maandag, maart 31, 2008

Vaarwel Hugo

foto : Ramón Sampedro

In 2004 kwam de film Mar a Dentro van Alejandro Amenábar uit, met een fantastische vertolking van de hoofdrol door Javier Bardem. De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Het is het verhaal van Ramón Sampedro (1943-1998), een man die na een duik in ondiep water voor de rest van zijn leven vrijwel over zijn hele lichaam was verlamd.

Na een mislukte juridische strijd voor een legalisering van zijn zelfdoding pleegde hij tenslotte toch euthanasie met hulp van een vriendin. De film gaf in Spanje aanleiding tot een flinke discussie rondom het onderwerp zelfdoding.

Avond in avond uit werd er destijds door politici, geestelijken en wetenschappers op televisie gediscussieerd en gedebatteerd. De katholieke kerk heeft in Spanje natuurlijk veel te zeggen. In die discussies wordt Nederland altijd weer als voorbeeld aangehaald. Dankzij de liberale wetgeving zou euthanasie in Nederland een fluitje van een cent zijn. Daarmee wordt een volslagen verkeerde voorstelling van zaken gegeven.

“Héél Amsterdam zit in Antwerpen”, werd afgelopen zaterdag door een verslaggever op de Nederlandse Radio gezegd. Héél Amsterdam, daar bedoelde men waarschijnlijk mee Harry Mulisch, Connie Palmen en Adri van der Heijden. Iedereen wilde natuurlijk zijn gezicht laten zien bij het afscheid van Hugo Claus.

En toen was er het thema van de euthanasie. Premier Guy Verhofstadt zou de euthanasie van Claus als een heldhaftige daad geclassificeerd hebben en Kardinaal Godfried Danneels zei vervolgens dat hij het géén heldendaad vond. Erwin Mortier reageerde daar weer op in zijn rede bij de plechtigheid afgelopen zaterdag: “Erwin Mortier. "Het is een bittere ironie dat de man die ons uitsprak als wezens die zich nimmer volkomen kunnen beschaven, postuum nog de les wordt gespeld door lieden waarvoor hij steeds een heilzaam gebrek aan ontzag heeft vertoond: prinsen van allerlei slag, kerkvorsten (...), het slag volk dat hem al van in zijn prilste jaren heeft willen kleineren. Louter en alleen omdat de keuze van zijn levenseinde niet de hunne is, komen ze weer van onder de plaveien gekropen en spuien hun laffe gal. De eigen morele superioriteit celebreren boven het lichaam van een geliefde dode is geen heldendaad. Meneer de kardinaal schaam je."

Hij had gelijk, maar het was jammer dat hij het allemaal op zo’n zalvend toontje uitsprak.

Sterven is een intiem gebeuren, tenminste dat zou het moeten zijn. Net zo intiem als de geboorte, en de liefde. Uitspraken over heldendom zijn niet op zijn plaats. Ik denk niet dat Hugo Claus ooit zelf zijn daad als lafheid, heldendom of iets wat er tussen in ligt zou hebben omschreven. Euthanasie is net zo min heldhaftig als de keuze voor dementie, volledige aftakeling of voor een pijnlijke doodsstrijd.

Kunstenaars, politici en kardinalen, wees voorzichtig met uw woorden, het is niet fout om eens na te denken alvorens je mond open te doen. Met woorden kan je levenden veel pijn doen.

zondag, maart 23, 2008

Grootheidswaanzin

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 12: “Grootheidswaanzin”.foto: kasteeltje van Santa Cruz, zondag 23 maart 2008

We zitten hier te bibberen in A Coruña. Verwarming aan. Truien en vesten. De trip naar O Caurel hebben we afgelast. Hagel en sneeuw waren te verwachten, zo was ons verteld.

Tot overmaat van ramp wordt Duveltje getroffen door een allergieaanval en slikt Ebastel, waar hij weer slaperig en duizelig van wordt. Slik aspirine voor de hoofdpijn en rennie voor de maag die maar op blijft spelen. Maar ik heb geen zin om het glas Rioja te laten staan.

Gelukkig was het vanochtend even zonnig. We wandelden naar een van mijn favoriete plekjes. Het kasteeltje van Santa Cruz, dat tegenwoordig is ingericht als expositieruimte.

