zondag, februari 24, 2008

¡Hola Ayaan!
















Beveiliging Ayaan achterkant sigarendoosje:

24 uursdienst, 3 man x 8 uur, 2 extra anders kunnen die anderen nooit vrij krijgen of op vakantie. 5x 8 uur per dag = 40. 100 euro netto per uur, 200 bruto, met reiskosten 300, per man.

12000 euro per dag x 365 = 4.380.000 euro per jaar.

Ok, ik schaar me achter Marc Chavannes die in het NRC van afgelopen zaterdag schreef dat Ayaan wegsturen slecht koopmanschap is, omdat ze de bekendste Nederlander is ná Johan Cruijff.

Ik heb daarop meteen contact met Ayaan opgenomen en we hebben een deal over de merchandising.

De eerste producten gaan volgende week over de toonbank:

Keukenschort “Ayaan Kitchen”, verkrijgbaar in de kleuren rood, zwart en marineblauw, 100% katoen, maten s tm xxl 29,95, T-shirt “Who do you wanna Fight?”, maten s t/m xxl 100% katoen, in wit, zwart, ook met v-hals verkrijgbaar.

Binnenkort komt de bomberjack met “Don’t push me around”, en er wordt gedacht over een zomerbadmode-serie onder het thema “I’m no bad girl”.

Als ik Ayaan was, zou ik het toch eens in Spanje proberen. Daar hebben ze veel ervaring met terroristen,.. lekker klimaat en de bekendste Nederlander woont er ook. En Duveltje zelf natuurlijk,..

donderdag, februari 21, 2008

Een heleboel beslissingen!

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 10: “Een heleboel beslissingen!”.

Afbeelding: Admiraal Lumey, Willem van der Marck (let op de oranje broek)

Na 1568 dreigde de Opstand tegen de Spanjaarden een beetje in het slop te raken. De Slag bij Heiligerlee werd gewonnen, maar dat zette niet veel zoden aan de dijk. Willem van Oranje had geen geld meer om zijn troepen te betalen, en de Nederlandse opstand leek te gaan mislukken.

Dan komt er iemand die een beslissing durft te nemen: Admiraal Lumey, eigenlijk Willem van der Marck geheten, valt Den Briel aan. Dit was het begin van een goede samenwerking tussen de adel, de geuzen, en de steden. Daarna moest er nog heel wat afgevochten worden, maar zoals bekend werden de Spanjaarden uiteindelijk toch verslagen. Beslissingen durven nemen, daar gaat het om! En om zo'n Tachtigjarige Oorlog te winnen moeten er een heleboel beslissingen worden genomen.

Als je in Spanje vertelt dat je uit Nederland komt dan begint men vaak over tulpen, kaas, drugs en euthanasie, maar toch vooral over voetbal. Krwief (Cruijff) is bij de oudere generatie nog steeds goed bekend, maar ook Koeman en Van Nistelrooij scoren heel hoog.

In 2004 kwam er in Spanje een documentaire uit over Johan Cruijff, onder de titel “en un momento dado”. “op een gegeven moment”, genoemd naar een van de stopwoordjes van Cruijff, net als trouwens “por lo tanto” (=dus). Als Johan Cruijff aan het woord komt is het raadzaam om altijd pen en papier, of een opnameapparaat bij de hand te hebben, want er komen fraaie uitspreeksels uit zijn mond.

Zo noteerde ik vorig najaar tijdens een interview van Jack van Gelder met Johan Cruijff het volgende: (Het onderwerp was: Ajax stelt een commissie in het leven die de club organisatorisch en technisch tegen het licht moet houden)

JvG: "Wil jij niet in die commissie gaan zitten?"

JC: "Nee, ik ga niet in zo’n commissie zitten. Zo’n commissie dat heeft helemaal geen zin. Dat is alleen maar praten. Er moeten beslissingen genomen worden, anders bereik je niks".

JvG: "Wat zou jij voor beslissingen nemen?"

JC: "Een heleboel beslissingen!"

JvG : "Maar welke dan? Noem er eens een!"

JC: "Ja, maar het is er nooit één, het is er altijd meer dan één. Eén beslissing heeft geen zin, er moeten altijd meerdere beslissingen genomen worden, als je iets op wil lossen."

Prachtig, toch!? En nu gaat hij het nog doen ook, dus hij is heel consequent. En je zal zien, het gaat nèt zoals bij Den Briel. Dat wordt een uitstekende samenwerking tussen alle betrokken partijen. Beslissingen durven nemen, daar gaat het om!

zaterdag, februari 16, 2008

De Corrupte Slager

Foto: 550 jaar corruptie: van Filips II (Felipe II) tot Julián Muñoz, de corrupte burgemeester van Marbella

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 9: “De Corrupte Slager”.

