woensdag, januari 30, 2008

Anne Feddema maakt juweeltjes

Kunstenaars kan je vaak beter niet aan het woord te laten. Dat leidt tot een grote teleurstelling. Als ze praten dan beginnen ze over zichzelf in plaats van over hun werk. Ze hebben ze hun talent te danken aan een klap van de mallemolen, een jeugdtrauma, een ongeluk, te veel armoede of rijkdom. En wat ze zelf daar over zeggen is weinig interessant, want van jezelf is het moeilijk afstand nemen.
De kunstenaar heeft zijn creativiteit te danken aan een speling van het lot. Ze zijn speelbal van goden, maar daardoor worden ze zelf geen god, hooguit orakel.

Toch ben ik benieuwd naar wat Anne Feddema te zeggen heeft, want behalve een begaafd schilder is hij ook dichter. Misschien is hij zo gek als een deur, net als Van Gogh, waarmee hij zichzelf in één van zijn werkjes neerzet.

Anne Feddema's schilderijen zijn juweeltjes. Ze zijn zó mooi dat eigenlijk iedereen maar één schilderij per jaar van Anne Feddema zou mogen zien. Neemt u van mij aan: lange rijen zouden zich vormen voor de nationale expositieruimtes. Zijn schilderijen zijn suikergoed, een veelheid van kleuren en details. Met gevoel voor humor en pracht.
Anne Feddema schildert de componist Liszt op een fiets, Mozart op zijn sterfbed, Poesjkin in duel, en Kuifje. Gaat dat allen zien in Museum Bèlvédere in Oranjewoud! Dat museum is zowiezo wel een bezoekje waard. Ik ga nu een dichtbundeltje van Anne kopen, daarover later bericht.
afbeelding: het Poesjkin duel (2004)

zondag, januari 27, 2008

La Cena

Toegegeven, eten is belangrijk. Eten is een primaire levensbehoefte. Maar een krachtig volk, zoals het Nederlandse, onderscheidt zich toch door het vermogen om af te kunnen zien van deze primaire levensbehoefte, door haar opofferingsgezindheid, door eensgezind néé te zeggen tegen de avondmaaltijd, op het moment dat dat ècht nodig is, voor het vaderland. Dat kunnen wij, Nederlanders. En de Spanjaarden niet. En dat is de zesde reden dat wij de Tachtigjarige Oorlog hebben gewonnen.

Carnaval 1590. De stad Breda was sinds 1581 bezet door de Spanjaarden, maar moest nu heroverd worden. De Nederlanders verzonnen een list, gebaseerd op de legende van het Paard van Troje.

Op 25 februari 1590 zouden soldaten in dienst van Oranje zich op een turfschip verstoppen, en ’s nachts Breda binnen varen met het doel de stad te ontzetten. Acht-en-zestig Oranje-soldaten trokken heldhaftig onder leiding van commandant Charles de Héraugière naar het Zwartenbergse Veer, maar wachtten daar tevergeefs op het schip. De schipper, Adriaen van Bergen uit Leur, die zelf de list had bedacht, had zich verslapen. De volgende dag kwam hij wèl opdagen, maar toen was de moed hem in de schoenen gezonken. Twee van zijn neven moesten tenslotte het schip naar Breda varen, waar het uiteindelijk pas op 3 maart aankwam. In de slotgracht van het Kasteel van Breda stootte het schip lek, en met veel pompen wist men het uiteindelijk drijvende te houden.

De soldaten aan boord hadden het koud. Het was een zeer strenge winter. De manschappen moesten zich warm houden met dierenvellen en wollen kleden. Vuur maken konden ze niet, want dan zouden ze zichzelf verraden. De Spanjaarden waren met vier keer zoveel soldaten, maar, u raadt het al, ze waren druk bezig met La Cena, (het avondeten), op deze Carnavalsavond ongetwijfeld vergezeld van een wijntje en een trijntje. De Soldaten van Oranje klommen uit het turfschip en hadden binnen de kortste keren het Kasteel van Breda heroverd. Op dat moment rukte ook de prins met zijn troepen naar Breda om de stad te veroveren. Maar de aanval werd afgekocht. Zo gaven de Spanjaarden zich over, maar konden ze toch nog even lekker dooreten en carnaval vieren.

Als het overgrote deel van de West-Europese bevolking de avondmaaltijd al lang en breed achter de kiezen heeft beginnen de Spanjaarden pas met koken. Door de week eet de Spanjaard zijn avondmaal zo ongeveer tussen 21.00 en 22.30 uur. In het weekend is dat meestal later, vanaf 22.00 uur, maar dat kan uitlopen tot wel 01.00 uur ’s nachts, een enkele keer nog later.

Als we in Nederland een maaltijd missen, dan zuchten we “ach, dan nemen we wel een boterham”, In Spanje is dit vrijwel ondenkbaar. Eten vormt een dusdanig belangrijk onderdeel uit van de Spaanse cultuur, dat niet-eten als een crime wordt beschouwd, een aanslag op het eigen welzijn, op de cultuur, en dus op het Spanjaard-Zijn. Het avondeten is meestal wel wat minder zwaar dan de middagmaaltijd. Ook de Spanjaard neemt tegenwoordig wat lichter en gezonder voedsel tot zich. Het avondmaal is meestal warm eten, dat wel, maar op doordeweekse avonden wordt meestal licht gegeten, bijvoorbeeld een omelet en wat sla, of spaghetti.

In het weekend, en op feestdagen, vooral bij gelegenheden waar vrienden en familie elkaar ontmoet wordt ’s avonds nog wel eens stevig gegeten, compleet met voor-, hoofd- en nagerecht, natuurlijk met een van een wijntje en een stevige borrel achteraf.

De Spaanse keuken is eenvoudig, recht-toe recht-aan, weinig geraffineerd. De Spanjaard houdt niet van sauzen of dingen waar veel ingrediënten aan te pas komen. Hij eet liever een visje of een stuk vlees gebakken in olijfolie, met aardappels, friet of rijst, dan dat hij zich aan exotische gerechten met een veelheid aan onbekende ingrediënten waagt. Na de maaltijd wordt er nog wel veel gepraat, en soms gedanst, of gevreeën. Maar gevochten wordt er niet meer.

woensdag, januari 23, 2008

La Merienda

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 5: “La merienda”.

Dit schilderij van het Beleg van Alkmaar geeft duidelijk te zien: op de voorgrond het Spaanse tentje met de broodjes voor la merienda en op de achtergrond het leger en de stad.

Er bestaan drie hele angstige momenten in het leven van een Spanjaard. Het eerste moment is dat waarop zijn ouders hem vertellen dat de Reyes niet bestaan. De Reyes dat zijn de Drie Wijze Koningen uit het Oosten die de Spaanse kinderen op 6 januari hun cadeautjes brengen. Het Sinterklaasfeest kennen de Spaanse kinderen niet (logisch, want Sinterklaas deelt zijn cadeautjes liever aan aardige Nederlandse kinderen uit).
Het tweede moment is wanneer zijn moeder hem zegt dat hij nu echt te oud is voor la merienda, meestal zo rond het 14e levensjaar.
En het derde moment is dat waarop zijn ouders hem zeggen dat hij nu eindelijk maar eens op moet hoepelen om een eigen woninkje te gaan zoeken (zonder gekheid; tegenwoordig verlaat de gemiddelde Spanjaard pas op 34-jarige leeftijd het ouderlijk huis).

Om 6 uur ’s middags – nee, niet ’s avonds, want in Spanje is het pas om negen uur avond – is het plotseling tijd voor een hapje: la merienda. Moeders roepen hun kinderen naar binnen: “Hay que merendar” , ”Er moet gemerendeerd worden”. Er is eigenlijk geen Nederlandse vertaling voor de merienda. De Engelsen hebben iets vergelijkbaars met hun “High Tea”.
La merienda bestaat vaak uit een glas melk en een boccadillo, of een panecillo. Een bocadillo is een stuk Spaans stokbrood, met daartussen meestal de bekende Jamon (zie Jamon en Hysterie) , chorizo of kaas. Een panecillo is een klein, hard puntbroodje. De Merienda kan ook bestaan uit een of andere pastei (bollería), zoals een donut, of een wafel. Volgens de statistieken eten de kinderen in Spanje tijdens de merienda:

  • bocadillo (65%),
  • bollería (20%),
  • pan con chocolate (20%), (brood met chocola)
  • yogur y fruta (20%), (yogurt en fruit)

75% van de Spaanse kinderen eet la merienda. Aangezien sommige gewoonten moeilijk af te leren zijn willen de volwassenen zich ook nog wel eens schuldig maken aan een merienda. Vooral als het middageten er een beetje bij ingeschoten is.

Nu stelt u zich voor: De Spanjaarden arriveren bij Alkmaar. Hongerig, moe, en duizenden kilometers ver van huis. Wat is dat voor stad?, vragen ze aan hun commandant, Don Fadrique de Toledo.
De Kaasstad, natuurlijk! roept hun commandant. Hier komt de kaas voor de broodjes van de kinderen vandaan. Dan herinneren de Spaanse soldaten zich plotseling hun kindertijd, hoe ze stierenvechtertje aan het spelen waren op het plein, en hoe hun lieve moeder hen om 6 uur naar binnen riep voor la merienda. Daarop vervallen de soldaten in heimwee en er ontstaat zo’n melancholische stemming dat ze niet meer fatsoenlijk kunnen vechten.

Bij Alkmaar begon de victorie. Tot drie maal werden de Spaanse bestormers afgeslagen. honderd-een-en-twintig welvoltallige compagnieën, zestienduizend soldaten waren niet in staat de dappere Alkmaarders te verslaan.

Een citaat uit “Alkmaars beleg” van Anna Louisa Geertruida Bosboom-Toussaint:
"Het was of deze rustige burgers, deze visschers uit de zeedorpen, deze huislieden, voormaals door ieder krijgsgeschrei opgeschrikt, nu met elke vrees en schroom hadden afgedaan, of zij in gevleeschte duivels herschapen waren, die maar één vast denkbeeld hadden: weerstand bieden; zij stormden tegen de bestormers in, in de bres stelde ieder het eigen lijf ten bolwerk, zij verweerden zich met alle wapenen die onder hun bereik waren. Die geen vuurroer had trok zijn mes, die geen spies had greep de zeis of den dorschvlegel; wien de arm was afgeknot, sloeg de tanden in het lichaam van zijn tegenstander: niemand week van de wallen in die volle vier uren strijds, tenzij hij dood of gekwetst van daar werd gedragen.
"

Duveltjes waren het die Alkmaarders.

zondag, januari 20, 2008

Symmetrie slaat toe!

Foto: Sinds vanmiddag heb ik een ècht Nederlandse vensterbank.

Tijdens mijn zondagse wandelingetje valt het me op dat in Nederland het symmetrisch denken heeft toegeslagen. Terwijl door het dorp loop kijk ik naar de ramen van de huizen. Voor bijna alle ramen staan, gebroederlijk naast elkaar, twee vazen, of twee kandelaars, twee bloempotten.
Ik vind het verontrustend, grijp naar mijn mobiel en bel een bevriende dame. “Wat heeft dat te betekenen?”, vraag ik. “Beinvloedt kunstmatige inseminatie nu ook al het Nederlandse interieurontwerp? “.
”Nee”, antwoordt ze, “Jan des Bouvrie heeft dat bedacht”. Ze legt uit dat die symmetrie harmonie brengt en rustgevend elementen oplevert. Ik bedank haar en wandel verder.
Ooit heb ik geleerd dat de geometrische figuren in het aardewerk bij de Oude Grieken duidde op een cultuurverarming. Zou deze symmetrie ook duiden op een terugslag? Vast wel.

Hoera! Duveltje heeft het gebracht tot nummer 150 in de Blog50 van categorie van persoonlijke weblogs. Blog 50 is de index van de meest populaire Nederlandstalige blogs in Nederland en België. En in de totaalrangschikking sta ik op 741.

Ik ben euforisch en spring een gat in de lucht. Wat een succes met mijn schrijfsels! Maar dan begin ik er eens over na te denken. Betekent dit dan mijn virtuele identiteit mijn echte identiteit aan het overstijgen is? Mijn virtuele identiteit wordt belangrijker dan mijn “echte” aanwezigheid in deze wereld. Want in het dagelijks leven kent niemand mij. Terwijl mijn virtuele identiteit hoe langer hoe duidelijker aanwezig lijkt begint mijn echte lichaam te verdwijnen. Het lijkt wel een verhaal van Marten Toonder. Wie ben ik dan? Of ben ik twee? En waar houdt dit op?

