dinsdag, december 18, 2007

Zwarte Kerst

Van de week verschenen er foto’s van de ramp voor de kust van Zuid-Korea, zoals deze hierboven. Door de kleuren en de opstelling van de figuren krijgt de foto - heel misplaatst - iets feestelijks.

Januari 2003 maakten ik met mijn vrouw en zoon een uitje naar het plaatsje Muros, een dorpje dat is gelegen op zo’n 100 kilometer onder La Coruña. Het was geen gewoon uitje.
Op 19 november 2002 verging iets zuidelijker de olietanker de Prestige. Hoewel het ramptoerisme ons tegen de borst stuit, leek het ons toch een goed idee om onze zoon te confronteren met een andere realiteit dan die van zijn Playstation. Op ongeveer 2 kilometer van de kust was de misselijke makende stank van olie al allesoverheersend. Ter plekke aangekomen zagen we de zwarte drap op de rotsen, en een paar mensen die daar moedig bezig waren om er wat van weg te krabben. We hielden het er niet lang uit. Zwaar gedeprimeerd keerden we terug naar huis.

De Spaanse regering zette die eerste dagen na de ramp slechts 350 man in, voor een kustlijn van 33 kilometer. Later bleek dat 190 kilometer kust met olie was vervuild. Deze mensen droegen geen beschermende kleding, anders dan die zijzelf hadden georganiseerd. Daarna begint een enorme vrijwilligersbeweging op gang te komen. Mensen stromen toe, bewoners van de dorpen langs de kust zelf, mensen uit andere delen van Spanje, en mensen uit andere landen. Op 2 december komt een rapport naar buiten waarin staat dat de olie zeer giftig en kankerverwekkend is. Op dat moment zijn al honderden mensen in behandeling vanwege vergiftigingsverschijnselen, overgeven, irritatie van huid, keel en ogen, duizeligheid, etc.. Greenpeace schetste de mogelijke lichamelijk schade die de olie op lange termijn zou kunnen hebben zoals blijvende aantasting van het zenuwstelsel, long- en huidkanker.

Ook in Korea zijn het weer de mensen uit de dorpen uit de kust en de vrijwilligers die hun gezondheid, misschien wel hun leven op het spel zetten om de kust weer schoon te maken. Het zal weer maanden duren voordat ze daar mee klaar zijn. In 2002 was het in Galicië, in 2007 in Zuid-Korea, een zwarte kerst.

zondag, december 09, 2007

Vóór klimaatverandering

plaatje: het Laatste Oordeel door Hieronymus Bosch (1450-1516)
Bent u vóór klimaatverandering? Kan dat dan,vraagt u zich af. Jazeker! Duveltje is namelijk vóór klimaatverandering. Wèg met die hysterie. Van de week las ik - in de wachtkamer, bij de dokter - in een modern Nederlands mannenblad een interview met Jan Mulder. Jan riep dat hij tegen “die windmolenhysterie” was . Lelijk, zo vond hij die windmolens. Nee, dan liever één grote kerncentrale, dan weet je tenminste waar je aan toe bent. Jan Mulder heeft meestal gelijk, waar hij het ook over heeft, dus het kan geen kwaad om er nèt zo over te denken.
Ook Duveltje ziet alleen maar voordelen. Nederland wordt een land met een Middellandse Zeeklimaat. Al die toeristen die nu nog naar Spanje gaan komen straks hier naar toe. Het lelijke polderland stroomt onder en er komen nòg meer stranden bij. En Nederland biedt natuurlijk kwaliteitstoerisme, iets waar die Spanjaarden, Grieken en Italianen niet toe in staat zijn. We krijgen een zuidelijk karakter, dat is gezellig. En het voetbal is in die landen ook veel beter. De poolkappen smelten langzaam weg, en daardoor kan er straks weer geboord worden naar de olie die zich nu nog onder de poolkappen bevindt. Dan zijn we minder afhankelijk van die enge arabieren. Wie had er nu iets aan die poolkappen? Bovendien is George Bush nu ook tegen klimaatverandering. En als Bush ergens tegen is, dan ben ik juist vóór. En die Al Gore die ziet er ook te gelikt uit.
Duizenden diersoorten verdwijnen, maar daar zit ik ook niet mee. Er blijven er nog duizenden over. In Nederland schijnen everzwijnen te leven. Ik heb nog nooit één everzwijn gezien. Mist u de dodovogel? Ik kan me mijn leven zonder pandaberen wel voorstellen.

In mijn nieuwe woning moet ik een voorschotbedrag betalen van 288 euro aan gas en elektriciteit. Dat is bijna evenveel als ik aan huur betaal. In de krant lees ik dat er nog tot 2080 genoeg gas uit de Groningse bodem gewonnen kan worden. Al in de zeventiger jaren hoorde ik dat dat gas na 25 jaar op zou zijn. Ik ben jarenlang voorgelogen. Ik moest zogenaamd zuiniger omspringen met energie. Maar toch verstoken we ieder jaar meer gas, en verbruiken we telkens meer elektriciteit. De winkels liggen vol met steeds meer onnodige elektrische apparaten, energieverkwistende hebbedingetjes. Als er echt een probleem zou zijn, dan zou de overheid al lang een verbod hebben afgekondigd op de verkoop van binnen- en buitenkerstverlichting, doucheradio’s, daglichtsimulatoren, stoomreinigers, massageapparaten en andere flauwekul.
Steeds zuiniger en toch steeds meer betalen. Ik doe er niet meer aan mee. Dan maar lekker verkwisten en nòg iets meer voor energie betalen. Ik bezuinig voorlopig op kleding en op eten.
Als het binnenkort warmer wordt dan verstook ik wel weer wat minder.
Zorgen voor het nageslacht? Ik heb geen kinderen, dus ook geen nageslacht. Bovendien zie ik dat het nageslacht van de anderen zich helemaal geen zorgen maakt over de natuur en zich voornamelijk als goedopgeleide consument gedraagt. Daarom gooi ik van nu af aan al het afval weer bij elkaar, draai ik de kraan niet meer zo snel mogelijk dicht, douche ik zo lang ik wil, laat ik de verwarming aan staan als ik boodschappen ga doen, schaf ik geen spaarlampen meer aan.
En als het dan tòch helemaal mis mocht gaan, dan komen die Jehova’s en andere einde-der-tijden-aanhangers ook een keer echt aan hun trekken. Eindelijk een Laatste Oordeel met alles erop en eraan. Hebben ze toch verdiend na al die jaren met die krantjes langs de deur. In weer en wind. Windmolenhysterie!

dinsdag, december 04, 2007

Beslissen doe je niet zó


(foto boven: Jolet als ze mocht kiezen hoe ze eruit kon zien- foto beneden: de èchte Jolet.)
Nu onze vorsten zo boos zijn, slaat die boosheid natuurlijk ook een beetje over op het plebs, het gewone volk, zeg maar. Ik huurde een professionele klusjesman in om een werkkamertje te bouwen. Hij ging driftig aan de slag en timmerde het geheel af met balkjes en met gipsplaten en isoleerde het geheel met glasvezel en andere rommel. Door de isolatie-actie kromp de kamer.
Nadat de klusjesman was vertrokken kwam ik erachter dat door de deur van de kamer niet meer dichtging. Ik belde de vakman op en zei voorzichtig: “misschien dat u er eens over na kan denken hoe we dit op kunnen lossen”. Hij werd boos en sprak: “U kijkt alleen maar naar wat er mis is gegaan! Heeft u niet gezien hoe mooi het behang er op zit?”
“U heeft gelijk”, stamelde ik, verrast, en ik hing de hoorn op de haak. Iedereen heeft recht op zijn eigen boosheid, dacht ik. Als Bea boos mag zijn, dat mag de klusjesman dat ook.
Toen ik afgelopen zaterdag door de Volkskrant bladerde stuitte ik op een artikel onder de titel “Beslissen doe je zo” van Jolet Plomp, E-Coach beslissen. En ik werd boos. Hoewel het eigenlijk te min voor woorden is. “Beslissen is hot”, zo begint het artikel. Natuurlijk is dat alleen al absolute flauwekul. Vervolgens gaat ze door: “Beslissen is leuk, het hoort bij onze welvaart en daar hebben we hard en doelbewust naar toegewerkt. We kunnen en mogen veel meer kiezen dat vijftig jaar geleden”.
Mensen opgelet, weest waakzaam, dit is rioolpsychologie! Het is juist dit soort zich prostituerende wetenschappers, zichzelf verkopend onder de naam E-Coach, waartegen de maatschappij beschermd zou moeten worden. Keuze veronderstelt vrijheid. De keuzes waarmee de huidige maatschappij ons opzadelt hebben echter niets met vrijheid te maken. Integendeel, ze simuleren vrijheid. Een vriendin van mij bezocht laatst een wat minder ontwikkeld land. “Heerlijk”, riep ze, toen ze terug was. “Er was maar één soort frisdrank te koop in de winkel, ik hoefde niet te kiezen tussen vijftig soorten zoals hier in de supermarkt”. De kapitalistische maatschappij schept een schijnvrijheid. We mogen kiezen tussen vijftig verschillende frisdranken, twintig soorten shampoo en als we geld hebben tussen honderden verschillend vakanties, maar over veel belangrijke dingen mogen we helemaal niet beslissen, en niet kiezen. Zo mogen de meeste mensen niet kiezen of ze morgen gaan werken of een vrije dag nemen, of ze om negen uur willen beginnen met werken of om twaalf uur ’s middags. In veel gevallen beslist iemand anders wanneer je met vakantie of met pensioen mag. Beslissen of je dood wil als je een ernstige ziekte hebt, of beslissen dat je van je partner gaat scheiden, met alle problemen vandien; “beslissen is hot” en “beslissen is leuk”.
Dan: “Mensen zijn gebouwd op schaarste – elke kans pakken in een ongewisse omgeving. Toen de mensen op de savanne rondtrokken, lang geleden, was dit de beste overlevingsstrategie”. Mevrouw Plomp heeft misschien tijdens haar studie geput uit “Winnetou en Old Shatterhand”?
Tenslotte citeer ik nog één stukje (anders word ik te boos): “Uiteindelijk stommelen we allemaal maar wat rond. Soms leidt een keuze tot mooie dingen, en soms valt het enorm tegen”. Hoe kan je jezelf nu overleveren aan zo’n onbenul?!
Jolet heeft er ook een boekje over geschreven. Dat moet verkocht worden. En Jolet heeft besloten dat het boekje beter verkoopt met de foto van een mooie jonge vrouw op de voorkant dan met haar oude, lelijke kop. Jaaaa, Jolet kan zelf héél goed kiezen.

woensdag, november 28, 2007

Wie is er bang voor de Boze Bea?


illustratie: Koning Willem II was een vrolijke man, maar soms was hij ook wel eens boos.

