vrijdag, juli 27, 2007

Moord in de Tour Express

Topsport? Duveltje heeft er een hekel aan. “Topsport is ongezond”, zei mijn goede vader dikwijls, en hij had gelijk. Het beste voorbeeld had ik thuis. Mijn zus speelde basketball op topniveau en liep verschillende akelige blessures op.
Voor wielrennen heb ik echter een zwak en de Tour de France volg ik altijd op de voet. De afgelopen twee jaar is de strijd om de gele trui weer erg spannend. Maar niet op sportief gebied. Nee, de Tour lijkt steeds meer op de Moord in de Orient Express. Misdaad op misdaad komt aan het licht, je vraagt er af wie de schuldige is, en uiteindelijk blijkt dat vrijwel iedereen een aandeel in het misdrijf heeft.

Vorig jaar raakte winnaar Floyd Landis de gele trui kwijt vanwege een positief resultaat in een dopingtest. De Spanjaard Oscar Pereiro was nummer twee en zou dus officieel winnaar zijn. In januari 2007 schreef Le Monde dat Pereiro óók een verboden middel (tegen astma) zou hebben gebruikt.

De aanloop naar deze Tour was al veelbelovend. In mei 2007 gaf Erik Zabel toe in de Tour van 1996 EPO te hebben gebruikt. De ex-verzorger van Ullrich, Jef D´Hont , zegt dat hij Jan Ullrich in 1997 EPO te hebben toegediend. En in dezelfde maand bekent Bjarne Riis EPO te hebben gebruikt tijdens de Tour de France die hij in 1996 won.

Dan tijdens de Tour 2007:
18 juli - Het wordt bekend dat Patrik Sinkewitz doping heeft gebruikt tijdens een training op 8 juni.
21 juli - Vinokourov wordt positief bevonden en de hele Astana ploeg verdwijnt uit de Tour.
25 juli - Het blijkt dat Cristian Moreni doping heeft gebruikt en de hele Cofidisploeg stapt op.
En op de avond van dezelfde dag blijkt Michael Rasmussen te hebben gelogen over zijn verblijf in Mexico, waarschijnlijk om dopingcontroles te kunnen ontlopen, waarna de ploegleiding besluit hem weg te sturen. Diezelfde avond zien we ook nog hoe ex-profwielrenner Jan Koerts tijdens een NOS-uitzending toegeeft dat hij tijdens zijn carrière doping heeft gebruikt, en in dezelfde uitzending Jan Jonkers, vertelt dat zijn leven door de amfitaminen in het slop raakte.
Als Rasmussen verdwenen is wordt de Spanjaard Alberto Contador leider in het algemeen klassement. Deze stond vorig jaar op de lijst van klanten van dokter Fuentes die vorig jaar tijdens een anti-dopingactie van de Spaanse politie, bijgenaamd Operacion Puerto, werd gevonden.

Duveltje is bezig met het ontwerpen voor een alternatief van het videospel ProCycling Manager. In Duveltjes Dope Manager mag je als speler de renners doping geven. Hoe meer doping des te harder ze gaan fietsen maar dan wordt ook de kans dat ze tegen de lamp lopen steeds groter. De deelnemers kunnen kiezen uit verschillende middelen waaronder “gewone medicijnen”, EPO en andere zaken, en je kan ook cocktails maken van middelen. Als de renner teveel doping neemt krijgt hij natuurlijk ook bijwerkingen en kan hij vallen, het publiek in rijden, of zelfs een hartaanval krijgen.
Er komen onverwachte dopingcontroles in mijn spel, demonstraties van boeren en valpartijen in het peloton en in de eindsprint.

Mijn muziekje van vandaag:
Herman Brood - Dope Sucks (1978)

"You better do it from the heart
And don't you do it from the head
You better do it from the heart
Dope Sucks! - Just say no"