Het dateert uit 1594 en werd gebouwd nadat in 1589 bij een aanval van Francis Drake was gebleken dat La Coruña wat kwetsbaar was. De Engelse piraat in dienst van de Engelse kroon viel de stad aan nadat in 1588 de Spaanse Onoverwinnelijke Armada hopeloos was mislukt. "No soy hombre de mar, ni de guerra", (ik ben geen man van de zee, noch van de oorlog) had de bevelhebber van de Armada, de Hertog van Medina-Sidonia, nog gewaarschuwd. Maar dat werd letterlijk in de wind geslagen. Uiteindelijk keerden maar 67 van de 137 schepen in Spanje terug

Overmoed of grootheidswaanzin? We houden het maar op het laatste.

donderdag, maart 06, 2008

Mijn eerste dooie

Ons ouderlijk huis was een etagewoning aan een gracht in Amsterdam. Op de begane grond was een wasserij gevestigd. Mijn moeder liet geen gelegenheid onbenut om te laten merken dat de uitbatende familie tot een andere klasse mensen behoorde dan de onze en dat ze de benedenburen maar een ordinair zootje vond.

Des te meer verbaasde het mij dat ze me toen vroeg: “Ga je mee naar opa C. kijken?” Opa C. was de vader van de benedenbuurman. Ik had gehoord dat de oude man was overleden, dus ik vond haar vraag wat eigenaardig.

“Opa C.? Maar die is toch dood?”, antwoordde ik.
“Jazeker”, zei ze, onverschillig, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was

Ik had nog nooit een dooie gezien, dus ik was nogal verbaasd. Misschien vond mijn moeder de tijd aangebroken dat ik maar eens met de dood kennismaakte. Ik was nieuwsgierig en protesteerde niet.

“Maar waar is hij dan?”
“Ja,…. beneden, … hij ligt gewoon beneden!”.

Ik snapte er niets van. Hoe kon je zo’n dooie nou in huis houden?

“Gaat ie dan niet begraven worden?”, vroeg ik.
“Ja, later”, antwoordde mijn moeder, “maar nu ligt hij nog beneden. En ze hebben gevraagd of we komen kijken”. Ik begreep er heel weinig van, maar voelde aan dat mijn moeder mij mee wilde hebben.
“Nou ja, vooruit dan maar”, .. zuchtte ik.

We trokken aan de bel. De buurvrouw, de dochter van Opa C., deed open en lachte. Lachen dat deed ze anders nooit en door haar gegrijns werd die toch al vreemde situatie nog veel eigenaardiger,

We gingen de woonkamer binnen. Ja hoor, ... daar lag een grote houten kist, op de eetkamertafel. “Daar had ik hem nou nooit neergelegd”, dacht ik.

Het bovenste deel van de kist stond open. Zo zag je de oude man met zijn grijze saaie gezicht.

“Hij ziet er precies zo uit als toen hij nog leefde”, dacht ik, “nèt zo saai en nèt zo grijs”. Dat was de zuivere waarheid. Opa C. zat die laatste jaren alleen maar achter het raam en keek naar buiten, waar wij na schooltijd op de stoep voor het huis aan het voetballen waren. Als we teveel herrie maaken, of de bal tegen het raam schoten dan schoof hij de vitrage opzij, bonsde met zijn vuist tegen het glas, drukte zijn norse kop tegen het raam en schreeuwde ons iets akeligs toe.

“Ik ben blij dat ie dood is”, dacht ik, “ik zal hem niet missen”, maar dat zei ik natuurlijk niet. Volgens mij dacht zijn schoondochter er precies hetzelfde over, want ze lachte voortdurend, waarbij telkens één enkele akelig blinkende gouden tand halverwege haar mond vrijkwam. Dat lachen was iets wat ik haar werkelijk nooit eerder had zien doen.

Mijn moeder kreeg een kopje thee. Ze keek weinig naar de kist en het was alsof ze de hele tijd de andere kant op, naar buiten door het raam, staarde.

Ik probeerde op mijn tenen de gaan staan en boog een beetje naar de kist toe om de dooie kop wat beter te bekijken. Tegelijkertijd snoof ik wat lucht op. Ik had gehoord dat dooien stonken, maar deze rook naar niks.