Jarenlang heb ik minachtend gedaan over al diegenen die zich zonodig moesten verschuilen achter een virtuele identiteit. Kijk naar al die kinderen, waaronder mijn Opzetzoon, met MSN Messenger. Geen één heet er meer Alfredo, Pedro, Herman of Jaap. Ze hebben allemaal bijnamen. Niemand is zichzelf.
Waarom heb ik dan een alias, nick, pseudoniem zo u wilt, gekozen? Ach, u moest eens weten! Misschien dat ik er ooit eens over uit zal wijden, maar neemt u maar aan dat er een serieuze reden voor was. In Spanje zijn de mensen wat minder begripvol dan in Nederland. Bovendien, ná Hirsi Ali denk ik niet veel kans te maken op een adequate beveiliging van overheidszijde.

Ik word heen en weer geslingerd tussen twee landen. Spanjaard ben ik zeker niet, maar Nederlander ook niet meer. “Mijn vaderland is waar ik inlog”, zo schreef Jacob van Kokswijk een paar jaar terug. Voor mij wordt het nu “Mijn vaderland is waarop ik inlog”, met andere woorden, het Internet is mijn vaderland.

Die symmetrie, misschien heeft het wat te maken met het ontkennen van die schizofrenie? Je bent net als een van die witte vazen die daar achter de ramen staan en ter bevestiging zet je het spiegelbeeld er tegenover neer. Nee, nee, zo simpel kan het niet zijn: die symmetrie is gewoon weer zo’n typisch Nederlandse hype. En als ik me Nederlander wil voelen, dan kan dat. Dan moet ik gewoon meedoen. Identiteit is gewoon te koop bij Jan des Bouvrie. Ik moet even snel twee van iets aanschaffen en die in voor het raam zetten. Helaas,.. het is zondag en de winkels zijn hier dicht.

Dan maar gauw iets geïmproviseerd en in de vensterbank neergezet. Het helpt, ik voel me weer een stuk beter. Zo kan ik gewoon weer door met mijn blog!

donderdag, januari 17, 2008

La Siesta


In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 4: La Siesta.

Foto: Net als in Nederland worden tegenwoordig ook in Spanje 65-plussers weer actief ingezet in het arbeidsproces.

Het Spaanse volk is een van de weinige volkeren die het nietsdoen tot cultuurgoed heeft verheven. Natuurlijk, in het zonnige zuiden van Spanje loopt de temperatuur in de middag hoog op en met 35 graden en is het heel onprettig om een akkertje om te moeten ploegen. Dáár vormt die siësta een terechte onderbreking van het werk. Maar in het midden en noorden van Spanje is er nauwelijks een excuus voor een werkonderbreking van soms wel twee of drie uur. Ook in Spanje is de airconditioning geïntroduceerd en zou men Europese arbeidstijden kunnen hanteren.

Niet elke Spanjaard “slaapt” de siesta. Er zijn er ook die alleen maar eten en daarna even iets anders gaan doen. Wát precies,dat blijkt vaak een raadsel. Vraag een Spanjaard wat hij tijdens de siësta heeft gedaan en je krijgt meestal een onduidelijk antwoord. Een groot deel van het mystieke leven van de Spanjaard speelt zich af tijdens de siesta.
Als de mogelijkheid bestaat om een bed op te zoeken, dan zal de gemiddelde Spanjaard een kort dutje doen. Zo niet dan brengt hij de tijd door in een restaurant of cafetaria in de nabijheid van zijn werkplaats of kantoor. De overspelige Spanjaard maakt natuurlijk driftig gebruik van de siësta. Eén op de tien getrouwde vrouwen heeft volgens de statistieken een buitenechtelijke relatie, terwijl dit bij de mannen tot één op de twee zou oplopen.