De Spaanse Juan Carlos was boos, en nu is onze koningin ook al boos. Is er sprake van een kleine herfstdepressie onder de Europese monarchen? Zijn ze zo geprikkeld door een tekort aan licht, of is het misschien een roep om aandacht?
Vroeger was het sidderen en beven als de koning boos werd. Voordat je het wist hing je dan aan een galg of lag je hoofd in een mandje onder een guillotine. Dat is gelukkig niet meer zo. Waarom is Bea boos? Omdat er een boek is verschenen over haar voorvaders Willem I, Willem II en Willem de zoveelste waarin vooral akelige dingen over de familie naar voren komen. Dat vindt Bea eenzijdig.
Beatrix is zelf een van de beste marketeers die het Oranjehuis ooit gekend heeft. Ze lijkt vriendelijk, gematigd progressief (als ze mocht stemmen dan zou het D’66 worden, zo werd er ooit beweerd) en haar carriere is vlekkeloos verlopen, zeker in vergelijking met die van haar moeder, koningin Juliana en haar vader Prins Bernhard en helemaal vergeleken bij die grootvaderen. De kroonprins komt trouwens over als een echte zoon van zijn moeder, al even onbezorgd, energiek, vrijwel altijd met een glimlach en getrouwd met de juiste echtgenote.
De beste verkoopstunt van het koningshuis was het handhaven van de verjaardagsfeestdag op 30 april nadat Juliana in 1980 afstand deed. Vooral dankzij de de vrijmarkt is koninginnedag sindsdien uitgegroeid tot dé belangrijkste feestdag. Want waar worden Nederlanders blij van? Juist: van zwart geld bijverdienen op hun vrije dag. Dáár heeft Maxima ook aan gedacht bij die affaire over de Nederlandse identiteit, maar natuurlijk niet uitgesproken.
Natuurlijk is het koningshuis één grote poppenkast. Duveltje vraagt zich af: zou een republiek ons meer opleveren? Kijk naar Italië, dat is toch een zootje. Of Frankrijk: corruptie en auto’s in brand. Nee, dan liever een constitutionele monarchie. Een poppenkast, maar wel een feestelijke poppenkast! Daarom spreken we af dat onze vorsten in de herfst even boos mogen worden. Geeft helemaal niet. Even boos, heel eventjes, een weekje boos. Mag.

dinsdag, november 27, 2007

Het gebaar van Juan Carlos

“Porque no te callas?” zei de Spaanse koning Juan Carlos tegen de president van Venezuela, Hugo Cháves. Op het NOS-journaal en in de dagbladen werd dat vertaald als “Houd je waffel eens even”. Feitelijk niet correct, maar ik moet toegeven, de vertaling is geen makkelijke klus. Callar betekent zwijgen. “Waarom zwijg je niet eens even?”, klinkt veel te plechtig in het Nederlands. Je zou kunnen zeggen: “Waarom houd je niet even je mond?”, hetgeen een betere vertaling zou zijn. De beledigende toon wordt gezet doordat de koning de president tutoyeert, en niet door het gebruik van het werkwoord callar. Callar is gewoon taalgebruik, niet ordinair, en op zich niet beledigend.
In Spanje weten ze niet zo goed wat ze ervan moeten denken. De stemming onder sommige nationalisten, zoals de Catalanen, was de laatste tijd toch al aardig anti-monarchistisch. Juan Carlos was voor eerdere generaties het boegbeeld van Spanje, omdat hij er persoonlijk voor zou hebben gezorgd dat Spanje in de zeventiger jaren een vlekkeloze overgang van fascisme naar sociaal-democratie meemaakte. Nú zeggen de jongere anti-monarchisten dat hij destijds vooral de plaats van het Spaanse koningshuis veilig wilde stellen. Het verleden, en daarmee ook het fascisme wordt met de Ley de la Memoria ("Wet van de Herinnering") eindelijk bespreekbaar. In dit tijdperk, waarin Catalanen, Basken, en Galiciers fel naar autonomie streven, is het incident met Chaves koren op de molen van de republikeinen.
Het was op zichzelf al een rare situatie. Chaves is de meest linkse president van Zuid-Amerika. Hij voert voortdurend een psychologische oorlog tegen de Verenigde Staten. De voormalige president van Spanje, Aznar, steunde de USA onvoorwaardelijk in de oorlog tegen Irak. Uiteindelijk betekende dit de politieke ondergang van Aznar na de aanslagen in Madrid van 11-M. Geen wonder dat Chaves uithaalt naar Aznar. Zapatero is een president die voortdurend het compromis zoekt en graag vriendjes blijft met de oppositie. Hij verdedigt daarom in het openbaar zijn voormalige politieke vijand Aznar, en de koning vindt dat Chaves zeurt en laat dit duidelijk merken.
“In wat voor land leven we toch?”, verzucht mijn vrouw. Ach, zeg ik, toch leuk?! Die koning van jullie valt tenminste eens uit zijn rol. Daar kan ons koningshuis nog wat van leren!

zondag, november 25, 2007

Sint Jabikspaad


Het Blog verkeert wederom een beetje in het slog, maar dat komt door veel reisbewegingen, verhuizingen en een grote werklast. Ik beloof echter beterschap.
Vanochtend stond ik op, deed het gordijn opzij en keek ik door het raam naar een stralend blauwe lucht. Een prachtige dag voor een fietstochtje, zo dacht ik bij mezelf, en ik vertrok naar G. alwaar de fietsen in de garage staan.
Helaas, juist deze week had de eigenaresse de garage voorzien van een elektrische automatisch-openen-installatie met afstandsbediening, voorzien van codering, die ze natuurlijk niet voor mij had laten liggen. Een mooi voorbeeld van hoe Vooruitgang de Mooie Dingen in het leven tegenhoudt.
“Dan maar een beetje aan het werk”, verzuchtte ik, en ik begaf mij online, waar ik mijn Spaanse echtgenote in de Skype trof. “Waarom zit jij binnen?”, sprak ze streng. “Omdat de fiets achter zon en grendel staat”, antwoordde ik zielig. “Je hebt toch ook benen? Waarom ga je niet wandelen?
Met Spaanse vrouwen is het net zo slecht krakelen als met Nederlandse, dus zo gezegd zo gedaan. Ik pakte de auto en trok naar Oranjewoud, waar het museum Belvédère staat, want ik had besloten om meteen maar de tentoonstelling van het werk van Roger Raveel mee te pakken. Zeer de moeite waard, maar hierover een andere keer.
Nauwelijks in Oranjewoud aangekomen bleek dat een fietstocht tot een mislukking zou zijn uitgelopen. Het begon te stormen en te regenen en Duveltje maakte een spectaculaire boswandeling door de bossen van het landgoed Oranjewoud. Geteisterd door de elementen raakte ik even de weg kwijt en zie: plotseling stond ik daar voor een groot blauw bord dat aangaf dat ik mij op de weg naar Santiago de Compostela bevond. In het Fries heet de Camino de Santiago het Jabikspaad.
Als ik het pad af zou wandelen dan zou ik mijn vrouw aan het eind tegen het lijf lopen. Mijn leven valt toch van toeval in elkaar!

dinsdag, november 06, 2007

Bemanning van Zoé's Ark gaat vrijuit

In Spanje waren de media de afgelopen dagen vooral bezig met de zaak van de Ark van Zoé. Deze organisatie wilde honderd kinderen vanuit Tsjaad naar Frankrijk smokkelen. Het zou gaan om weeskinderen maar dat bleek niet het geval en ooggetuigen verklaarden dat de kinderen nepverbanden kregen omgelegd om de immigratiediensten om te tuin te leiden. De regering van Tsjaad werd echter getipt en stak er een stokje voor. De medewerkers van de Franse organisatie werden gearresteerd alsmede de bemanning van het Spaanse chartervliegtuig.
Nicolas Sarkozy haalde politieke winst met de vrijlating van de vier Spaanse stewardessen die in Tjaad gevangen werden gehouden. Volgens de Franse president was de vrijlating het resultaat van nauwe samenwerking met de Spaanse premier José Luis Zapatero vanaf het begin van het incident. De presidenten maakten er afgelopen zondag een mediashowtje van.
Volgens de laatste berichten moeten de drie mannelijke bemanningsleden van het gecharterde vliegtuig van de maatschappij Girjet nu ook binnen een paar dagen vrijkomen. De Spaanse piloot, copiloot en steward beweren natuurlijk dat ze van niets afwisten en dat ze ter goeder trouw waren. Als iemand met een auto vol met drugs de grens over gaat en door de douane wordt gesnapt kan hij beweren dat hij van niets wist. Meestal verdwijnt zo iemand toch achter de tralies. Anderen proberen het met vrachtwagens vol chinezen, of boten met Afrikaanse emigranten. Maar als het een vliegtuig vol met Afrikaanse kinderen betreft gelden er blijkbaar andere regels.
Het zou niet zo slecht zijn om de bemanningsleden, de directie en andere betrokken werknemers van de chartermaatschappij voor het gerecht te slepen. Dan wordt duidelijk dat je als werknemer een eigen verantwoordelijkheid hebt binnen een onderneming, dat je misschien wel stil moet staan bij een opdracht die je van bovenaf opgelegd krijgt. Het is te makkelijk om je zomaar van mensenhandel af kunnen maken. Misschien moet er een straf opgelegd worden voor gebrek aan sociale verantwoordelijkheid, voor gebrek aan interesse in waar je collega’s en je baas mee bezig zijn.
Gek dat ons geheugen vaak zo kort is als het om ons eigen geweten gaat. Hoe zat dat ook al weer met: “Wir haben es nicht gewust”?

dinsdag, oktober 23, 2007

Spaanse verdraagzaamheid

Ongeveer 100 passagiers van een trein die reisde van Girona naar Figueres (in Catalonië) kwamen vandaag in opstand toen de conducteur dreigde een zwarte passagier uit de trein te zetten. De conducteur liep door de trein zonder plaatsbewijzen van de passagiers te controleren. Volgens getuigen vroeg hij alleen aan Iván Ramos, kinderarts in Figueres, of hij zijn plaatsbewijs wilde laten zien. Deze weigerde echter om zijn kaartje te voorschijn te halen, met het argument dat de trein al twintig minuten vertraging had.
De conducteur liet vervolgens de trein op twee verschillende stations stoppen om Iwán door de politie van de trein te laten halen. De politie kwam echter pas op het eindpunt in Figueres opdagen. De racistische conducteur werd door de sommige passagiers uitgefloten terwijl anderen het voor Iwán opnamen. Bijna alle reizigers hadden bij aankomst hun buik flink vol van de conducteur, die er met zijn stopacties in was geslaagd om de vertraging te laten oplopen meer dan 50 minuten. Iwán liet zijn geldig plaatsbewijs toen wèl aan de politie zien, waarna hij ongestraft zijn weg mocht vervolgen.