In 1998 werd er in het Escorial in Madrid een grote tentoonstelling georganiseerd, gewijd aan het leven van Filips II (1527-1598). Daarbij werd nauwelijks aandacht besteed aan de Tachtigjarige Oorlog en helemaal géén aandacht besteed aan de negatieve aspecten van zijn regering. Zo ging tijdens zijn bewind Spanje drie maal failliet (in 1557, in 1575, en in 1596), hetgeen de ondergang betekende van vele ondernemers, zowel in Spanje als daarbuiten. De Spaanse staatsschuld liep onder Filips II zó hoog op dat dit ook op veel langere termijn een negatief effect had. De ondergang van de Spaanse economie in de 17e eeuw wordt vaak afgedaan met de magere capaciteiten van zijn opvolgers, Filips III en Filips IV, maar weinig wordt er verteld over het gestuntel van Filips II.

Om zijn dure oorlogen te kunnen betalen hief hij hoge belastingen, de “tercias”, “alcabalas“, en “almojarifazgos“. Daardoor gingen vele ondernemers failliet. In Nederland werd in 1569 de beroemde “tiende penning” ingevoerd, mede aanleiding tot de opstand, die later als de Tachtigjarige Oorlog de geschiedenis in zou gaan.
Na het verlies van de Armada werd in Spanje van 1588-1590 een buitengewone belasting ingevoerd, de “servicios de millones”, die de Spaanse economie de das omdeed. De koning begon een handel in ambten en titels, hetgeen in de hand werkte dat ambtenaren steeds corrupter werden, en anderzijds dat edelen relatief minder belasting gingen betalen dan degenen die lager op de ladder stonden. Om de staatsschuld te kunnen dekken liet de koning tenslotte ook nog al eens beslag leggen op handel, bijvoorbeeld op het zilver in schepen dat uit India afkomstig was.

Terug naar het heden. In Noord-Spanje speelt tegenwoordig iets wat men daar de Ver-Marbella-isering (Marbellalización) van de kust noemt. Grote stukken land worden opgekocht door aannemers en projectontwikkelaars. Vervolgens bouwt men daar op grote schaal woningen, meestal met een golfterrein.

De afgelopen twee jaar verrees in Galicië, ten noorden van La Coruña, nabij het dorp Miño een geheel nieuwe nederzetting, met de fraaie naam Anacara. Twaalfhonderd woningen, een hotel, een supermarkt, èn een golfterrein.
De toestemming voor het project werd gegeven in een raadsvergadering waarbij slechts één gemeenteraadslid aanwezig was, èn een vertegenwoordiger van de multinational Fadesa. De ontwikkel- en aannemersmaatschappij kreeg een vergunning voor het bouwen over een strook van maar liefst 10 kilometer lang, gelegen tussen de dorpen Miño en Pontedeume. De toenmalige landeigenaren, meest boeren, konden hun land aan Fadesa verkopen. Als ze dat niet deden werden ze onteigend. Ze ontvingen dan een vergoeding van 6 euro per vierkante meter.
Achteraf bleek dat de hele zaak illegaal was, want het project had moeten worden aanbesteed. Er werd aangifte gedaan, maar iedereen weet dat de woningen nooit meer afgebroken worden en dat Fadesa nooit een boete zal hoeven betalen. Tegenwoordig verkoopt Fadesa de grond waarop niet gebouwd is weer door. Voor 2000 m2 betaal je dan 240.000 euro. Dat is 120 euro per m2.

Het raadslid dat handjeklap deed met Fadesa, een eenvoudige slager uit het dorp Miño, zit sindsdien heel goed in het pak en rijdt in een mooie Mercedes. Boze tongen beweren dat hij ook een mooie nieuwe woning heeft gekregen, maar niemand weet hoe dat nou precies zit.

In Spanje is weinig veranderd. Zou de Tachtigjarige Oorlog nu uitbreken, dan hoeven we ons helemaal geen zorgen te maken, want we winnen hem zeker wéér, van dat corrupte zootje.

donderdag, februari 07, 2008

Dag van de Liefde

Afbeelding: legertenten worden opgezet voor de nieuwe Nationale Voortplantingsdag

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 8: “Leuke creatieve ideeën".

Met al dat geschrijf over de Tachtigjarige Oorlog groeit er bij mij toch het besef dat De Zaak nog niet verloren is, dat al die inventieve oplossingen ons beter maken dat welk Europees volk dan ook en dat Nederlanders een volk vormen dat niet voor één gat te vangen is.