De siesta beïnvloedt de door Het Ontbijt en La Comida toch al zo inefficiënte arbeidsleven op zeer nadelige wijze. Denk alleen al aan het, in Nederland ook niet onbekende, fenomeen van de TeLaatKomers en de WegGlippers. In plaats van één keer te laat komen, wordt het nu twee keer te laat komen, en degenen die bij ons slechts de kans krijgen om één keer te vroeg van het werk weg te glippen, moeten dat nu twéé keer doen. Het gewezen vervoermiddel in Spanje is de auto. Dus twee keer per dag op een neer naar het werk met de auto is geen uitzondering. Twee keer zoveel benzine verstoken, en twee keer een parkeerplaats zoeken in een druk stadscentrum.

Gelukkig hebben de Spanjaarden onderling veel begrip voor deze moeilijke indeling van hun arbeidstijd. “Ah, kom je vandaag wat later, Alfredo, … natuurlijk jongen, geen probleem, “, zegt Pedro. En de volgende dag neemt Pedro de telefoon op en zegt tegen Alfredo: “een half uurtje later,.. nee, dat redden we wel zonder jou .. “.
Zo ging het natuurlijk ook met de soldaten onder Alva. De aflossing van de wacht bracht aardig wat problemen met zich mee, waardoor onze Geuzen en Soldaten van Oranje genadeloos toe konden slaan.

vrijdag, januari 11, 2008

La Comida

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 3: La comida.

Op de foto, gemaakt tijdens de Tachtigjarige Oorlog, en wel op 6 juli 1600, is goed te zien hoe de Nederlandse soldaten tijdens de lunch gewoon doorgingen met vechten. De Spanjaarden zijn in geen velden of wegen meer te bekennen.

De Spaanse werkdag wordt aardig in de war gegooid door de ontbijtcultuur, maar de productiviteit wordt nog eens extra aangetast door la comida, oftewel het Spaanse middageten. Veel Spaanse kantoren zijn vanaf ongeveer 2 uur tot 4 uur ’s middags gesloten.

In 1986 kwam Spanje bij de Europese Unie. Internationale contacten namen toe en in sommige gevallen betekende la comida een dusdanige aanval op de productiviteit dat bedrijven noodgedwongen overgingen tot het invoeren van een ‘”horario Europeo”, een Europees werkurenschema. Op veel kantoren is heeft men echter vastgehouden aan de Spaanse traditie. Er moet gegeten worden, en goed ook. Het ene kantoor gaat om half twee ’s middags al dicht, het andere om twee uur, en anderen om half drie of om drie uur. Winkels gaan meestal om twee uur dicht en daarna om vijf uur weer open.

Een baan als ambtenaar is in Spanje nog steeds een felbegeerde positie. Het salaris is redelijk, vaak zelfs beter dan in het bedrijfsleven en het aantal te werken uren is minimaal. De werkuren van de ambtenaren liggen namelijk veelal tussen 08.00 en 14.00 uur. Na 14.00 uur werken de meeste ambtenaren al helemaal niet meer, met als uitzondering natuurlijk politie, belastingdienst en nog wat andere overheidsdiensten. Banken zijn bijna zonder uitzondering alleen ´s ochtends open.

Al die verschillende openings- en sluitingstijden zijn natuurlijk een excuus om zo weinig mogelijk te hoeven werken. Om de verwarring nog completer kunnen te maken gaan er nu stemmen op voor het invoeren van twee verschillende tijdzones op het Iberische Schiereiland.

Terug naar het eten. De gemiddelde Spanjaard begint om een uur of één last te krijgen van opkomende honger en schuifelt onrustig en knorrend op zijn stoel heen en weer tot het moment waarop hij zich eindelijk huiswaarts mag begeven om aan la comida te beginnen.