Nederlandse identiteit anno 2007: nieuwe haring meenemen, uitjes en zuur apart.

zondag, oktober 21, 2007

Dresselhuys nog maar beperkt houdbaar.


Samen met Margriet liet Opzij onlangs een onderzoek uitvoeren naar “Hoe (on)tevreden is de Nederlandse vrouw?”. Daaruit bleek onder meer dat Nederlandse vrouwen niet zoveel ambitie hebben wat betreft hun carrière, en zelfs liever wat minder zouden willen werken. Uit het onderzoek blijkt ook nog dat het moederschap voor slechts 15 procent van de Margrietvrouwen, en voor 5 procent van de Opzijvrouwen het meest belangrijk is in het leven. Dat cijfer vind ik schrikbarend. Stel dat slechts 5 procent van de mannen zou zeggen dat het vaderschap het belangrijkste in het leven is. Ik kan het me niet voorstellen. Misschien dat vrouwen beter kunnen liegen dan mannen?
Cisca Dresselhuys is sinds 1982 hoofdredactrice van Opzij. De laatste weken zie ik haar regelmatig op de Nederlandse televisie verschijnen. Zelf beweert ze dat ze binnenkort met pensioen gaat, maar ik vermoed dat ze met dit publiciteitsoffensief eigenlijk een carrière-move voorbereid. Naar aanleiding van de documentaire “Beperkt Houdbaar” van Sunny Bergman merkte ze op dat ze persoonlijk niets tegen face-lifts had. Toch een vreemde opmerking voor de hoofdredactrice van een feministisch blad. Erkent ze daarmee dat ze zelf ook beperkt houdbaar is?
In een van de talkshows mocht ze iets over haar eigen (on)tevredenheidsonderzoekje zeggen. Cisca is ontevreden over de uitkomst. Ze vindt dat vrouwen ambitieuzer moeten zijn. Haar verhaal leek verdacht veel op dat van het zesje van Balkenende. Vrouwen kunnen wel roepen dat ze geen carrière willen maken, maar daarmee doen ze zichzelf te kort, volgens Cisca (zelf vind ik dat vrouwen gewoon slimmer zijn dan mannen als ze zeggen dat ze juist minder willen werken,..).

Het is vreemd zoals sommige vrouwen op verklede mannen lijken. Wim de Bie deed een tijd lang Thea Ternauw. De overeenkomsten tussen Thea en Cisca zijn talrijk. Kijk maar naar de plaatjes. Ze hebben allebei een stijf kapsel, teveel en te felle lipstick op, ze spreken wat bekakt en kleden zich een beetje ballerig.
Ik vermoed dat Thea Ternauw een uitstekende hoofdredactrice van de Opzij had kunnen worden als ze nèt iets ambitieuzer was geweest.

vrijdag, oktober 19, 2007

Een standbeeld voor Simon van Lienden

Over de doden zeggen we liever niets dan goeds. Dat is geen wonder in de tijd waarin onze nationale identiteit op het spel staat. Dan willen we dat ook de mindere Nederlandse goden er goed van afkomen en doen we er een extra schepje bovenop.

Jan Wolkers. "Als je één boek van Wolkers hebt gelezen dan heb je ze allemaal gelezen", zei mijn leraar Nederlands, de grote Simon van Lienden. Ik was het met hem eens. Het ging altijd over hetzelfde. Jan Wolkers is een fenomeen, iemand die het heerlijk vond om tegen heilige huisjes te trappen, net als Gerard Reve of Johnny de Selfkicker. Maar het is geen literair genie.
Ik heb er gelezen, Turks Fruit natuurlijk, Een Roos van Vlees, Terug naar Oegstgeest, Serpentina’s Petticoat en De Walgvogel. Toen heb ik er echt een punt achter gezet. Het werk van Wolkers is niet aan mij besteed. Het is te provinciaal, te veel polder, teveel koeien en modder, teveel vieze zinnen. Misschien wel te Nederlands?

Terug naar Simon van Lienden. Die verdient een standbeeld. Ik heb van hem meer geleerd dan van de rest van mijn leraren op de middelbare school bij elkaar. Hij was geïnteresseerd in zijn vak en vooral in cultuur. Als hij ergens gedreven over vertelde dan gingen zijn oogjes gloeien en moest je goed opletten want anders kon hij aardig boos worden. Hij was niet bij alle leerlingen geliefd, want hij kon ons met zijn scherpe tong flink te kijk zetten.
“Of je het leuk vindt of niet, of je er principieel voor bent of tegen, of je hoog of laag springt - zodra je een goede opleiding hebt gehad, behoor je tot een elite,” zo beweerde hij.
Hij gaf Nederlandse les, maar, zo beweerde hijzelf, hij gaf eigenlijk de helft Nederlands en de helft cultuurhistorie en -filosofie. Hij vertelde over de oude Grieken, over Socrates, over Plato en de allegorie van de schaduwen van de gevangen in de grot. Hij vertelde over de middeleeuwen, over mystiek, over Hadewijch en over Kierkegaard. Je mocht ook Russische boeken op je literatuurlijst zetten, of een Marten Toonder. Dat vond hij best. Als je maar oplette in de les.

Zo stond hij voor de klas, op het Hervormd Lyceum Zuid in Amsterdam, bijna altijd gehuld in een grijs kostuum, stropdas, klein van gestalte, uilenbrilletje. Soms rook hij heel sterk naar knoflook, naar tabak, of naar jonge jenever en dat maakte hem menselijker.
Over geloof kon je discussiëren, zo vond hij, maar niet over het feit dat je in een cultuur leefde die gebaseerd was op 2000 jaar christendom. Hij kon ons uitdagen met opmerkingen als “maar je kan natuurlijk ook weer in een rieten rokje gaan lopen, als je dat leuker vind”, of “als je het niet interessant vind dan donder je maar op, dan kan je meteen achter de kassa van de HEMA gaan zitten”. Soms bood hij voor zo’n opmerking later zijn excuses aan.

Naderhand ben ik nog eens bij hem thuis geweest. Over zichzelf wilde hij weinig kwijt, hij wilde vooral weten hoe het ons was vergaan. In de woonkamer stonden wanden vol boeken. “Jullie denken toch niet dat ik die allemaal gelezen heb?”, zo grapte hij. Maar ik wist zeker van wel.

woensdag, oktober 17, 2007

Fraga City 2

Voor de architectuur van Fraga City werd een wedstrijd uitgeschreven waaraan ook de Nederlander Rem Koolhaas meedeed. De strijd werd gewonnen door Peter Eisenman, een beroemde architect uit de Verenigde Staten.
Eisenman was uiteraard blij met de opdracht. Tijdens een college voor de universiteit gaf hij aan de studenten toe dat zijn opdrachtgever onmiskenbaar een relikwie van de Franco-dictatuur was, maar dat hem dat niets uitmaakte, zolang zijn rekeningen maar werden betaald. Daarna vergeleek hij zichzelf met Albert Speer, een van de architecten en handlangers van Hitler. Bekend is ook het citaat van Peter Eisenman : "Liberal Views Have Never Built Anything of any Value." (http://www.archinect.com/features/article.php?id=4618_0_23_0_M).
Volgens insiders doet Eisenman graag controversiële uitspraken en presenteert zich als een enfant terrible om in de picture te blijven. Ook rondom zijn Holocaust-Mahnmal in Berlijn onstond enig tumult.

Eisenman ontwierp weliswaar de Stad van de Cultuur, maar de Amerikanen wisten niet goed wat ze er verder mee aanmoesten. Spanje was toch wel erg ver weg, en bovendien een hele andere cultuur. De Amerikanen gooiden het over de schutting en het project werd overgedaan aan een Engelse firma, die het opnieuw uitbesteedde aan de Spanjaarden. Onderweg bleef uiteraard wel wat geld aan de strijkstok hangen. De aanvankelijke begroting was 108 miljoen euro, maar inmiddels is het wel duidelijk dat de Cidade da Cultura tenminste vier keer zoveel gaat kosten.

Eisenman mocht ook het nieuwe Riazorstadion ontwerpen. Op de foto, het relikwie Fraga, voorzitter Lendoiro van voetbalclub Deportivo, en rechts Eisenman.

zondag, oktober 14, 2007

Het gebaar van Fraga: Fraga City

Tijdens zijn laatste jaren als president van de Xunta van Galicië besefte Manuel Fraga dat zijn politieke loopbaan haar einde naderde, en hij wilde er voor zorgen dat Spanje, en vooral Galicië, hem niet zouden vergeten. Misschien zou de ex-handlanger van de dictator het liefst een groot mausoleum voor zichzelf hebben laten bouwen, zoals Franco dat zelf deed in de Valle de los Caidos, maar daar was Spanje ondertussen te democratisch voor. Dus Fraga bedacht een list. Hij begon in 1999 een groots project: de “Cidade da Cultura”, de Stad van de Cultuur. Deze Stad van de Cultuur wordt geopend in 2009 en gaat maar liefst 700.000 m2 beslaan. Er komt een bibliotheek van 19.000 m2, een museum van 16.000 m2, een theater van 24.000 m2, en daarnaast komen er nog kantoren, congreszalen, en twee hoge torens ter nagedachtenis van de Newyorkse architect John Hejduk. Een soort van “Fraga City”.
De begroting voor het project bedroeg aanvankelijk 108 miljoen euro. Dat is geen gering bedrag voor een arme provincie als Galicië, dat de laatste jaren zwaar te lijden had onder een economische crisis, onder meer veroorzaakt door enorme bosbranden en de ramp met de Prestige.
Heeft Galicië een Stad van de Cultuur van 700.000 m2 nodig? Nee, dat heeft het niet. Het project is een voorbeeld van grootheidswaanzin. Inmiddels is duidelijk dat alleen al de bouw van de Culturele Stad 400 tot 600 miljoen euro gaat kosten, iets wat een enorme aanslag is op het budget voor cultuur van de provincie.
Onder de regering van Fraga werd iedere discussie rondom de cultuurstad uit de weg gegaan. In 2005 ontstond er na de regionale verkiezingen een progressieve coalitie van nationalisten en socialisten en nu klinkt plotseling alom protest.
foto: Generalisimo Franco met Fraga (rechts op de foto)
Inmiddels is er een Forum van de Stad van de Cultuur opgericht, dat een aantal bezwaren heeft samengevat. Op de website van de Stad van de Cultuur wordt aangegeven wat de nadelen van het project zijn:
  • De cultuurstad slurpt het hele regionale budget voor cultuur op zodat er voor andere activiteiten niets meer overblijft.
  • Alle culturele activiteit wordt gecentraliseerd, vervangt lokale initiatieven en die centralisatie heeft geen enkele toegevoegde waarde.
  • Het centrum functioneert via de Raad van Cultuur van Galicië, en zal vooral internationale manifestaties en gezelschappen aantrekken, dit stimuleert niet de eigen cultuur, noch de productie van kunst.

