentaren van Felix Romeo onder de titel “El placer de la lectura”.
Op de webpagina zijn nu de oude uitzendingen te beluisteren via streaming, en je kan ze ook downloaden.

Voorheen had “Musica es Tres” geen homepage maar een blog. De oude playlists (van vóór donderdag 7 juni 2007) zijn daar voorlopig nog terug te vinden. Voor degenen die geinteresseerd zijn: http://musicaestres.blogspot.com/

Ook nog: het blog verwijst naar andere blogs waaruit in het programma regelmatig geciteerd wordt en die zeker de moeite waard zijn:
http://lamiradaoblicua.bitako.com/
http://www.elhabitatdelunicornio.net/

vrijdag, juni 08, 2007

Leve de man die de naaldhak uitvond

Ze is de snelle, sexy ster die door de cosmo van de stad schiet, in haar 4-wheeldrive, Smart, mini, of Suzuki. Het lulijzer, mobieltje, altijd bij of in de hand. De helft van haar tijd brengt ze bellend door, iedereen op de hoogte houdend van waar ze geweest is, waar ze is, waar ze heen gaat, en vooral van wie ze is. Ze is de razendsnelle, efficiënte organisator, de familiemanager, modern, modieus en overal van op de hoogte.
Haar ijskast staat vol met slankmakende producten en kant-en-klaarmaaltijden; koken is leuk maar alleen als je er tijd voor hebt.
Ze is carrièrevrouw, met hobby’s, en met kinderen, en een leuke man. Ze is een complete vrouw, die weet wat ze wil, maar toch onzeker en kwetsbaar voor degenen die tot het diepst van haar ziel weten door te dringen, en dat zijn er maar weinigen. Ze is seksueel veeleisend, houdt van reizen, en van nieuwe ervaringen, en dat mogen ook mystieke zijn.

Voor de man van tegenwoordig is het uitzicht somber: als hij meegaat met zijn tijd, mannenmake-up gebruikt, zich een voetbalkapsel aanmeet, in een convertable rijdt en veel tijd doorbrengt in de gym, is hij een metrosexueel. Als hij geen gel in zijn haar doet en het liefst een beetje tuiniert of klust in huis dan is hij een boer. Daar tussen ligt een kaal en triest landschap van modale mannen: Bijzetvaders, Neo-hippies, Freakies en IT-klerken.
Er valt weinig eer meer te behalen voor de man. Hij blijft achter bij de vrouw in ambitie. Terwijl de vrouw superieure kwaliteiten op het gebied van organisatie en communicatie heeft, die in onze nieuwe economie met een uitgebreide dienstverlenende sector uitstekend van pas komen, is de man op een neanderthalerniveau blijven steken.
Zijn biologische functie wordt bedreigd door kunstmatige inseminatie en zijn fysieke superieuriteit is niet meer van belang.

Mijn vriendin Fanny was tien jaar geleden het prototype van de Cosmo-vrouw. 34, een twee bloedjes van kinderen van 4 en 6, een succesvolle carriere in de advertentie-biz, en een fantastisch uiterlijk dat nog fantastischer werd na een borstvergroting tot C-cup.
Geen Mini, maar een BMW-motor onder haar prachtige billen.
Tien jaar later gaat het wat minder met Fanny. Man Joop verdween op haar 35e uit haar leven. Hij was niet creatief en volleybalde veel te veel.
In plaats van Joop kwamen er vluchtige affaires met mannen opgepikt op het werk en in de kroeg. De bloedjes van kinderen zijn inmiddels vol in de pubertijd en kunnen het niet meer vinden met moeder. Haar baan zorgde voor veel stress en tegenwoordig werkt ze halve dagen.
Ze heeft nu een relatie met Richard, een kalende metrosexueel, tien jaar jonger, die altijd witte overhemdjes draagt met de bovenste drie knoopjes open waardoor veel zwart borsthaar en een gouden ketting met penning tussen schittert . “Het is geen Brad Pit, maar hij doet de was en kookt goed”. “Het kostte me nog moeite om hem te versieren”, bekende ze me laatst, “want ik ben ook niet meer zo strak”, en terwijl ze dat zei sloeg ze met beide handen op haar heupen.
“Een hele verkleedpartij kwam erbij kijken", zuchtte ze, toen met een glimlach: "Leve de man die de naaldhak uitvond"!