De Spaanse lunch neemt zijn aanvang ergens tussen één en vier uur ’s middags. Soms wordt de lunch voorafgegaan door het nuttigen van enkele tapa’s in een bar, doch dit is doorgaans alleen het geval op vrije dagen. In Nederland bestaat nogal wat misverstand omtrent de tapa’s. De tapa’s die wij hier in de supermarkt kopen hebben weinig te maken met de Spaanse tapa’s. Ik zal daar een andere keer wel eens een artikeltje aan wijden. Net zomin als een Japanner dagelijks rauwe vis eet, zo eet een Spanjaard niet iedere dag tapa’s. De Spaanse keuken verschilt sterk van streek tot streek, maar over het algemeen nuttigt een Spanjaard een voorgerechtje, in het Spaans Entrada, bijvoorbeeld een Ensalada Verde (een salade bestaande uit sla, tomaat, ui), en vervolgens vlees, of vis, met aardappelen of rijst, en daarna een Postre (nagerecht). Gedurende het middageten mag best een wijntje of een biertje worden gedronken. Vervolgens wordt de maaltijd afgesloten met een kopje koffie, of een carajillo (koffie waarin een scheut sterke drank is gegoten). Na het eten volgt, voor zo ver dat mogelijk is, de siësta, een middagslaapje, dat varieert in lengte van 15 minuten tot maar liefst 2 uur.

Na het eten neemt de Spaanse bedrijvigheid stevig af. Twee keer deed ik een telefonische interviewronde onder klanten van het bedrijf waar ik werkte. Slechts 10 procent van onze klanten was na de siësta nog te bereiken. De rest was blijkbaar in het eten of in de siësta blijven steken.

Bekend is ook het fenomeen van de vallende bouwvakkers. Aangeslagen door het vele eten en de genuttigde alcohol is het moeilijk om op een gammele steiger je evenwicht te houden. In 2006 kwamen er in Spanje 1352 dodelijke bedrijfsongevallen voor. In Nederland waren dat er ongeveer 75. Verhoudingsgewijs betekent dat dat er in Spanje ongeveer 6 x zoveel mensen om het leven komen bij bedrijfsongevallen.

Van hun eetgewoonten wijken de Spanjaarden slechts bij hoge uitzondering af. Ziet u een toerist om een uur of één ’s middags de menukaarten van een restaurant in Amsterdam verkennen, dan kunt u er vrijwel zeker van zijn dat het een hongerige Spanjaard betreft. Wilt u files op de Spaanse snelweg vermijden? Reis dan tussen twee en vijf uur ’s middags.

Bijna onnodig om te vermelden dat in de Tachtigjarige Oorlog ondanks het feit dat de Spaanse troepen talrijker waren, beter uitgerust en getraind, de Spaanse gevechtskracht dankzij het Spaanse middageten enorm afnam. Voeg daar nog bij het ontbreken van de benodigde ingrediënten voor het bereiden van de Spaanse maaltijden, zoals olijfolie, spaanse pepers, en tomaten. U kunt zich het funeste effect op het Spaanse moreel zeker voorstellen.

donderdag, januari 10, 2008

Spaanse Koffietijd

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deze keer: “El desayuno”.

Eigenlijk maakt eten zo’n belangrijk onderdeel uit van de Spaanse cultuur dat het als één volledige reden voor de ondergang van Spanje in de Tachtigjarige Oorlog zou kunnen worden genoemd.
Het zou echter zonde zijn de ruimte die het onderwerp mij biedt zodanig te verkwisten. Daarom maak ik van eten de volgende afzonderlijke onderwerpen: el desayuno (het ontbijt), la comida (het middageten), la merienda (tussen middageten en avondeten in), la cena (het avondeten), waarbij ik vervolgens tussendoor nog la siesta (het middagslaapje) zal behandelen.

Een ieder die op een Spaans kantoor heeft gewerkt kent het “vamos a tomar un café” (“we gaan een kopje koffie drinken”). 's Ochtends, niet lang nadat iedereen op kantoor is gearriveerd, meestal om een uur of tien, staan de eerste Spanjaarden al weer op en kondigen aan dat ze een kop koffie gaan drinken. Een echt Spaans ontbijt bestaat niet. Het Spaanse ontbijt bestaat veelal uit een café con leche (koffie met veel melk, oftewel een koffie verkeerd) met een croissant of een ander soort pasteitje met chocola of andere zoetigheid.

Iedere Spanjaard maakt er een sport van om zijn eigen maatwerkkoffie te bestellen. Zo kijkt geen enkele ober op van: “Por favor, un café con leche, pero largo de café y con poca leche, la leche un pocito templada, y si puede ser con sacharina en un vaso en vez de una taza”. ("Alstublieft, een koffie met melk, maar met véél koffie en weinig melk, en de melk een beetje lauw en als het kan met sacharine in een glas en niet in een kopje”).