  • De manier van functioneren is bepaald door de vorige regering.

  • De inrichting is tot nu toe niet flexibel, en zou aangepast moeten worden aan de nieuwe ontwikkelingen.
Behalve de bovenstaande bezwaren hebben critici ook nog ontdekt dat de wegen die toegang moeten bieden tot de cultuurstad niet in de begroting zijn meegenomen en zelfs niet gepland, dus het wordt straks nog moeilijk om er te komen. Bovendien weet men ook niet waarmee men al die meters nu moet vullen, want zoveel staat er niet in de kelders van de musea, en iets moois aankopen is veel te duur. Daarom is er nu ook een soort van prijsvraag uitgeschreven voor briljante ideeën over hoe al die vierkante cultuurmeters te vullen. Misschien heeft een van mijn lezertjes nog een ideetje, of een schilderijtje in de kelder liggen?

zaterdag, oktober 13, 2007

Museumplein wordt gezelli!

Begroting verbouwing Stedelijk Museum Amsterdam:

2002: 46 miljoen euro
2003: 57,6 miljoen euro
2006: 76 miljoen euro
2007: 106 miljoen euro

Bijdrage Joop: 5 miljoen euro

vrijdag, oktober 12, 2007

Kijk eens hoe mondain!

Het afgelopen weekeinde bevond Duveltje zich in Parijs. Het was boven de 20 graden, zonnig en prachtig en het toeval sloeg blij toe. Mijn medereizigster gaf tot mijn genoegen te kennen zich niet in mijn Duivelse gezelschap door Parijs te willen begeven en ik schuifelde zielsgelukkig alleen, over de kade langs de oever van de Seine, richting Louvre.
foto: Mona-Lisa-gangers

Eenmaal in het Louvre koos ik voor de Sully-vleugel, met de Italiaanse meesters, en terwijl de massa zich verdrong voor een zielige Mona Lisa, slechts een miezerig schilderij van een vrouwtje met een gemeen, duivels glimlachje, kon ik zonder gestoord te worden genieten van Botticelli en Fra Angelico. Daarna bewonderde ik de Nederlandse en Vlaamse meesters in de Richelieu-vleugel. Toen besloot ik dat het wel weer genoeg was, maar op weg naar de uitgang belandde ik plotseling bij het enorme bronzen beeld van Martin van den Bogaert (Breda, 1637 – Parijs, 1694), het beeld van de Vier Gevangen. Aanvankelijk waren de Vier Gevangenen onderdeel van een monument ter ere van koning Louis XIV, dat op het Place de la Victoire in Parijs stond. De vier gevangen stonden symbool voor de vier naties die na oorlogen met Frankrijk het Verdrag van Nijmegen tekenden in 1678/1679. Dat waren Brandenburg, het Heilige Roomse Rijk, Spanje, en Holland. Het mooie van de beelden is dat ze tegelijkertijd vier verschillende leeftijden en vier verschillende emoties uitdrukken: hoop, lijden, rebellie, en overgave. Nederland is de rebelse, krachtige jongeman. De beeldhouwer was dus een Nederlander, die naderhand zijn achternaam verfranste tot Desjardins.
foto: De Vier Gevangenen
Tijdens de Franse Revolutie werd het beeld van koning Louis XIV van de sokkel gehaald en versmolten. De Vier Gevangen werden benoemd tot slachtoffers van het absolutisme en de ketenen waarmee ze aan de sokkel zaten werden verbroken. In 1790 vonden zij al hun weg naar het Louvre, maar van 1804 tot 1962 stonden ze in Les Invalides, daarna in het Parc de Sceaux, en vanaf 1992 staan De Vier Gevangenen weer in het Louvre. De Mona-Lisa-gangers sjouwen er ongeïnteresseerd voorbij, maar ik heb er een tijdje naar staan kijken. Daarna kocht ik een kip-sandwich en een flesje water, wandelde het museum uit, en vleidde mij neer op het zachte gras van Les Tuileries,

maandag, oktober 08, 2007

Het gebaar van Máxima

Hé, lekker, eindelijk durft een lid van het koningshuis iets te zeggen over onze Nederlandse identiteit. Die bestaat niet, zei Máxima, en daar heeft ze gelijk in. Maar dan schrikt Nederland plotseling wakker en valt iedereen over de prinses heen. Hoe durft ze, die geïmporteerde Argentijnse? Ze is nauwelijks hier en dan al zo’n bek opentrekken. Foei! Van Sylvain Ephimenco tot en met Lubbers, allemaal beweren ze dat de Nederlandse identiteit wél bestaat en roepen daarnaast ook nog dat Máxima heel onverstandig is geweest om te zeggen wat ze denkt. Maxima is een gemakkelijke prooi om wat publiciteit te oogsten.

Wij zijn heel graag Nederlander, maar eigenlijk weten we niet waar we nou trots op kunnen zijn. Op het eten? Onze Nederlandse keuken kenmerkt zich vooral door saaie winterschotels, armoede-eten, mengsels van aardappels en groenten, met worst of spek erbij. Onze muziek: de volksmuziek is uitgestorven en als een Spanjaard mij vraagt om nu eens een typisch Nederlands lied te zingen dan sta ik met mijn mond vol tanden. Wat moet ik aanheffen? Jantje Smit of Marco Borsato? Onze gebruiken en gewoonten? Wie op de website van het Nederlands centrum voor volkscultuur gaat kijken vindt trieste onderwerpen zoals borduren en papieren behang. Onze taal raakt hoe langer hoe meer doorspekt van Engelse termen, en terwijl Spanjaarden, Fransen en Duitsers hun eigen woorden verzinnen voor computer en printer, gebruiken Nederlanders de Engelse woorden. Ons Nederlander-zijn manifesteert zich slechts bij voetbalkampioenschappen en daar waar het ons koninklijk huis betreft. Dan kleurt plotseling alles Oranje. Op de dagen die met onze nationale onafhankelijkheid te maken hebben, zoals 5 mei, of 10 mei is het betrekkelijk stil.

Dan zijn er nog die roepen dat we uitblinken door onze vrijheid en onze tolerantie. Maar wie goed naar de geschiedenis kijkt dan blijkt dat we vaak tolerant waren omdat we daar heel goed aan verdienden. Op de momenten dat er niets te verdienen viel waren we plotseling veel minder tolerant.
Ons poldermodel ontstond uit de noodzaak om ondanks alle verzuiling toch nog samen te kunnen werken en de laatste jaren hebben we flink ons best gedaan om dat model om zeep te helpen. We begonnen ons te schamen voor die eeuwige compromiscultuur.

Een troost: de typisch Spaanse identiteit bestaat ook niet. Een Spanjaard zal zich – over het algemeen - allereerst bekend maken als zijnde Montse uit Barcelona, Catalaanse, of Abaigar uit Bilbao (Bask). Montse zal trots zijn op haar Catalaanse muziek en literatuur en Abaigar op de Baskische keuken en zijn taal. De Spaanse politiek verdoet een groot deel van haar tijd aan de verzelfstandiging van de autonomie van de provincies als bijvoorbeeld Catalunya, Baskenland of Galicië. Het Spaanse nationalisme komt vooral uit Madrid, maar van de Spaanse eenwording is na de val van Franco weinig meer terecht gekomen. Stierenvechten is het meest Spaans dat ik zo kan bedenken, maar ik denk dat meer dan de helft van de Spanjaarden daar niet zo trots op is.

Ons Nederlandse patriottisme komt vooral naar boven als iemand iets onaardigs over Nederland roept, en vooral als het geen Nederlander is. Een buitenlander kan beter zijn mond houden.

Een citaat van Voltaire: “het is triest dat om een patriot te zijn, men een vijand van de rest van de mensheid moet worden”.

De nieuwe Nederlandse identiteit rust nu op Máxima.

vrijdag, oktober 05, 2007

Het gebaar van Castro

Nee, dit is geen gangster afkomstig uit Chicago, en ook geen cowboy. Manuel Fraga (geb. 1922) was de Spaanse minister van Informatie en Toerisme van 1962 tot 1969 onder het fascistische regime van Generaal Franco. Tijdens de overgang van dictatuur naar constitutionele monarchie verwierf Franco zich in 1976 opnieuw een plaats in de regering als vice-president.
Fraga was een uitgekookt politicus en wist gedurende zijn carrière altijd handig te manoeuvreren. Hij werd in 1989 president van de Xunta van Galicië, een functie die hij tot 2005 behield. In dat jaar verloor de Partido Popular (PP) de regionale verkiezingen. Deze nederlaag had een veelvoud van oorzaken: de PP stond nog steeds in een kwaad daglicht vanwege de aanslagen in Madrid van 11-3-2004, de Galicische afdeling van de PP was sterk verdeeld tussen de aanhangers van de “baronnen”, de feodale landeigenaren en de nieuwe technocraten, een falend beleid van de PP-regering rondom de milieuramp met de olietanker de Prestige, en bovendien de lichamelijke toestand van Manuel Fraga zelf. Op 30 januari 2003 zakte hij voor de televisiecamera’s door zijn knieën tijdens een redevoering.
Tegenwoordig schrijft hij boeken en geeft lezingen. Fraga zelf schijnt een uiterst amabele persoon te zijn. Hij weet vaak zijn politieke tegenstanders tot zijn vrienden te maken. Op de foto hieronder speelt hij een spelletje domino met Fidel Castro (geb. 1926). De ouders van Fidel kwamen uit Láncara, Galicië, een stel arme emigranten die hun heil op Cuba zochten.

woensdag, oktober 03, 2007

Het gebaar van Bettini

"Te gek om los te lopen, het hek is van de dam, de omgekeerde wereld". Geen term bleef ongebruikt. Tim Krabbé mocht in Pauw en Witteman afgelopen maandagavond even tekeer gaan tegen het onrecht dat de Italiaanse wielrenner Paolo Bettini was aangedaan, tegen de burgemeester van Stuttgart en tegen de Duitse pers. Krabbé is een zogenaamde wielerliefhebber. Net als Mart Smeets heeft hij wat boekjes met sterke wielerverhalen geschreven, en na de heisa rondom de laatste Tour de France en het WK, en vooral gezien Krabbé’s opgewonden gedoe, zou het me niets verbazen als er binnenkort weer zo’n boekje uit komt.