Ondanks alle bangmakerij van Geert Wilders, het geschreeuw over een naderende economische crisis en dat soort dingen denk ik dat we het samen toch voor elkaar kunnen krijgen.

Er zit nog heel wat in die 21e eeuw voor Ons Nederland en dat kunnen we er best uit halen. Maar we moeten dan wel bereid zijn tot een gezamenlijke inspanning, als onderdeel van de vorming van een nieuw nationaal bewustzijn. En we zijn al op de goede weg. Met het televisieprogramma Babyboom hebben we al een eerste stap gezet naar een collectief antwoord op het negativisme dat ons - vooral vanuit het buitenland - bedreigt. We moeten de handen ineenslaan. Met het Nederlandse realisme, dat waar we zo beroemd om zijn, dat liberale, recht door zee, wat geen ander Europees volk heeft. Niet dat halfzachte van Valentijnsdag, met een kaartje en een roos in zilverpapier, hetgeen toch een erfenis is van het hypocriete Amerikaanse puritanisme. Nederlands heeft iets nodig dat zoden aan de dijk zet.

Daarom: De Nationale Voortplantingsdag. Onder begeleiding van deskundige teams verzamelen verloskundigen, vroedvrouwen, gynaecologen, huisartsen, politieagenten, ambulancebestuurders zich in Fertiliteitsbegeleidingsclubs, en bereiden zich voor op die grote gezamenlijke inspanning van de Nederlandse bevolking. Het antwoord op de vergrijzing.

Weg met het slappe zaad. Maak een omslag naar bevolkingsgroei en een nationale bevolkingsgroei die ons de 22e eeuw in gaat helpen. De economische groei volgt vanzelf. Een nieuwe generatie betekent nieuw arbeidspotentieel.

Uiteraard wordt het een jaarlijks gebeuren, met een evaluatieproces, zodat we elk jaar er wat bij leren en beter van bil leren gaan. De Nationale Voortplantingsdag!

De gordijnen gaan collectief dicht, en wát een lol gaan we daaraan beleven. Véél leuker dan Valentijnsdag, en veel meer recht op de man en vrouw af. Iedereen die meedoet geeft dat van te voren op. Meetbare resultaten, daar gaat het om.

Maar homo’s, en niet-vruchtbaren, mogen, nee, ze moéten ook meedoen, zodat er een gevoel van solidariteit ontstaat, een grote opgewonden wave die door de hele bevolking heen gaat. En is er een motief bijgekomen voor internetdating: “ik zoek nog iemand voor de Nationale Voortplantingsdag”.

Ergens in mei, dacht ik zo. Gelijk met de vogels en dan krijgen we ná de kerst de baby’s. We bereidden ons vanaf januari voor, sporten, vitamines en ijzer slikken. Een vruchtbaarheidsdieet.

Mensen die thuis geen gelegenheid hebben worden opgevangen in Nationale Voortplantingscentra. Hotels dienen kamers af te staan. Desnoods zet het leger tenten op.

Tja, daar hebben wij die Tachtigjarige Oorlog ook mee gewonnen, en daar ontbrak het die Spanjaarden aan. Gewoon, leuke creatieve ideeën.

vrijdag, februari 01, 2008

Carnavalsgedicht

Op de valreep, getiteld "Sjoem aon de vuej"

Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Joa, Joa, Joa, Sjoem aon de vuej.
Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Joa, allemoal,..

Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Joa, Joa, Joa, Sjoem aon de vuej.
Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Veur goan noe danse

Veur zitte hier gezellig int café
En iedereen die drinkt er eentje mee
We drinken hier nog fijn een glèske bier
Veur hubbe met zun alle zoen plezier.(boem boem)

Ut pils dat plenst gezellig in het rond
Ut glas dat vindt dan plots niet meer de mond
Ent kostbaar vog dat valt dan op de vloer
Ja jammer dan, je kiekt un bitje zoer.(boem boem)

Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Joa, Joa, Joa, Sjoem aon de vuej.
Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Veur goan noe danse

Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Joa, Joa, Joa, Sjoem aon de vuej.
Veur hubbe sjoem aon de vuej,
Joa, allemoal,..

De vuej die kan ik bienoa neet meer zeen
Mun beerboek, joe da kan ich neet omheen
Ich wor vanoavand gere un bietsje zaat,
Mun vuej die zien vanoavond dan maar naat,

Reteketet (en dan nog eens het refrein)

La porra

In de serie In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 7: “La porra”.afbeelding: drie slimme Nederlandse jongens uit de 17e eeuw

In Spanje heb je geen inburgeringscursussen. Als je er als gastarbeider binnenkomt dan zoek je het zelf maar uit. Aanpassen is het motto en als je dat niet doet, dan wordt je met de nek aangekeken. Je moet snel Spaans leren, want alleen in toeristische zones verstaat men nog wel eens een andere taal.