Het koffiekwartiertje loopt al gauw uit tot een halfuurtje, waar niemand bezwaar tegen kan maken, zelf de baas niet. Die doet zelf het hardste mee, want om de haverklap is hij met een relatie naar de bar om de hoek, waar hij nog een kopje koffie neemt. Komt het ene groepje terug uit de dichtstbijzijnde koffiebar (veelal met Granja aangeduid), dan vertrekt het volgende groepje. De communicatie op de Spaanse kantoren verliep daarom tot de komst van de email uiterst slecht. Op kantoor zelf wordt nauwelijks koffie gedronken. De Spanjaard is een sociaal wezen en met een automaat is het slecht ouwehoeren.

U kunt zich voorstellen wat deze koffiedrinkgewoonte voor effect had bij de belegering van Alkmaar of Leiden. Voor degenen die Spaans willen leren spreken beveel ik nog even deze cursus aan. Het is wel een oude maar nog steeds leuk.



maandag, januari 07, 2008

Samenzweringstheorietjes

In de serie “80 redenen waarom de Spanjaarden de Tachtigjarige Oorlog verloren hebben” :
Reden 1: gebrek aan eensgezindheid.
Op de foto: Lord Mountbatten

Gebrek aan eensgezindheid is de Spanjaarden niet vreemd (zie ook mijn blogje voor of tegen de vrijheid).
De verdeeldheid in de Spaanse politiek wordt ook wel aangeduid met “la crispación”, dat in het Nederlands vertaald kan worden met verkramping.
Het Spaanse koningshuis is sinds de val van Franco een van de weinige krachten geweest die leek te werken aan de eenheid van Spanje. Helaas voor de monarchen ligt het koningshuis het laatste jaar nogal onder vuur. Nationalisten vinden de koning een symbool voor de centraliserende macht van Madrid. Natuurlijk klopt dat. Het zijn de Reyes Católicos die van Spanje één land hebben gemaakt. Rechts Spanje vindt de koning te links, want hij lijkt beter met de socialisten te kunnen opschieten dan met de rechtervleugel van de politiek.
Links Spanje zag de koning jarenlang als degene die na de dood van Franco succesvol had bemiddeld tussen de fascisten en de nieuwe democraten, en daarmee een drijvende kracht achter de moderne Spaanse democratie was. Maar dit krediet heeft de koning inmiddels verteerd en nieuw links ziet de monarchie als een geldverslindend relikwie uit vroeger tijden.
Daar komt nog bij dat Juan Carlos in zijn jongere jaren een bon vivant was, die er - volgens geruchten - wat buitenechtelijke relaties op na hield. Door het volk wordt hij omschreven als “cachondo”, oftewel ondeugend. Vroeger werd hem dat niet aangerekend (ondeugd wordt door veel Spanjaarden juist als een positieve eigenschap beschouwd), maar tegenwoordig werkt het in zijn nadeel.
Nu circuleert in Spanje in linkse kringen het verhaal dat het incident met Hugo Cháves geheel doorgestoken kaart was. De koning zou expres het conflict met Chaves hebben gezocht. Door de aanvaring met de Spaanse koning verloor de Venezuelaanse president tenslotte zoveel stemmen dat hij de verkiezingen verloor.
Dit veronderstelt een band tussen het Huis van Bourbon en de regering Bush.
Die banden waren er vroeger wel. Lord Louis Mountbatten was een neef van de koning en reisde begin jaren ’70 Washington om daar met president Nixon te onderhandelen over Amerikaanse steun aan het Spaanse vorstenhuis. Diezelfde Lord Mountbatten zou voor de CIA hebben gewerkt en werd in 1979 vermoord door een bomaanslag van de IRA. De IRA zou weer banden hebben met ETA.
Nu begin ik een beetje op Willem Oltmans te lijken, dus ik zet er hier een punt achter.

zondag, januari 06, 2008

Het wordt een fijn 2008!

Het schilderij van Velazquez dat de overgave van Breda in 1625 weergeeft wordt in het Spaans ook wel Las Lanzas (de lansen) genoemd.

Op 31 januari 1608, vierhonderd jaar geleden, zette de Spanjaard Ambrogio Spinola, Marqués de los Balbases, voet aan wal in Rotterdam. Met zijn komst begon een nieuwe fase in de Tachtigjare Oorlog, en zonder hem was die oorlog misschien wel heel anders afgelopen.

In Spanje laat ik mij nog wel eens een opmerking over de Tachtigjarige Oorlog ontvallen. “Geen wonder dat jullie die verloren hebben!” roep ik dan. Dat leidt bij Spanjaarden tot wat verwarring. Ze zijn weten helemaal niets van een oorlog met Nederland die tachtig jaar duurde. Ja,..ze weten wel dat er ooit wat problemen waren, ergens daar in het noorden van Europa.

In 1998 was het vierhonderd jaar geleden dat Filips II stierf. Toen werd er in de Nederlandse kranten ook geschreven over deze Spaanse onverschilligheid ten opzichte van de strijd tegen de Lage Landen.

Voor iemand die

  • 1566 – aanbieden van het smeekschrift aan Margaretha van Parma
  • 1568 – slag bij Heiligerlee, begin Tachtigjarige Oorlog
  • 1 april 1572 – verovering van Den Briel
  • 1574 – slag op de Mookerheide
  • 8 februari 1575 – Leids Ontzet
  • 8 november 1576 – Pacificatie van Gent
  • 1579 – Unie van Atrecht, Unie van Utrecht
  • 10 juli 1584 – Willem van Oranje vermoord door Balthasar Gerards
  • 1588 – Spaanse Armada verslagen
  • 1600 - Slag bij Nieuwpoort
  • 1609 – 1621 Twaalfjarig bestand
  • 1648 – vrede van Muenster, einde Tachtigjarige Oorlog

uit zijn hoofd heeft moeten leren is dat moeilijk te verteren.

De afgelopen veertien dagen trok ik met mijn Spaanse vrouw en Opzetzoon naar Brussel en daarna naar Parijs. Op weg kwamen we langs Breda.
'Breda!', riep mijn vrouw enthousiast. 'Dat ken ik van een schilderij van Velazquez, de overgave van Breda!
'Ja, dat was de Tachtigjarige Oorlog', zeg ik.
'Welke oorlog?' vragen vrouw en Opzetzoon. Een oorlog van 80 jaar, Spanje tegen Nederland, … Filips II, Alva,.. 16e en 17e eeuw.
'Ah', mompelen ze, verbaasd maar tegelijkertijd ongeïnteresseerd.

`En,.. wie won er nou bij die slag van Breda?` vraagt mijn vrouw.
`Nou, zeg ik, gezien het een schilderij is van Velazquez dat nog steeds in het Prado hangt kan je er wel vanuit gaan dat jullie die slag om Breda hebben gewonnen`.
“Nee hoor”, zegt ze, “volgens mij verloren we die”.
`En waar logeren jullie in Nederland vraag ik?`.
`In Bitzerzog`, zegt mijn vrouw.
`In Bletsterzak` zegt mijn Opzetzoon.
`Na drie maanden kunnen jullie nog steeds de naam van dat dorp niet uitspreken`, roep ik.
`Vinden jullie het gek dat jullie die Tachtigjarige Oorlog verloren hebben? Luiheid, domheid, vergeetachtigheid! Ik kan wel tachtig redenen bedenken waarom jullie die Tachtigjarige oorlog hebben verloren!`
Genoeg mijn blog mee vol te schrijven in 2008, zo denk ik gelukzalig.

  • 1567 vertrekt Willem van Oranje na de beeldenstorm uit Breda, daartoe gedwongen door de oprukkende troepen van Noircarmes.
  • 1577 verlaten de Spaanse troepen Breda en trekken de troepen van Oranje de stad weer binnen.
  • In 1581 wordt Breda opnieuw bezet door de Spanjaarden
  • Op 4 maart 1590 veroverde kapitein Charles de Héraugière voor Prins Maurits Breda op de Spanjaarden, door de beroemde list met het turfschip.
  • In 1624 en 1625 wordt de stad belegerd door de Spaanse veldheer Ambrosius Spinola, en op 5 juni 1625 geeft de stad zich over aan de Spanjaarden.
  • In 1637 wordt Breda uiteindelijk weer terugveroverd door Frederik Hendrik.