In Stuttgart werd afgelopen zondag 30 september het wereldkampioenschap wielrennen gehouden. Burgemeester Wolfgang Schuster van Stuttgart en de organisatie van het WK wilden Bettini uitsluiten van deelname. De reden was dat Bettini weigerde een anti-dopingverklaring van de UCI te ondertekenen. Dankzij de uitspraak van een Duitse rechter mocht de favoriet alsnog starten en hij won ook nog. Terwijl hij als eerste over de finish heen kwam maakte hij een mime, waarbij hij een denkbeeldig geweer afschoot. Een sympathiek gebaar.

Tijdens de Tour de France stapte de Duitse pers op, toen bleek dat de T-Mobile-rijder Sinkewitz doping had gebruikt. Net als Rasmussen had Sinkewitz regelmatig dopingcontroles ontdoken. Nu beweerde Sinkewitz dat hij doping van Bettini had gekregen. Volgens Bettini is het allemaal gelogen.
Tot nu toe zijn de Duitsers de enigen die zich hard tegenover dopinggebruik opstellen. Volgens mij hebben ze gelijk. Wat is er verkeerd aan het laten ondertekenen van zo’n verklaring, die de UCI juist wil gebruiken om van het wielrennen weer een meer zuivere sport te maken, zo vraag ik me af? Dat is toch een statement dat je als wielrenner tegen doping bent? En de Duitsers waren bewonderenswaardig eensgezind, want de minister van Binnenlandse zaken, Schäuble, zowel als het gemeentebestuur, de organisatie van de wedstrijd en de pers waren het eens.
In plaats van het Duitse voorbeeld te volgen scharen de Nederlanders zich nu laf achter de belangen van de wielrencommercie: geen gezeik, gewoon doorrijden, en net doen alsof er niets aan de hand is.
Misschien heeft Bettini nooit stimulerende middelen gebruikt, en is hij gewoon wat simpel, maar als hij ooit op dopinggebruik betrapt wordt, dan verlang ik dat meneer Krabbé publiekelijk zijn excuses aanbied.

foto: Bettini herhaalt op verzoek zijn schietgebaar.

zaterdag, september 29, 2007

Niet kijken naar China op 8 augustus 2008!



Duveltje is dol op boycots. Zolang er maar iets geboycot kan worden doet Duveltje mee.
Het is het enige effectieve wapen dat mij is overgebleven in de strijd tegen het onrecht in de wereld. Een demonstratie bij de G-8? De machthebbers lachen erom. De media zijn in handen van de magnaten, de grootindustrielen, de vriendjes van de staatshoofden, en laten ons slechts een paar beelden zien van een handjevol idioten die in het water springen en hun gezichten beschilderen.
Rellen en vernielingen? Tranen van plezier lopen over hun dikke wangen, want de politie én de aangerichte schade worden betaald uit de staatskas, uit de zakken van de belastingbetaler.
Maar een boycot, dat is een andere kwestie. Onlangs werd in Spanje een boycot tegen de verhoging de prijzen van het telefoonverkeer georganiseerd. Eén dag niet mobiel bellen was genoeg om Telefonica, Vodafone en andere Telecoms tot prijsverlagingen te dwingen.
Een boycot is makkelijk te organiseren door middel van email en sms, is geweldloos en kost weinig energie.
Helaas worden boycots meestal te laat afgekondigd, want dát wel: ik wil me heel goed voorbereiden. Blikken sperciebonen inkopen en volle batterijen voor de zaklantaarn, een goed boek erbij, genoeg hout voor het open haardvuur en een verrekijker bij de hand om te kijken of de overburen ook de televisie meedoen.

Hier Duveltje´s primeur: De (televisie-)boycot van de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Being in op 8 augustus 2008 (het juiste uur is mij nog niet bekend).
Redenen voor de boycot zijn er te over: China is een land dat de mensenrechten schendt. Volgens Amnesty International werden in 2005 ongeveer 1770 doodvonnissen uitgevoerd, terwijl 4000 mensen ter dood werden veroordeeld.
Daarnaast zorgt China inmiddels voor méér milieuvervuiling dan de Verenigde Staten en lijkt niet van plan om al dan niet via het verdrag van Kyoto de, met het Wirtschaftswunder gepaard gaande, vervuiling goed aan banden te leggen.
Het argument is dat China een ontwikkelingsland is en de vervuiling nodig is om de economische achterstand in te halen. Ik vind dat geen excuus om met vervuiling de wereld om zeep te helpen. Bovendien wordt die verontreiniging deels veroorzaakt door de productie voor Westerse multinationals (zoals van televisie-toestellen). Die steken hun winst toch niet in ontwikkelingshulp. Het lijkt mij allemaal nogal krom geredeneerd.
De Openingsceremonie van Athene 2004 kostte maar liefst 105 miljoen dollar. Een waanzinnige geldverspilling, die door de Chinezen natuurlijk tenminste geëvenaard moet worden. Een beetje protest hiertegen is ook niet weg.
Is het niet tegen de Chinezen, dan is toch die stroombesparing van 30 minuten, door het uitschakelen van uw televisietoestel, goed genoeg voor een besparing van miljarden euros of dollars of yuans aan energie.

Vandaar Duveltjes voorstel: 30 minuten zonder televisie: vanaf 15 minuten vóór de tijd van aanvang (de reclameblokken van de sponsors) tot en met 15 minuten ná het openingsuur. De totale ceremonie gaat vier uur duren, dus er blijft genoeg over voor degenen die niet zonder olympische circustoestanden kunnen leven. En voor degenen die naar China gaan; de ceremonie níet bijwonen.

U heeft vanaf vandaag nog 314 dagen om erover na te denken of u mee gaat doen.

Informatie over China van Amnesty International:

http://thereport.amnesty.org/page/1092/eng/

Meer over China en vervuiling in het Volkskrantblog van Joris Thijssen.
http://www.volkskrantblog.nl/bericht/123801

En voor wie (net als ik) aan deze ene boycot niet genoeg heeft kan hier zijn hart ophalen:

http://www.ethicalconsumer.org/boycotts/boycotts_list.htm

donderdag, september 27, 2007

Smaakvol Nederland

Ik was er al bang voor. Vóórdat ik drie jaar geleden wegging uit Nederland was het al moeilijk om een gewoon brood te kopen. Gisteren zocht ik me suf naar een half bruin.
- "Nee", zegt het meisje achter de toonbank, "gewoon bruin heb ik niet meer. Wilt u soms een Zeeuwse klog met zemelen? Of misschien een Zuid-Brabants vijftiengranen kloosterbrood?"
- "Nee, dank u", stamel ik, terwijl ik sta te blozen. Ik ben natuurlijk wel een ordinaire hansworst, dat ik nog om een doodgewoon halfje bruin gesneden durf te vragen.
- "WestFries dwarsgebakken maisbrood heb ik wèl", zegt ze nu al enigszins ongeduldig. "Of een halfdonker Waldkorn met Provençaalse kruiden. Een biologische Prokornbol, of een halfzout Pompoenpittensojabrood. Dat is alles wat ik nog heb, en anders hebben ze misschien bij de supermarkt hiernaast nog een gewoon bruin".
Nederland is kapotgemarketed. Om meer te kunnen verkopen moet je als fabrikant met productdiversificatie aan de slag, anders verlies je . Vandaar dat we tussen al die soorten brood, al die frisdranken, en al die smaken yoghurt moeten kiezen. Niet om het leven eenvoudiger te maken. Ik wil een brood dat voornamelijk naar brood smaakt, want ik leg er ook nog beleg op. Probeer maar eens een haring op vloerbrood. Dat is niet te vreten.
Nu was er plotseling de Week van de Smaak.
In het programma Het Elfde Uur mocht een bekende kok komen uitleggen waarom die Week van de Smaak er was. Hij deed zijn best, maar omdat hij eruit zag als een portier van een louche nachtclub kwam hij toch niet overtuigend over. Een van de aanwezigen vroeg hoe het kwam dat in Spanje alles beter leek te smaken. De kok wist het niet, volgens hem was het een kwestie van … juist: smaak,.. Maar hij wist wèl dat in Spanje alle groente en fruit beter uitgestald werd.
Een Spaanse kennis van mij werkt bij een grote landbouwcoöperatie. Een tijdje geleden sprak ik hem, en hij was toevallig net met dat thema bezig. Wij kunnen nog veel van jullie Nederlanders leren, zei hij. Wat uitstallen en verpakken betreft zijn wij barbaren. We stoppen de groente nog met aarde en al in de verpakking, het fruit ligt rottend in de supermarkt en de beurse vruchten laten we gewoon liggen.
Jarenlang dachten de Nederlandse supermarkten dat de Nederlandse consument met het oog kocht en niet met de tong. Vandaar de smakeloze appels, aardbeien enzovoort. Inmiddels is AH er mee opgehouden, want blijkbaar verkopen tomaten die naar tomaten smaken toch beter dan de smakeloze “Wasserbomben” die jarenlang in de supermarkt lagen. In Spanje zijn ze daar nog niet achter, daar ligt het smakeloze groenten en fruit nog steeds in de grote supermarkten. One-stop-shopping maakt van de Spanjaard, van nature toch iets luier dan de Nederlander, een luie consument die liever smakeloos fruit eet dan nog even langs de groenteman te rijden. In Spanje zou een Week van de Smaak op zijn plaats zijn.

woensdag, september 12, 2007

Friese klanken

Met excuses aan de trouwe lezers. Het blog is weer in het slog geraakt, maar dat komt door mijn assimilatieproces. Want Duveltje is terug in Nederland. Jawel,.. ik ben neergestreken in Friesland en tot mijn grote verbazing is het hier prachtig. Ik ben even ondergedoken, want ik moet nog even op gang komen hier. Het valt natuurlijk niet mee om weer te wennen.
Nederland lijkt mij plotseling meer agrarisch dan ooit tevoren. Ik zag deze week voor het eerst het televisieprogramma "Boer zoekt vrouw". In Spanje zou dat zeker een groot succes zijn. Een vriendin van ons in La Coruña, Angeles, een Lustige Witwe, roept altijd dat ze het liefst een relatie zou willen met een stevige agrariër.
In de Leeuwarder Courant van vandaag lees ik dat de minister van Landbouw vindt dat kinderen in Nederland een groene spijkerbroek moeten aantrekken en maar eens wat blaren op hun handen moeten krijgen. Want dan leren ze waar dat pakje wortels vandaan komt, niet uit de supermarkt, maar uit de grond. Ik vind het een prima initiatief, en ik zou er ook meteen een bezoek aan het abattoir aan vast koppelen, want dan weten ze ook meteen dat een biefstuk een stuk van een koe is.
Ik word ’s ochtends wakker van de kinderen die onder mijn raam doorfietsen. Die kinderen weten wel waar de wortels en de biefstukken vandaan komen, want die komen van de boerderijen hier verder op.
Het valt mij op aan de Friese kinderen dat ze uitblinken in het gillen en slaken van hoge kreten. Telkens wanneer ze langsfietsen kijken ze me lachend aan en gillen brutaal Hiiii, of Hooo. Waarschijnlijk bootsen ze klanken na van roofvogels en andere beesten die hier op het platteland leven. Ik ben er nog niet achter, want ik kom uit de stad, en bovendien spreek ik geen Fries. Geef me even de tijd.

vrijdag, juli 27, 2007

Moord in de Tour Express

Topsport? Duveltje heeft er een hekel aan. “Topsport is ongezond”, zei mijn goede vader dikwijls, en hij had gelijk. Het beste voorbeeld had ik thuis. Mijn zus speelde basketball op topniveau en liep verschillende akelige blessures op.
Voor wielrennen heb ik echter een zwak en de Tour de France volg ik altijd op de voet. De afgelopen twee jaar is de strijd om de gele trui weer erg spannend. Maar niet op sportief gebied. Nee, de Tour lijkt steeds meer op de Moord in de Orient Express. Misdaad op misdaad komt aan het licht, je vraagt er af wie de schuldige is, en uiteindelijk blijkt dat vrijwel iedereen een aandeel in het misdrijf heeft.

Vorig jaar raakte winnaar Floyd Landis de gele trui kwijt vanwege een positief resultaat in een dopingtest. De Spanjaard Oscar Pereiro was nummer twee en zou dus officieel winnaar zijn. In januari 2007 schreef Le Monde dat Pereiro óók een verboden middel (tegen astma) zou hebben gebruikt.

De aanloop naar deze Tour was al veelbelovend. In mei 2007 gaf Erik Zabel toe in de Tour van 1996 EPO te hebben gebruikt. De ex-verzorger van Ullrich, Jef D´Hont , zegt dat hij Jan Ullrich in 1997 EPO te hebben toegediend. En in dezelfde maand bekent Bjarne Riis EPO te hebben gebruikt tijdens de Tour de France die hij in 1996 won.

Dan tijdens de Tour 2007:
18 juli - Het wordt bekend dat Patrik Sinkewitz doping heeft gebruikt tijdens een training op 8 juni.
21 juli - Vinokourov wordt positief bevonden en de hele Astana ploeg verdwijnt uit de Tour.
25 juli - Het blijkt dat Cristian Moreni doping heeft gebruikt en de hele Cofidisploeg stapt op.
En op de avond van dezelfde dag blijkt Michael Rasmussen te hebben gelogen over zijn verblijf in Mexico, waarschijnlijk om dopingcontroles te kunnen ontlopen, waarna de ploegleiding besluit hem weg te sturen. Diezelfde avond zien we ook nog hoe ex-profwielrenner Jan Koerts tijdens een NOS-uitzending toegeeft dat hij tijdens zijn carrière doping heeft gebruikt, en in dezelfde uitzending Jan Jonkers, vertelt dat zijn leven door de amfitaminen in het slop raakte.
Als Rasmussen verdwenen is wordt de Spanjaard Alberto Contador leider in het algemeen klassement. Deze stond vorig jaar op de lijst van klanten van dokter Fuentes die vorig jaar tijdens een anti-dopingactie van de Spaanse politie, bijgenaamd Operacion Puerto, werd gevonden.

Duveltje is bezig met het ontwerpen voor een alternatief van het videospel ProCycling Manager. In Duveltjes Dope Manager mag je als speler de renners doping geven. Hoe meer doping des te harder ze gaan fietsen maar dan wordt ook de kans dat ze tegen de lamp lopen steeds groter. De deelnemers kunnen kiezen uit verschillende middelen waaronder “gewone medicijnen”, EPO en andere zaken, en je kan ook cocktails maken van middelen. Als de renner teveel doping neemt krijgt hij natuurlijk ook bijwerkingen en kan hij vallen, het publiek in rijden, of zelfs een hartaanval krijgen.
Er komen onverwachte dopingcontroles in mijn spel, demonstraties van boeren en valpartijen in het peloton en in de eindsprint.

Mijn muziekje van vandaag:
Herman Brood - Dope Sucks (1978)

"You better do it from the heart
And don't you do it from the head
You better do it from the heart
Dope Sucks! - Just say no"

zondag, juli 22, 2007

Reïncarnatie


Jaren geleden had ik een ontmoeting met een ex-vriendin. We hadden elkaar zeker 20 jaar niet meer gezien. Mijn verwachtingen waren hooggespannen, want in het verleden hadden we enkele zeer interessante amoureuze hoogtepunten beleefd. Haar leven bleek een onverwachte wending te hebben genomen. Ze was inmiddels bekeerd tot de antroposofie en was een fanatiek volgeling van Rudolf Steiner, met grootste plannen voor een carrière als priesteres.
Tijdens onze ontmoeting verraste ze mij met het uitspreken van haar vermoeden dat ik mogelijk een reïncarnatie van Sint Johannes van het Kruis was. De reïncarnatie leidde zij ondermeer af uit het vreselijke lijden dat van mijn gezicht af te lezen is.
Deze San Juan de la Cruz, oorspronkelijk Juan de Yepes geheten, was een geestelijke afkomstig uit het Spaanse dorpje Fontiveros, in Castilla en León. Tijdens zijn leven, van 1542 tot 1591, werd hij verschillende malen in de gevangenis gezet waar hij nogal wat ellende meemaakte. Zijn ervaringen inspireerden hem bij het schrijven van fraaie mystieke werken en poëzie. In 1726 werd hij tenslotte door paus Benedictus XIII heilig verklaard.
Ze deed me daarop een mooi boek cadeau getiteld “Geboren uit Gods adem”, over het leven van de heilige, dat ik uiteraard in één adem heb uitgelezen.
Maar de stap van Duveltje naar Heilige was té groot.

Op een droeve zondag ergens in het midden van de jaren negentig sleepte iemand mij mee naar een “Paranormale Beurs”, niet omdat ik wilde, maar omdat zij het zo zag zitten en ik haar plezier niet wilde vergallen. Tja, de dingen die een man al niet placht te doen uit liefde.
Op de beurs aanbeland deed een Paranormale Pier een handlezing en een stralingslezing waarbij hij zijn handen boven mijn lichaam deed zweven alsof hij het op afstand aftastte. Ook hij verklaarde dat ik waarschijnlijk een reïncarnatie was van iemand die in een vorig leven veel te lijden had gehad, misschien wel de meest vreselijke ontberingen had ondergaan. “Misschien wel in een concentratiekamp”, voegde hij er nog aan toe.

Zelfs al ben je een nuchtere duivel zoals ik, dan schrik je toch even van al die narigheid. Het huidige leven van Duveltje is een waar feest, en dan is het moeilijk om je in al die ellende uit een vorig leven te verplaatsen. Mijn biechtvaders en spirituele begeleiders beweerden echter het tegendeel. Het is onvoorstelbaar dat ik gelukkig ben, en mocht ik dat denken dan houd ik mijzelf waarschijnlijk voor de gek. Als al dat lijden uit het verleden nog zó aanwezig is, zó zichtbaar, zó voelbaar, dan is het niet verdwenen. Dan is het zeer waarschijnlijk dat ik die ellende stiekem verberg.
Dáár ben ik dan wel verdomd goed in, vind ik zelf. Maar ik mag er niet mee spotten, zo menen degenen die het zo goed met mij voor hebben, want dat lijden wegstoppen is zeer gevaarlijk.
Het advies van de Paranormale Pier was destijds: vooral veel te huilen en de ellende naar buiten te laten stromen. Het maakte niet uit hoe. Ik hoefde mij niet te schamen. En hij deed mij daarvoor nog een paar handige tips aan de hand; het hart uitstorten kon bijvoorbeeld door hard te huilen bij goedkope Amerikaanse films of soapseries.

Helaas het huilen gaat mij moeilijk af. Vorig jaar huilde ik echter een hele film lang, bij Habana Blues van Benito Zambrano. Waarom? Dat is me eigenlijk een raadsel. Nee, tijdens dit leven lukt het niet meer al dat lijden nog te verwerken. Een nieuwe reïncarnatie is natuurlijk altijd mogelijk maar ik vrees voor een plaats op terrasje 6 in het Vagevuur, dat van de Vraatzuchtigen, goed omschreven door Dante Alighieri (Canto XXII-XXIV).
Alhoewel,… misschien is het een vorig leven dat mij naar Spanje heeft gedreven? Toen ik laatst voorbij Fontiveros fietste schoot mij toch een brok in de keel.

De Cántico Espiritual van San Juan de la Cruz is online te lezen en te beluisteren op:

http://www.cervantesvirtual.com/FichaObra.html?portal=0&Ref=23349&video=1

meer:

http://www.cervantesvirtual.com/servlet/SirveObras/02582741080247484199079/p0000008.htm

vrijdag, juli 20, 2007

Vrolijke Sigiswald


Gisteren mocht ik in het Auditorio de Galicia in Santiago de Compostela de opera "La vedova ingegnosa ossia Il medico ignorante" van Giuseppe Sellitto aanschouwen, uitgevoerd door La Petite Bande van Sigiswald Kuijken.
Het stuk is een vrolijke opera buffa, bedoeld als intermezzo in een serieuze opera (in dit geval van Demofonte van Leonardo Leo e Metastasio).

Sigiswald, die met zijn halflange haar altijd zo al op een Middeleeuwse minstreel lijkt, kondigde het stuk zelf aan, waarbij hij meteen de toon zette door moeite met de Spaanse taal te veinzen en met grappige grimassen op zijn gezicht het publiek aan het lachen te brengen.
De uitvoering is bedoeld om mensen aan een stuk door te laten lachen, zo vertelde hij. Bovendien beloofde hij een verrassing, een aria in het midden van het stuk, die te maken had met het feit dat de zangeres uit Napels afkomstig zou zijn, zo begreep ik het tenminste.
De voorstelling bood van alles en nog wat, mime, dans, acrobatiek, zang en dat alles heel vrolijk.
Sigiswald geeft de voorkeur aan een traditionele uitvoering, trouw aan het origineel, niet alleen wat betreft de muziek, maar ook wat betreft de kostuums en het decor. De “aria” tussen het eerste en het tweede bedrijf, gezongen door sopraan Marie Kuijken, bleek een Frans lied uit de 19e of 20e eeuw, dat we niet thuis konden brengen. Met dit lied doorbreekt De Kleine Bende eigenlijk de komische klucht, heel listig, met een serieus intermezzo.

Marie Kuijken´s stem hapert in de afwerking, bloeit vooral daar waar ze met veel volume en lange tonen zingt. Maar juist die imperfectie komt ten goede aan de charme en de spontaniteit. Duveltje houdt helemaal niet van perfectie. Bovendien is haar schoonheid alleen al adembenemend, met haar onschuldige gezichtje, het prachtige blonde haar, blanke huid en de welvingen van haar boezem opgeregen in haar klassieke kostuum. Jaloers zag ik toe hoe Fulvio Bettini daar ongestraft zijn gezicht in mocht steken, tot groot vermaak van het publiek.
Ik heb aan een stuk door gelachen en ook de kinderen die rondom mij heen zaten genoten van het stuk. Het was precies zoals het bedoeld was, bont, luchtig, speels en vrolijk. Ik moet ook nog vermelden dat alles werd uitgevoerd zonder elektrische versterking; zonder dat er één microfoon en versterker aan te pas kwam. Het geluid was perfect en pastte keurig in mijn anti-lawaaibeleid.

Mijn Belgische gasten waren er ook zeer mee ingenomen. Ze ontdekten zo waar een Napolitaans accent in het Franse chanson, alhoewel het een raadsel is waar dát nu vandaan kwam.

Muzikale regie: Sigiswald Kuijken
Theaterregie: Béatrice Cramoix
Choreografie: Letizia Dradie

Marie Kuijken: sopraan (Drusilla, de weduwe)
Fulvio Bettini: bas (Strabone, de dokter)
Maurizio Colucci: acrobatiek en dans
Apo Züveric: mime (Sergio, dienaar van Strabone)
Marie Arnoud Snakkers: mime (dienares van Drusilla)
Letizia Dradi, Marco Bendoni, Bruna Gondoni: acrobatiek / dans / mime /

Ik had graag de namen van de overige virtuoze musici ook vermeld, maar deze kon ik nergens terugvinden.

dinsdag, juli 17, 2007

Nathalie

(foto: dal van de Semois)
De Tour de France brengt herinneringen terug. Het was 1970 of ´71. Eddy Merckx ging de tour winnen. Dat was zo goed als zeker.
Het was de eerste keer dat ik verliefd werd. 13 jaar oud. We waren met de familie (vader moeder, zus) op vakantie in een socialistisch vakantiekamp ergens in de Belgische Ardennen, in Bohan, aan het riviertje de Semois. Ze heette Nathalie, kwam uit Rheims en ik had nog nooit zo´n mooi meisje gezien. Haar huid was donkerbruin als die van een kleine zigeunerin en ze had grote donkere ogen.
Voor de rest kan ik me er weinig van herinneren. Het overkwam me, en ik was helemaal in de war. Mijn moeder vond het prachtig en neuriede steeds maar Nathalie van Gilbert Becaud.

Toen de vakantie afgelopen was schreef ik met moeder´s hulp brieven naar Frankrijk en kreeg nooit antwoord terug. De volgende zomer passeerden we, op weg naar de Italiaanse rivièra, Rheims en we gingen op bezoek. Het is die leeftijd dat meisjes plotseling twee keer zo volwassen zijn als jongens. Ze zei me heel beleefd en even ongeinteresseerd gedag en verdween daarna “naar een afspraak”.

De volgende Nathalie kwam tien jaar later. Miss Curacao, een stuk bruin suikergoed, dat het liefst appeltaart at terwijl ze in bed lag. Toen ze na drie maanden nog steeds twijfelde of ze iets zou moeten ondernemen verliet ik haar. Haar luiheid werd haar uiteindelijk noodlottig, maar daarover misschien een andere keer.

De derde Nathalie verscheen onlangs. Ze werkt bij mij op kantoor. Een ronde Venezuelaanse met alweer een cremekleurige huid, met een stel prachtige groene ogen. Ze glimlacht altijd breeduit als ze me ziet, zodat ik telkens heel even duizelig word.
Maar verliefd worden op een Nathalie, dat doe ik niet meer.

Mijn muziekje van vandaag:

Hot Butter – Popcorn (1972)

vrijdag, juli 13, 2007

Hip to be Ordi

Het is afzien voor mannen deze zomer. Mode wordt bedacht door de confectie-industrie, maar het is mij een raadsel hoe iets uiteindelijk een trend wordt. Er zijn modes die een regelrechte aanslag op de esthetiek zijn. Voorbeelden van trends waar mannen van hebben gegriezeld, en nog steeds huiveren als ze er aan terugdenken; de puntschoen, de midirok, de broekrok, en de Ugly (in de retro-versie).
Deze zomer is er een ordinaire trend. De legging (in het plat-Nederlands “lekking”) is weer terug. Daarnaast dragen vrouwen hier in Spanje plotseling allemaal "zilveren" schoenen, iets wat door mijn lieve moeder altijd bestempeld werd als uitermate ordinair en iets voor vrouwen van lagere klassen met een Assepoester-syndroom.
Verder zijn er de 60´s bloesjes in fel wit, groen en blauw met bloemen, liefst in nylon. Die hingen een paar jaar terug nog op elke goedkope markstal. En tot overmaat van ramp zijn ook die afschuwelijke, afzichtelijke, nare plateau-sandalen weer terug, van katoen, met een hoge vlashak en van die veters die om het been gebonden worden.

Toch is het eigenaardig dat het niet uitmaakt wat mannen over vrouwenkleding denken. Vrouwen kijken alleen naar elkaar wat mode betreft.

Voor liefhebbers van “gewoontjes” ontdekte Duveltje deze ordi-site van Miss Lippgloss:

http://misslipgloss.web-log.nl/miss_lipgloss/2007/week21/index.html

Mijn muziekje van vandaag:

The Cure - The Forest(1980)

Suddenly I stop
But I know it's too late
I'm lost in a forest
All alone
The girl was never there
It's always the same
I'm running towards nothing
Again and again and again

vrijdag, juli 06, 2007

Zomer weer voorbij


Helaas, het duurde maar één dag. In totaal hebben we hier dit jaar nu in totaal 6 (zes!) "stranddagen" achter de rug. Gisteren moest je nummertjes trekken voor het strand, vandaag zie je er niemand.

Mijn muziekje van vandaag:

Jimi Hendrix - Castles Made of Sand (1968)

"He cries "Oh, girl you must be mad",
What happened to the sweet love you and me had?
Against the door he leans and starts a scene,
And his tears fall and burn the garden green.
And so castles made of sand fall in the sea, eventually"

donderdag, juli 05, 2007

Eindelijk zomer


´T is eindelijk zover. En hoewel dit over de lente gaat, en niet over de zomer, is het zó mooi dat ik het toch hier neerzet:
“De zon werd grooter en vlamde den hemel in een rijkelijk blauw.
De weelderige boomen waren eens zoo groot geworden en de Nethedijken de helft verhoogd van het lisch, het riet, de smeerwortel en witte kervels.
Het gers der beemden kwam boven de knieën en de duizend vette kruiden wasten ondereen tusschen honderd verschillende bloemen. Zurkel, suikerui, vergeet-mij-nietjes, peerdepoot, wilde klaverpluksels enz., eenen heelen boek.
En den eenen dag tegen den andere veranderden zij van uitzicht. Nu eens was geel de hoofdkleur, dan purper, dan roos en dan weer groen, al naar gelang den groei der kruiden en der bloemen. En dat was ´n blijdschap voor ´t gezicht, en ´n wellust voor den neus.”

Uit Pallieter, van Felix Timmermans (uit 1916!)

zondag, juli 01, 2007

Hoe zit dat nou met Franco?

In La Coruña, net als in vele andere Spaanse steden, hebben in het centrum de straten nog steeds namen als General Mola, Viaducto del Generalísimo, Primo de Rivera. Het zijn namen van fascistische generaals vanuit de periode van de dictatuur.
Een van de trouwste handlangers van Franco, Manuel Fraga, was tot voor kort president van de Xunta van Galicia, een minister die onder Franco, eigenhandig doodvonnissen ondertekende van tegenstanders van het regime.

De trouwste lezertjes van mijn blogje vroegen mij: “Daar in Spanje lopen oorlogsmisdadigers ongestraft rond. Hoe komt dat?”

Aan het begin van de zeventiger jaren verkeerde de dictatuur van Generaal Franco in een crisis. Net als andere Europese landen had Spanje te lijden onder de oliecrisis. Terwijl de rest van Europa een sterke sociale ontwikkeling had meegemaakt, zeker vanaf de Parijse revolutie van 1968, was het regime niet met zijn tijd meegegaan.

Tijdens de laatste jaren van het leven van Francisco Franco werd het duidelijk dat het voortbestaan van de dictatuur nauwelijks nog mogelijk was. De oppositie was gegroeid, maar tegelijkertijd had het fascistische regime een grote aanhang, en nog steeds veel steun onder de militairen. Met de dictator zijn gezondheid was het slecht gesteld, en een geschikte opvolger werd niet gevonden. Links Spanje hoopte op een spoedig einde van de dictatuur die leed onder een steeds sterker verzet, met als hoogtepunt de succesvolle aanslag van ETA op de rechterhand van Franco, Carrero Blanco.

Nadat de dictator op 20 november 1975 stierf nam Arias Navarro, een van zijn handlangers, zijn positie over. Op 1 juli bood deze zijn ontslag aan bij de koning, en werd er een overgangsregering ingesteld onder leiding van Adolfo Suárez, ook uit de partij van Franco afkomstig. Deze Adolfo Suárez was een handige politicus die goed de koers van het midden wist te varen. Aan de ene kant kon hij de aanhang van Franco ertoe te bewegen afstand te doen van de macht, aan de andere kant wist hij links Spanje (socialisten en communisten) van een opstand af te houden.

In 1976 werd een politieke amnestie afgekondigd en konden de vijanden van Franco die naar het buitenland waren gevlucht naar Spanje terugkeren. De eerste algemene verkiezingen ná de dictatuur werden op 15 juni 1977 gehouden.

De centrumrechtse partij van Suárez, de UDC, won deze verkiezingen. De Spaanse middenklasse was een groep die in de 60er jaren sterk was opgekomen en aan macht had gewonnen, de invloed van het koningshuis zou een rol spelen, de invloed van de rooms-katholieke kerk, en volgens sommigen zelfs een politiek spel waarin Opus Dei een rol speelde, de Noord-Amerikaanse regering zou zich ermee hebben bemoeid, en ga zo maar door. Vanwege de vele partijen die een rol speelden is het een ondoorzichtige kwestie.

Wèl is duidelijk dat het misdadig verleden van vele politici en militairen doodgezwegen werd.
Op 28 juli 2006 werd de “Ley de la memoria histórica de España” (wet van de historische herinnering” goedgekeurd. In die wet staan bepalingen over erkenning van de slachtoffers van de dictatuur, het openen van de massagraven, de zoektocht naar vermisten.
Een paar jaar geleden onderzocht de universiteit de Spaanse schoolboeken uitgegeven tussen 1979 en 1999. Van elke 100 regels geschreven over de Spaanse geschiedenis tussen 1900 en 2000 ging slechts 2%-9% over de tijd van de dictatuur terwijl deze 41 tot 44 jaar, dus 41-44% van de tijd in beslag heeft genomen. 36% van de ondervraagden verklaarde nooit iets over de Franco-dictatuur te hebben geleerd.