Mijn moeder trok me snel terug. Blijkbaar vond ze de dode toch niet geheel ongevaarlijk. Maar ik had wel net gezien dat ie zich niet geschoren had voordat ie dood ging.

Mijn moeder dronk snel haar thee op, en we vertrokken, nadat mijn moeder nogmaals haar medeleven had betuigd.

“Nou, hoe vond je het?”, vroeg ze. toen we de trap weer opliepen.

Tja, dat was mijn eerste dooie, toch?”, zei ik, dromerig,..

dinsdag, maart 04, 2008

Ondeskundig liegen

In de serie ”80 redenen waarom Spanje de Tachtigjarige Oorlog verloren heeft”, deel 11: “Ondeskundig liegen!”.

Hoe zat dat ook alweer met die Mookerheide? Hendrik en Lodewijk van Oranje waren op weg naar hun broer Willem toen ze het Spaanse leger tegenkwamen. Ze onderschatten de kracht van de Spaanse cavalerie en dat kwam hen duur te staan want ze werden door de Spanjaarden de pan in gehakt en de twee Oranjes legden er zelfs het loodje bij.

Hoe beloonden de Spanjaarden hun troepen voor deze overwinning? Wij lezen het na in Geschiedenis der Nederlandsche beroerten in de XVIe eeuw, door Willem Johannes Franciscus Nuyens.
“Drie duizend spaansche soldaten, en dat wel de allerbeste troepen des konings in de Nederlanden begonnen met de grootste onstuimigeheid om hunne soldij te schreeuwen. Waarvoor hadden zij, was hunne vraag, dan hun leven gewaagd? (..) men liet hen tot loon niets anders dan armoede, ellende en hunne wonden. De officieren trokken er de eer en het voordeel van terwijl men hun hunne soldij niet betaalde dan voor een deel, en dan nog als een gratie en gunst. Van klachten en dreigementen sloegen zij over tot openbaar oproer en geweld, en binnen weinige uren hadden de officieren al hun gezag verloren en moesten zij zelfs voor hun leven vreezen”.

De Spaanse bevelhebbers beloofden hun soldaten geld en buit, terwijl er op de Mookerhei natuurlijk weinig te halen viel. Een militaire overwinning werd aldus een politieke nederlaag, door ondeskundig liegen.

Op 9 maart is het tijd voor de algemene verkiezingen in Spanje. Eigenlijk gaat het als sinds 1986 tussen twee partijen de conservatieve, rechtse PP, de Partido Popular, en de linkse PSOE, de sociaaldemocraten, de Partido Socialista Obrero Español. De lijstaanvoerders zijn respectievelijk Mariano Rajoy en José Luis Rodríguez Zapatero, de huidige premier.

Beiden gingen afgelopen maandag 25 februari met elkaar in debat op de Spaanse televisie. Daarbij droegen ze allebei nogal wat cijfers aan, onder andere over immigratie, en over de economie. Ze hadden geen rekening gehouden met oplettende journalisten die achteraf even gingen controleren of die cijfers nu eigenlijk wel klopten. Toen bleek dat allebei de politici de cijfers hadden verdraaid om het debat naar hun hand te zetten. De verbazing en de verontwaardiging onder het publiek was groot. Niet vanwege de verkeerde cijfers, maar meer vanwege het onvakkundige aspect van het liegen. Iedereen weet dat politici cijfers verdraaien, maar een goede politicus blinkt toch uit juist door het goed verdraaien van de cijfers.

Gisteren kregen de beide heren een herkansing. Zapatero won, volgens de opiniepeilingen, het tweede debat. Hij had voor de zekerheid nu maar alle cijfers van de Rekenkamer bij zich, op papier, zodat de presentatoren en Rajoy deze in konden kijken. Rajoy verslikte zich, .. stom, waarom had hij daar niet aan gedacht, zo zag je hem denken. En als Zapatero ergens goed in is, dan is het wel in triomfantelijk lachen.

Ondeskundig liegen, dat is de 11e reden dat de Spanjaarden de Tachtigjarige Oorlog hebben verloren.

Meer over de verkiezingen op:

http://www.elpais.com/especial/elecciones-generales/