zondag, juli 22, 2007

Reïncarnatie


Jaren geleden had ik een ontmoeting met een ex-vriendin. We hadden elkaar zeker 20 jaar niet meer gezien. Mijn verwachtingen waren hooggespannen, want in het verleden hadden we enkele zeer interessante amoureuze hoogtepunten beleefd. Haar leven bleek een onverwachte wending te hebben genomen. Ze was inmiddels bekeerd tot de antroposofie en was een fanatiek volgeling van Rudolf Steiner, met grootste plannen voor een carrière als priesteres.
Tijdens onze ontmoeting verraste ze mij met het uitspreken van haar vermoeden dat ik mogelijk een reïncarnatie van Sint Johannes van het Kruis was. De reïncarnatie leidde zij ondermeer af uit het vreselijke lijden dat van mijn gezicht af te lezen is.
Deze San Juan de la Cruz, oorspronkelijk Juan de Yepes geheten, was een geestelijke afkomstig uit het Spaanse dorpje Fontiveros, in Castilla en León. Tijdens zijn leven, van 1542 tot 1591, werd hij verschillende malen in de gevangenis gezet waar hij nogal wat ellende meemaakte. Zijn ervaringen inspireerden hem bij het schrijven van fraaie mystieke werken en poëzie. In 1726 werd hij tenslotte door paus Benedictus XIII heilig verklaard.
Ze deed me daarop een mooi boek cadeau getiteld “Geboren uit Gods adem”, over het leven van de heilige, dat ik uiteraard in één adem heb uitgelezen.
Maar de stap van Duveltje naar Heilige was té groot.

Op een droeve zondag ergens in het midden van de jaren negentig sleepte iemand mij mee naar een “Paranormale Beurs”, niet omdat ik wilde, maar omdat zij het zo zag zitten en ik haar plezier niet wilde vergallen. Tja, de dingen die een man al niet placht te doen uit liefde.
Op de beurs aanbeland deed een Paranormale Pier een handlezing en een stralingslezing waarbij hij zijn handen boven mijn lichaam deed zweven alsof hij het op afstand aftastte. Ook hij verklaarde dat ik waarschijnlijk een reïncarnatie was van iemand die in een vorig leven veel te lijden had gehad, misschien wel de meest vreselijke ontberingen had ondergaan. “Misschien wel in een concentratiekamp”, voegde hij er nog aan toe.

Zelfs al ben je een nuchtere duivel zoals ik, dan schrik je toch even van al die narigheid. Het huidige leven van Duveltje is een waar feest, en dan is het moeilijk om je in al die ellende uit een vorig leven te verplaatsen. Mijn biechtvaders en spirituele begeleiders beweerden echter het tegendeel. Het is onvoorstelbaar dat ik gelukkig ben, en mocht ik dat denken dan houd ik mijzelf waarschijnlijk voor de gek. Als al dat lijden uit het verleden nog zó aanwezig is, zó zichtbaar, zó voelbaar, dan is het niet verdwenen. Dan is het zeer waarschijnlijk dat ik die ellende stiekem verberg.
Dáár ben ik dan wel verdomd goed in, vind ik zelf. Maar ik mag er niet mee spotten, zo menen degenen die het zo goed met mij voor hebben, want dat lijden wegstoppen is zeer gevaarlijk.
Het advies van de Paranormale Pier was destijds: vooral veel te huilen en de ellende naar buiten te laten stromen. Het maakte niet uit hoe. Ik hoefde mij niet te schamen. En hij deed mij daarvoor nog een paar handige tips aan de hand; het hart uitstorten kon bijvoorbeeld door hard te huilen bij goedkope Amerikaanse films of soapseries.

Helaas het huilen gaat mij moeilijk af. Vorig jaar huilde ik echter een hele film lang, bij Habana Blues van Benito Zambrano. Waarom? Dat is me eigenlijk een raadsel. Nee, tijdens dit leven lukt het niet meer al dat lijden nog te verwerken. Een nieuwe reïncarnatie is natuurlijk altijd mogelijk maar ik vrees voor een plaats op terrasje 6 in het Vagevuur, dat van de Vraatzuchtigen, goed omschreven door Dante Alighieri (Canto XXII-XXIV).
Alhoewel,… misschien is het een vorig leven dat mij naar Spanje heeft gedreven? Toen ik laatst voorbij Fontiveros fietste schoot mij toch een brok in de keel.

De Cántico Espiritual van San Juan de la Cruz is online te lezen en te beluisteren op:

http://www.cervantesvirtual.com/FichaObra.html?portal=0&Ref=23349&video=1

meer:

http://www.cervantesvirtual.com/servlet/SirveObras/02582741080247484199079/p0000008.htm

vrijdag, juli 20, 2007

Vrolijke Sigiswald


Gisteren mocht ik in het Auditorio de Galicia in Santiago de Compostela de opera "La vedova ingegnosa ossia Il medico ignorante" van Giuseppe Sellitto aanschouwen, uitgevoerd door La Petite Bande van Sigiswald Kuijken.
Het stuk is een vrolijke opera buffa, bedoeld als intermezzo in een serieuze opera (in dit geval van Demofonte van Leonardo Leo e Metastasio).

