woensdag, juni 25, 2008

De Barbeknoei - deel II

foto: Na een barbecue lukte het dikke Spanjaarden, zoals deze, nauwelijks nog om met een ladder een stadsmuur te beklimmen.


In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 16: “De Barbeknoei”.

In mijn vorige blogje maakte ik mijn afkeer van de barbeknoei kenbaar. Maar aan wie hebben we die barbeknoei-ellende eigenlijk te danken? Jawel, … aan een Spanjaard! Het was Hernando de Soto, een Spanjaard uit de Extremadura, die in 1537 op de kust van het Amerikaanse Florida landde en daar ontdekte hoe indianen hun vlees roosterden op een rooster, een zogenaamde barbacoa. In het Engels werd dat woord verbasterd tot barbecue.

De Spanjaarden namen het idee van de barbacoa terug naar het Europese vasteland en introduceerden het in onze Lage Landen, waar het echter toentertijd bij de Nederlanders niet echt aansloeg. Niemand die het in zijn hoofd haalde om die stomme Spanjaarden te gaan na-apen.

De Tachtigjarige Oorlog was een belegeringsoorlog. De steden waren belangrijke machtscentra en beide partijen, zowel de troepen van Oranje, als de troepen van de Spanjaarden probeerden de steden te veroveren en te heroveren. Dit kon maanden, in sommige gevallen zelfs meer dan een jaar duren. Terwijl de Spanjaarden de steden belegerden stroopten ze het platteland er omheen af, op zoek naar eten. Pluimvee, koeien en varkens werden geroofd en vonden hun weg naar de Spaanse barbacoas. Door al dat eten werden de Spanjaarden natuurlijk een stuk trager. Dit was één van de redenen dat de oorlog zo lang duurde en uiteindelijk één van de tachtig redenen waarom de Spanjaarden het onderspit moesten delven.

Geen opmerkingen: