zaterdag, februari 16, 2008

De Corrupte Slager

Foto: 550 jaar corruptie: van Filips II (Felipe II) tot Julián Muñoz, de corrupte burgemeester van Marbella

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 9: “De Corrupte Slager”.

In 1998 werd er in het Escorial in Madrid een grote tentoonstelling georganiseerd, gewijd aan het leven van Filips II (1527-1598). Daarbij werd nauwelijks aandacht besteed aan de Tachtigjarige Oorlog en helemaal géén aandacht besteed aan de negatieve aspecten van zijn regering. Zo ging tijdens zijn bewind Spanje drie maal failliet (in 1557, in 1575, en in 1596), hetgeen de ondergang betekende van vele ondernemers, zowel in Spanje als daarbuiten. De Spaanse staatsschuld liep onder Filips II zó hoog op dat dit ook op veel langere termijn een negatief effect had. De ondergang van de Spaanse economie in de 17e eeuw wordt vaak afgedaan met de magere capaciteiten van zijn opvolgers, Filips III en Filips IV, maar weinig wordt er verteld over het gestuntel van Filips II.

Om zijn dure oorlogen te kunnen betalen hief hij hoge belastingen, de “tercias”, “alcabalas“, en “almojarifazgos“. Daardoor gingen vele ondernemers failliet. In Nederland werd in 1569 de beroemde “tiende penning” ingevoerd, mede aanleiding tot de opstand, die later als de Tachtigjarige Oorlog de geschiedenis in zou gaan.
Na het verlies van de Armada werd in Spanje van 1588-1590 een buitengewone belasting ingevoerd, de “servicios de millones”, die de Spaanse economie de das omdeed. De koning begon een handel in ambten en titels, hetgeen in de hand werkte dat ambtenaren steeds corrupter werden, en anderzijds dat edelen relatief minder belasting gingen betalen dan degenen die lager op de ladder stonden. Om de staatsschuld te kunnen dekken liet de koning tenslotte ook nog al eens beslag leggen op handel, bijvoorbeeld op het zilver in schepen dat uit India afkomstig was.

Terug naar het heden. In Noord-Spanje speelt tegenwoordig iets wat men daar de Ver-Marbella-isering (Marbellalización) van de kust noemt. Grote stukken land worden opgekocht door aannemers en projectontwikkelaars. Vervolgens bouwt men daar op grote schaal woningen, meestal met een golfterrein.

De afgelopen twee jaar verrees in Galicië, ten noorden van La Coruña, nabij het dorp Miño een geheel nieuwe nederzetting, met de fraaie naam Anacara. Twaalfhonderd woningen, een hotel, een supermarkt, èn een golfterrein.
De toestemming voor het project werd gegeven in een raadsvergadering waarbij slechts één gemeenteraadslid aanwezig was, èn een vertegenwoordiger van de multinational Fadesa. De ontwikkel- en aannemersmaatschappij kreeg een vergunning voor het bouwen over een strook van maar liefst 10 kilometer lang, gelegen tussen de dorpen Miño en Pontedeume. De toenmalige landeigenaren, meest boeren, konden hun land aan Fadesa verkopen. Als ze dat niet deden werden ze onteigend. Ze ontvingen dan een vergoeding van 6 euro per vierkante meter.
Achteraf bleek dat de hele zaak illegaal was, want het project had moeten worden aanbesteed. Er werd aangifte gedaan, maar iedereen weet dat de woningen nooit meer afgebroken worden en dat Fadesa nooit een boete zal hoeven betalen. Tegenwoordig verkoopt Fadesa de grond waarop niet gebouwd is weer door. Voor 2000 m2 betaal je dan 240.000 euro. Dat is 120 euro per m2.

Het raadslid dat handjeklap deed met Fadesa, een eenvoudige slager uit het dorp Miño, zit sindsdien heel goed in het pak en rijdt in een mooie Mercedes. Boze tongen beweren dat hij ook een mooie nieuwe woning heeft gekregen, maar niemand weet hoe dat nou precies zit.

In Spanje is weinig veranderd. Zou de Tachtigjarige Oorlog nu uitbreken, dan hoeven we ons helemaal geen zorgen te maken, want we winnen hem zeker wéér, van dat corrupte zootje.

2 opmerkingen:

Wout zei

Hallo,
Het bericht is weliswaar 2 jaar oud maar het blijft actueel. Succes met je fantastische blog.
Groet, Wout

Duveltje zei

Bedankt, Wout!