Sigiswald, die met zijn halflange haar altijd zo al op een Middeleeuwse minstreel lijkt, kondigde het stuk zelf aan, waarbij hij meteen de toon zette door moeite met de Spaanse taal te veinzen en met grappige grimassen op zijn gezicht het publiek aan het lachen te brengen.
De uitvoering is bedoeld om mensen aan een stuk door te laten lachen, zo vertelde hij. Bovendien beloofde hij een verrassing, een aria in het midden van het stuk, die te maken had met het feit dat de zangeres uit Napels afkomstig zou zijn, zo begreep ik het tenminste.
De voorstelling bood van alles en nog wat, mime, dans, acrobatiek, zang en dat alles heel vrolijk.
Sigiswald geeft de voorkeur aan een traditionele uitvoering, trouw aan het origineel, niet alleen wat betreft de muziek, maar ook wat betreft de kostuums en het decor. De “aria” tussen het eerste en het tweede bedrijf, gezongen door sopraan Marie Kuijken, bleek een Frans lied uit de 19e of 20e eeuw, dat we niet thuis konden brengen. Met dit lied doorbreekt De Kleine Bende eigenlijk de komische klucht, heel listig, met een serieus intermezzo.

Marie Kuijken´s stem hapert in de afwerking, bloeit vooral daar waar ze met veel volume en lange tonen zingt. Maar juist die imperfectie komt ten goede aan de charme en de spontaniteit. Duveltje houdt helemaal niet van perfectie. Bovendien is haar schoonheid alleen al adembenemend, met haar onschuldige gezichtje, het prachtige blonde haar, blanke huid en de welvingen van haar boezem opgeregen in haar klassieke kostuum. Jaloers zag ik toe hoe Fulvio Bettini daar ongestraft zijn gezicht in mocht steken, tot groot vermaak van het publiek.
Ik heb aan een stuk door gelachen en ook de kinderen die rondom mij heen zaten genoten van het stuk. Het was precies zoals het bedoeld was, bont, luchtig, speels en vrolijk. Ik moet ook nog vermelden dat alles werd uitgevoerd zonder elektrische versterking; zonder dat er één microfoon en versterker aan te pas kwam. Het geluid was perfect en pastte keurig in mijn anti-lawaaibeleid.

Mijn Belgische gasten waren er ook zeer mee ingenomen. Ze ontdekten zo waar een Napolitaans accent in het Franse chanson, alhoewel het een raadsel is waar dát nu vandaan kwam.

Muzikale regie: Sigiswald Kuijken
Theaterregie: Béatrice Cramoix
Choreografie: Letizia Dradie

Marie Kuijken: sopraan (Drusilla, de weduwe)
Fulvio Bettini: bas (Strabone, de dokter)
Maurizio Colucci: acrobatiek en dans
Apo Züveric: mime (Sergio, dienaar van Strabone)
Marie Arnoud Snakkers: mime (dienares van Drusilla)
Letizia Dradi, Marco Bendoni, Bruna Gondoni: acrobatiek / dans / mime /

Ik had graag de namen van de overige virtuoze musici ook vermeld, maar deze kon ik nergens terugvinden.

dinsdag, juli 17, 2007

Nathalie

(foto: dal van de Semois)
De Tour de France brengt herinneringen terug. Het was 1970 of ´71. Eddy Merckx ging de tour winnen. Dat was zo goed als zeker.
Het was de eerste keer dat ik verliefd werd. 13 jaar oud. We waren met de familie (vader moeder, zus) op vakantie in een socialistisch vakantiekamp ergens in de Belgische Ardennen, in Bohan, aan het riviertje de Semois. Ze heette Nathalie, kwam uit Rheims en ik had nog nooit zo´n mooi meisje gezien. Haar huid was donkerbruin als die van een kleine zigeunerin en ze had grote donkere ogen.
Voor de rest kan ik me er weinig van herinneren. Het overkwam me, en ik was helemaal in de war. Mijn moeder vond het prachtig en neuriede steeds maar Nathalie van Gilbert Becaud.

Toen de vakantie afgelopen was schreef ik met moeder´s hulp brieven naar Frankrijk en kreeg nooit antwoord terug. De volgende zomer passeerden we, op weg naar de Italiaanse rivièra, Rheims en we gingen op bezoek. Het is die leeftijd dat meisjes plotseling twee keer zo volwassen zijn als jongens. Ze zei me heel beleefd en even ongeinteresseerd gedag en verdween daarna “naar een afspraak”.

De volgende Nathalie kwam tien jaar later. Miss Curacao, een stuk bruin suikergoed, dat het liefst appeltaart at terwijl ze in bed lag. Toen ze na drie maanden nog steeds twijfelde of ze iets zou moeten ondernemen verliet ik haar. Haar luiheid werd haar uiteindelijk noodlottig, maar daarover misschien een andere keer.

De derde Nathalie verscheen onlangs. Ze werkt bij mij op kantoor. Een ronde Venezuelaanse met alweer een cremekleurige huid, met een stel prachtige groene ogen. Ze glimlacht altijd breeduit als ze me ziet, zodat ik telkens heel even duizelig word.
Maar verliefd worden op een Nathalie, dat doe ik niet meer.

Mijn muziekje van vandaag:

Hot Butter – Popcorn (1972)

vrijdag, juli 13, 2007

Hip to be Ordi

Het is afzien voor mannen deze zomer. Mode wordt bedacht door de confectie-industrie, maar het is mij een raadsel hoe iets uiteindelijk een trend wordt. Er zijn modes die een regelrechte aanslag op de esthetiek zijn. Voorbeelden van trends waar mannen van hebben gegriezeld, en nog steeds huiveren als ze er aan terugdenken; de puntschoen, de midirok, de broekrok, en de Ugly (in de retro-versie).
Deze zomer is er een ordinaire trend. De legging (in het plat-Nederlands “lekking”) is weer terug. Daarnaast dragen vrouwen hier in Spanje plotseling allemaal "zilveren" schoenen, iets wat door mijn lieve moeder altijd bestempeld werd als uitermate ordinair en iets voor vrouwen van lagere klassen met een Assepoester-syndroom.
Verder zijn er de 60´s bloesjes in fel wit, groen en blauw met bloemen, liefst in nylon. Die hingen een paar jaar terug nog op elke goedkope markstal. En tot overmaat van ramp zijn ook die afschuwelijke, afzichtelijke, nare plateau-sandalen weer terug, van katoen, met een hoge vlashak en van die veters die om het been gebonden worden.

Toch is het eigenaardig dat het niet uitmaakt wat mannen over vrouwenkleding denken. Vrouwen kijken alleen naar elkaar wat mode betreft.

Voor liefhebbers van “gewoontjes” ontdekte Duveltje deze ordi-site van Miss Lippgloss:

http://misslipgloss.web-log.nl/miss_lipgloss/2007/week21/index.html

Mijn muziekje van vandaag:

The Cure - The Forest(1980)

Suddenly I stop
But I know it's too late
I'm lost in a forest
All alone
The girl was never there
It's always the same
I'm running towards nothing
Again and again and again

vrijdag, juli 06, 2007

Zomer weer voorbij


Helaas, het duurde maar één dag. In totaal hebben we hier dit jaar nu in totaal 6 (zes!) "stranddagen" achter de rug. Gisteren moest je nummertjes trekken voor het strand, vandaag zie je er niemand.

Mijn muziekje van vandaag:

Jimi Hendrix - Castles Made of Sand (1968)

"He cries "Oh, girl you must be mad",
What happened to the sweet love you and me had?
Against the door he leans and starts a scene,
And his tears fall and burn the garden green.
And so castles made of sand fall in the sea, eventually"

donderdag, juli 05, 2007

Eindelijk zomer


´T is eindelijk zover. En hoewel dit over de lente gaat, en niet over de zomer, is het zó mooi dat ik het toch hier neerzet:
“De zon werd grooter en vlamde den hemel in een rijkelijk blauw.
De weelderige boomen waren eens zoo groot geworden en de Nethedijken de helft verhoogd van het lisch, het riet, de smeerwortel en witte kervels.
Het gers der beemden kwam boven de knieën en de duizend vette kruiden wasten ondereen tusschen honderd verschillende bloemen. Zurkel, suikerui, vergeet-mij-nietjes, peerdepoot, wilde klaverpluksels enz., eenen heelen boek.
En den eenen dag tegen den andere veranderden zij van uitzicht. Nu eens was geel de hoofdkleur, dan purper, dan roos en dan weer groen, al naar gelang den groei der kruiden en der bloemen. En dat was ´n blijdschap voor ´t gezicht, en ´n wellust voor den neus.”

Uit Pallieter, van Felix Timmermans (uit 1916!)

zondag, juli 01, 2007

Hoe zit dat nou met Franco?

In La Coruña, net als in vele andere Spaanse steden, hebben in het centrum de straten nog steeds namen als General Mola, Viaducto del Generalísimo, Primo de Rivera. Het zijn namen van fascistische generaals vanuit de periode van de dictatuur.
Een van de trouwste handlangers van Franco, Manuel Fraga, was tot voor kort president van de Xunta van Galicia, een minister die onder Franco, eigenhandig doodvonnissen ondertekende van tegenstanders van het regime.

De trouwste lezertjes van mijn blogje vroegen mij: “Daar in Spanje lopen oorlogsmisdadigers ongestraft rond. Hoe komt dat?”

Aan het begin van de zeventiger jaren verkeerde de dictatuur van Generaal Franco in een crisis. Net als andere Europese landen had Spanje te lijden onder de oliecrisis. Terwijl de rest van Europa een sterke sociale ontwikkeling had meegemaakt, zeker vanaf de Parijse revolutie van 1968, was het regime niet met zijn tijd meegegaan.

Tijdens de laatste jaren van het leven van Francisco Franco werd het duidelijk dat het voortbestaan van de dictatuur nauwelijks nog mogelijk was. De oppositie was gegroeid, maar tegelijkertijd had het fascistische regime een grote aanhang, en nog steeds veel steun onder de militairen. Met de dictator zijn gezondheid was het slecht gesteld, en een geschikte opvolger werd niet gevonden. Links Spanje hoopte op een spoedig einde van de dictatuur die leed onder een steeds sterker verzet, met als hoogtepunt de succesvolle aanslag van ETA op de rechterhand van Franco, Carrero Blanco.

Nadat de dictator op 20 november 1975 stierf nam Arias Navarro, een van zijn handlangers, zijn positie over. Op 1 juli bood deze zijn ontslag aan bij de koning, en werd er een overgangsregering ingesteld onder leiding van Adolfo Suárez, ook uit de partij van Franco afkomstig. Deze Adolfo Suárez was een handige politicus die goed de koers van het midden wist te varen. Aan de ene kant kon hij de aanhang van Franco ertoe te bewegen afstand te doen van de macht, aan de andere kant wist hij links Spanje (socialisten en communisten) van een opstand af te houden.

In 1976 werd een politieke amnestie afgekondigd en konden de vijanden van Franco die naar het buitenland waren gevlucht naar Spanje terugkeren. De eerste algemene verkiezingen ná de dictatuur werden op 15 juni 1977 gehouden.

De centrumrechtse partij van Suárez, de UDC, won deze verkiezingen. De Spaanse middenklasse was een groep die in de 60er jaren sterk was opgekomen en aan macht had gewonnen, de invloed van het koningshuis zou een rol spelen, de invloed van de rooms-katholieke kerk, en volgens sommigen zelfs een politiek spel waarin Opus Dei een rol speelde, de Noord-Amerikaanse regering zou zich ermee hebben bemoeid, en ga zo maar door. Vanwege de vele partijen die een rol speelden is het een ondoorzichtige kwestie.

Wèl is duidelijk dat het misdadig verleden van vele politici en militairen doodgezwegen werd.
Op 28 juli 2006 werd de “Ley de la memoria histórica de España” (wet van de historische herinnering” goedgekeurd. In die wet staan bepalingen over erkenning van de slachtoffers van de dictatuur, het openen van de massagraven, de zoektocht naar vermisten.
Een paar jaar geleden onderzocht de universiteit de Spaanse schoolboeken uitgegeven tussen 1979 en 1999. Van elke 100 regels geschreven over de Spaanse geschiedenis tussen 1900 en 2000 ging slechts 2%-9% over de tijd van de dictatuur terwijl deze 41 tot 44 jaar, dus 41-44% van de tijd in beslag heeft genomen. 36% van de ondervraagden verklaarde nooit iets over de Franco-dictatuur te hebben geleerd.

… wordt vervolgd.