Geen probleem, een Nederlander spreekt meestal al meerdere talen. Hij laat zich niet direct uit het veld slaan en slaat aan het leren. De Spaanse taal is niet ingewikkeld. De grammatica is consistent en er zijn weinig uitzonderingen op de regel. De Spaanse taal is moeilijk om andere redenen. Een daarvan is dat het Spaans soms nogal snel wordt gesproken en een andere, iets belangrijker, is dat de Spaanse taal boordevol zit met dichos, taco’s, en palabrotas, oftewel uitdrukkingen, scheldwoorden, en schuttingtaal.

In mijn ijver mij de Spaanse taal eigen te maken vraag ik wel eens aan mijn vrouw om mij iets uit te leggen.

Zo vroeg ik een tijd geleden:

“Wat betekent het woord porra, in de uitdrukking: ve te a la porra”?
“Waarom wil je dat weten?”.
(Hierbij vermeld ik dat een Gallega of Gallego, iemand die geboren is in Galicië, een vraag bijna altijd met een wedervraag beantwoordt).
“Omdat ik graag meer wil weten over die uitdrukking. Dus,.. wat betekent “ve te a la porra”?
“Niets”, antwoordde mijn vrouw, zonder een spier te vertrekken.
“Hoezo, niets?”, vroeg ik.
“Dat betekent niets. Dat is een uitdrukking: “ve te a la porra”.
“Tja”, zuchtte ik, “dàt weet ik wel, dat het een uitdrukking is, en ik weet ook dat die uitdrukking betekent , “ga heen, of ga toch weg”.
“Nou, als je het zo goed weet, … waarom vraag je het dan?” zei mijn vrouw, al wat geïrriteerd.
Ik zag haar denken: ècht weer iets voor hem, dat gezeur.
“In het Nederlands zeg je bijvoorbeeld: “loop naar de maan. En dan is de maan de maan, die planeet die om de aarde cirkelt”.
“Volgens mij is de maan geen planeet”, zei mijn vrouw.
“Dat weet ik niet!”, riep ik. “Daar gaat het mij niet om. Wij in Nederland zeggen: loop naar de maan. Dus de maan is iets waar je naar toe moet lopen”.
“Wel romantisch”, … moest mijn vrouw toegeven.
“Maar wat betekent nou porra?”, probeerde ik nog eens.
“Niets”, zei mijn vrouw.

Ik gaf de moed op. Later zocht ik het op. Porra betekent behalve wapenstok, ook gewoon stok, of paal. Het Spaanse gezegde luidt dus: “loop naar de paal”. Ik weet niet waar dat nu vandaan komt. Misschien stond er vroeger in elk Spaans dorp een paal, een soort van schandpaal, of een vergaderpaal. Als de achtergrond weet, schrijft u het mij dan.

Het Spaanse woord mochila betekent in het Nederlands rugzak. De Spanjaarden namen tijdens de Tachtigjarige Oorlog Nederlandse kinderen in dienst om hun ransel te dragen.

Kapitein Alonso Vázquez schreef zijn ervaringen als soldaat in de Tachtigjarige Oorlog op. Zo noteerde hij:

"De mochileros komen als kinderen bij ons in dienst. Ze leren het Spaans en onze soldatentaal soms beter dan hun meesters. Als ze er de leeftijd voor hebben, worden ze gewoon soldaat, soms als een gunst en soms omdat ze daarvoor extra hun best hebben gedaan. In de loop van de tijd vergeten we dan waar ze vandaan kwamen, ook al omdat ze steeds worden overgeplaatst. Iedereen denkt dat het echte Spanjaarden zijn. Dikwijls blijkt echter dat hun liefde voor hun vaderland toch de overhand krijgt en ze hebben ons dan ook vaak verraden. De beste soldaten die de Nederlanden hebben, en die ons het felst bestrijden, zijn onze vroegere mochileros."

Nu kom ik in de knoei want ongewild stip ik hier alweer een veelvoud van redenen voor de Spaanse nederlaag aan: gemakzucht, het onvermogen om iemand iets uit te leggen, gebrek aan overtuigingskracht, en gebrek aan kennis van de eigen taal. Ik kies voor de laatste en dan heeft u voor die andere nog een paar schrijfsels van mij tegoed.

Gebrek aan kennis van de eigen taal is de zevende reden waarom de Spanjaarden de 80-jarige oorlog verloren hebben.