… wordt vervolgd.

vrijdag, juni 29, 2007

Eerlijk is Eerlijk, maar nog niet Heerlijk

Duveltje ging in zijn confessie-ijver nogal te keer tegen de Oxfam vanwege de slechte smaak van de koffie. Daarna begon ik me af te vragen of ik niet wat te hard van stapel was gelopen en vroeg ik bij Oxfam de inkoopprijzen op van de koffie.
Ik kreeg keurig binnen 2 dagen een antwoord terug, compleet met een lijst met inkoopprijzen en een uitleg met waar de koffie vandaan kwam. De minimum-inkoopprijs voor één ton koffie ligt even onder de 2000 euro. Zeg maar dat een pak van 250 gram dus 50 eurocenten inkoop kost. Dat gaat regelrecht naar de producent en is 50 tot 60 procent meer dan Douwe Egberts of een andere multinational ervoor betaalt.
De koffie gaat er helaas niet beter door smaken en jammer genoeg was ook deze e-mail weer ondertekend door de “Persoonlijke Dienstverlening” van de “Afdeling Communicatie en Marketing”.

Duveltje gaat nu voor de trouwe lezertjes op zoek naar Eerlijke Koffie die lekker smaakt. Tips zijn natuurlijk welkom.


Mijn muziekje van vandaag:


Miles Davis - L'Ascenseur Pour L'Echafaud - Nuit Sur Les Champs(Take 2)
1957

Met deze muziek loop ik door de nacht,
onder het geel-oranje licht van de natriumlampen,
autobanden die sissen op het natte asfalt. Alleen.
Dat niemand me dit ooit afneemt.


donderdag, juni 28, 2007

Vissengeur en Maneschijn

Met regelmaat ontvang ik van vrienden en kennissen reacties op mijn blog. “Je bent altijd negatief over Spanje”, zo krijg ik te horen, en “waarom blijf je er dan?”, en “schrijf eens iets positiefs”.
Nou zijn er al genoeg rozengeur en maneschijnblogs op deze wereld, dus ik voel er weinig voor om het roer om te gooien. Blijkbaar valt het voor Duveltje niet mee om positief te zijn. Het is makkelijker om ergens tegenaan te schoppen. En helaas heb ik geen Okke Zielknijper om bij op bezoek te gaan.

Maar goed, het is er toch van gekomen. Ik heb er dagenlang over gedaan, het was een heftige worsteling, dus geniet er alsjeblieft van:

Wat is er nou leuk aan Galicia?

Natuurlijk, de Natuur, maar daar zal ik een andere keer over uitweiden. Verder? Juist: Het Eten. Nee, geen Paella, dat hoort bij de Middellandse Zee. Vis, Galicia is vooral Vis.
Stap een willekeurig vismarkt binnen, in Vigo, Pontevedra, of de nieuwe vismarkt, op 2 minuten afstand van mijn werk, op de Plaza de Lugo in La Coruña. Degenen die denken dat Nederland een visland is worden hier gauw van dat waanidee bevrijd.
Hier op de markt lijkt de vis nog te spartelen, zilver in het licht, nat blauw en grijs en wit glinsterend tussen het gemalen ijs, schitterend, spetterend, met verse rode kieuwen en de glans nog in de ogen. In Galicië is de vooral de merluza populair, dat wordt vaak ten onrechte vertaald met kabeljauw, maar de Nederlandse naam is eigenlijk heek.
Onze kabeljauw is een schraal visje vergeleken bij deze sappige malse vis. Verder is alles te koop, en in alle maten en kleuren, zo is er lubina (zeebaars), dorada (goudbrasem), rape (zeeduivel), verder natuurlijk zalm en forellen, verse tonijn en sardines. Zelf ben ik dol op sardines, en daar heb ik geluk bij, want die zijn goedkoop, en goed voor mijn geheugen.
Schaal- en schelpdieren (marisco) is er ook in alle soorten: Mosselen is hier ordinair volksvoedsel. Als je het over marisco hebt, dan gaat het over Sint Jakobsschelpen, scheermessen, almejas, zamburiñas, (je kan ze ook zelf aan het strand uit het zand halen, hoewel dat verboden is), berberechos, kreeften, krabben, gamba’s, en nog veel meer. En dan natuurlijk de Percebes, die met de feestdagen voor hele hoge bedragen over de toonbank gaan.
Goed leven in Galicië, dat is je af en toe te goed doen aan een marisqueada, een maaltijd waarbij alleen maar marisco en vis geserveerd wordt, gecombineerd met een Albariño, of een witte Ribeiro, witte wijn waar maar weinig Frans druivensap het van kan winnen.

Is het geen goed positief stuk geworden? Ik vind van wel. Nu nog een goeie puntige afsluiter:

Heerlijk, die Dode Vis!

Mijn muziekje van vandaag:

The Killers - “When we were young” (2006)

“He doesn't look a thing like Jesus
But he talks like a gentleman
Like you imagined when you were young”

dinsdag, juni 26, 2007

Welkom bij de Apocalyps

"In wat voor wereld leven we?”, zo vroeg ik mij vanmiddag weer eens af. Ik kreeg meteen het antwoord toegeworpen. Op de keukentafel lag een mysterieus kartonnen doosje, dat mijn Opzetzoon daar had achtergelaten. Het ging om een Japanse tekenfilm, “anime” moet je dat noemen. Op de achterkant van het doosje stond te lezen:

“Welkom bij de Apocalyps

In het jaar 2015 staat de mensheid voor de grootste bedreiging die zij ooit gekend heeft: mysterieuze wezens, die "Engelen" worden genoemd , zaaien paniek en vernietiging overal waar ze opduiken. Niemand kent hun oorsprong noch hun motieven. Wereldwijd is er alarm gegeven.
Met het doel deze dodelijke dreiging te keren, hebben de Verenigde Naties aan de geheime organisatie NERV de opdracht gegeven gigantische androïden te bouwen; de Evangelions. Met vijf piloten aan het hoofd worden deze androïden het ultieme wapen, het enige dat overleving van de mensheid scheidt van de totale uitroeiing. Het is de laatste strijd tussen het menselijk ras en de Engelen.”

Hoe kan je als Bijzetvader je eigen Opzetzoon nou fatsoenlijk opvoeden in zo´n wereld?

Mijn muziekje van vandaag, dinsdag 26 juni 2007:
The Sparks - “This town ain´t big enough for the both of us” (1974)

“Daily, except for Sunday
You dawdle in to the cafe where you meet her (she meets you) each day
Heartbeat, increasing heartbeat
As 20 cannibals have hold of you, they need their protein just like you do
This town ain't big enough for the () both of us
And it ain't me who's gonna leave”


maandag, juni 25, 2007

Slachtoffers van Graffitikunst


Andra en Mari hadden een goedlopende kapperszaak in A Coruña, (“Andra Mari” geheten) totdat een bevriende grafittikunstenaar hen aanbood een promotioneel schilderwerkje aan te brengen op de rolluiken.


Mijn muziekje van vandaag, maandag 25 juni 2007:
Blocparty - “Little Thoughts”
“(..)I'll go back if you ask
I'll go back if you ask me,
I'll Go back, b, b, b, Backwards (..)”



donderdag, juni 21, 2007

Sportdagweer



La Coruña, 17 graden en regen. Vandaag begint de zomer, maar niet in Galicië. Het blijft maar regenen en regenen en regenen. 1800 mm valt er gemiddeld per jaar in Santiago de Compostela. Nu schijnt af en toe de zon, en het waait stevig met een wind die voortdurend lijkt te draaien. Het is Sportdagweer.

Kan je je het nog herinneren, die mythische sportdag van vroeger, tegen het einde van het schooljaar? Ik hoopte altijd dat hij niet doorging. Terwijl andere leerlingen vol verlangen uitkeken naar die ene dag in het jaar dat je de hele dag in je plakkerige viscose trainingspak over de sportvelden kon rennen, bestudeerde ik de weerberichten, een week van te voren, hopend op een stevige depressie. Helaas: op de sportdag was het altijd twijfelweer. Zon én regen, fris en benauwd, en steevast waaide het hard.

Omdat je niet wist of het evenement nou wel of niet plaats ging vinden moest je toch naar het sportveld fietsen, altijd tegen de wind in, op een uur afstand, aan de rand van de stad, daar waar het laatste beton ophield.
Je moeder drukte je het pakketje boterhammen in de hand, blij dat je toch weer een dag het huis uit was. “Zet hem op, jongen”, zei ze.
Bij het sportveld aangekomen stond een groepje verwaaide leerlingen, buiten bij het hek. Dat was de groep die nog steeds hoopte dat de sportdag afgelast zou worden. De sportieve bende, degenen die dol waren op gymnastiek hadden zich al omgekleed en sprongen enthousiast op de velden in de rondte. “Natuurlijk gáát het door!”, riep de gymleraar, en we werden naar binnengeloodst. De laatste hoop op rechtsomkeert en een heerlijke dag thuis op de bank was vervlogen.

De hemel boven het sportcomplex kleurde donkergrijs en paars en kleumend van de kou stonden we op onze beurt te wachten voor het hoogspringen, verspringen, speerwerpen. Uiteindelijk barstte de bui los, het hoosde en waaide en de troep zocht sjacherijnig een onderkomen in het beton van het sportcomplex.
De fanatiekelingen waren bezig met potloden en formulieren, en berekenden de kansen in een ingewikkeld puntensysteem waarmee uiteindelijk het winnende team en de sportheld van de dag zou worden verkozen, terwijl de rest, in een hoek waar wat minder wind waaide, stiekum een sjekkie rookte.
Opnieuw was er hoop op afgelasting, maar helaas, het klaarde op en er verscheen zelfs een zonnetje. Ik gaf me over en probeerde zo ver en zo hoog mogelijk te springen, waarbij ik nooit als eerste eindigde en ook nooit als laatste, hetgeen ik als een voorteken voor een bestaan in de grijze middenmoot zag.

Nadat eindelijk alle prijzen waren uitgereikt, en iedereen hartelijk was bedankt mocht je eindelijk naar huis. Wéér terugfietsen, wéér tegen de wind in, alles vervloekend, hopend dat die vermalijde sportdag het volgend jaar écht in het water zou vallen.
In mijn grenzeloze middelmatigheid heb ik het toch nog tot kantoorklerk geschopt. Hadden ze maar schrijfwedstrijden georganiseerd, dan was ik zeker een goede journalist geworden.