vrijdag, december 29, 2006

Toeval

Het leven valt van toeval in elkaar. Ik ben weliswaar niet bijgelovig, maar geloven in het toeval doe ik wel.

Het valt mij op dat na een langere periode van akelig weder de stad altijd plotseling vol is van vreemde mensen. Ze komen als onkruid van tussen stenen uit, of als dieren na een winterslaap vanuit hun holen gekropen.

Zo zag ik deze middag, tijdens een kleine wandeling door het centrum van A Coruña, die hooguit 10 minuten duurde, de volgende criaturen voorbij scharrelen:

1. Een dame op leeftijd die haar kapsel in rode en blonde kleuren had laten verven, (zoiets krijg je zelf nóóit voor elkaar) op zodanige wijze dat het leek alsof de blonde pluksels langer waren dan het rode haar eromheen. Hierdoor had zij het uiterlijk van een sierkip aangenomen, hetgeen nog werd versterkt door haar rimpelige hals en haar schokkerig bewegen.
2. Een jongeling, ondanks zware bewolking uitgerust met een zonnebril, met een indrukwekkend breed zilveren montuur, die een blikje bier had veroverd (naar zijn uiterlijk te oordelen was het gestolen goed), en dit trofee met gestrekte arm al wandelend recht voor zich uithield. Hij liep enigszins voorover, waardoor het leek alsof hij door het blikje zelf voort werd gesleept.
3. Een man die over zijn gehele statuur glansde. Zijn kale hoofd weerkaatste de plotselinge zonnestraal, zijn gezicht straalde alsof hij in het zweet baadde, en daarenonder droeg hij een lange, zwarte, leren jas die glansde van ouderdom. Zijn spijkerbroek glom van het vet, en zijn schoenen van de smeer.
4. Een kleine zwangere vrouw die een luidspreker voortsjouwde met een coon die precies dezelfde diameter had als haar buik.
5. Een vrouw die geheel in goudkleurige kleding statig voortging.
6. Een kleine oude man, die tijdens het lopen zo heen en weer waggelde dat hij zich tussen zijn wandelstok aan de ene kant, en zijn paraplu aan de andere kant, elk in een hoek van ongeveer 35 graden, in evenwicht moest houden.

Was het niet Willem Elsschot die schreef over dat je dagen hebt dat je steeds een en hetzelfde type tegenkomt op straat? Er zijn dagen met manke mannetjes, knappe donkere vrouwen op hoge hakken, geblondeerde negers en hele dikke mannen rijdend op Solexen.

Het toeval wil dat ik dat werk van Elsschot kwijt ben.

dinsdag, december 26, 2006

Nep


Deze week las ik een artikel in “La Voz de Galicia” dat de politie tijdens de kadodagen, (wees eerlijk, feestdagen kunnen we het toch moeilijk meer noemen) hard op zou treden tegen de ambulante handel. De winkeliers in het Centrum van La Coruña klagen over de grote hoeveelheid clandestiene verkopers die in de winkelstraten hun waren aan de man proberen te brengen. Afgelopen zaterdag werden er meer dan vijftig handelaren geteld.
De handelaren zijn meest illegale Afrikaanse immigranten die namaak- Calvin-Klein-kleding, namaak- LaCoste-Perfum, en illegaal gekopieerde cd´s verkopen.

Pakken de Spaanse regering en de Europese Gemeenschap die illegale immigratie aan? Nee, niet echt. Het is net als met het terrorisme. Je kan moeilijk op elke straathoek een politieagent neerzetten. De strijd tegen het terrorisme is een nepstrijd. De staat moet de burger het gevoel kunnen geven dat hij veilig over straat kan wandelen, of in een vliegtuig kan stappen. Als dat gevoel er niet meer is dan is er sprake van sociale onrust en dat is slecht voor de economie.
Daarom wordt er net-alsof gedaan. Zo ook met de immigratie. Die houd je niet tegen, want de Europese grenzen zijn net zomin als de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico te beveiligen of af te grendelen. Maar je kan wel net doen alsof.

Ondertussen is er een massale volksverhuizing aan de gang. Op drukke dagen zetten meer dan duizend bootvluchtelingen voet aan het Spaanse land. De regering doet alsof ze er druk mee bezig is, maar de waarheid is dat die immigratie de Europese ondernemingen aardig in de kaart speelt. De invoer van lage lonen arbeid uit Oost-Europa en Afrika is enorm. In Barcelona lopen Oost-Europese obers rond die 600 euro of minder per maand verdienen, van arbeidsinspectie is nauwelijks sprake. 90% van de arbeidscontracten die afgelopen jaar werden afgesloten waren tijdelijke contracten of contracten “per project”, (waarbij de werknemer na afloop wordt ontslagen). Het was de Spaanse regering die in het Europese Parlement een voorstel tot een maximale werkweek van 60 uur tegenhield. Het water loopt Balkenende uit de mond bij zo een voorbeeld.
De Europese armoedegrens ligt op 777 euro. De gemiddelde Spaanse ongeschoolde of lager opgeleide werknemer zit tegenwoordig ongeveer op dit loon. In Galicië is het zelfs heel gewoon dat iemand die afgestuurd is aan de universiteit dit loon verdient, vanwege de hoge werkloosheid en het beperkte aanbod van banen.
Er is geen structurele aanpak voor het probleem van armoede op deze wereld. Terwijl wij onze kerstkalkoenen naar binnen schrokken slapen buiten mensen in kartonnen dozen en steken honderden mensen in wrakke bootjes de oceaan over in de hoop in Europa een betere toekomst te vinden. Dát is de realiteit van de huidige Europese sociale politiek.

“Echt” is tegenwoordig niet meer te betalen. Sierraden zijn van nepgoud, auto´s zijn van nepmetaal, meubels zijn niet meer van echt hout, maar van laminaat, in de keuken composiet in plaats van marmer of graniet. We dragen nepmerkkleding en hebben een plastic kerstboom met plastic ballen in de huiskamer staan. We eten nep-sashimi, nep-verse kant-en-klaar-maaltijden, en nep-soep-volgens-grootmoeders-recept.

In Spanje voert het nep-socialisme hoogtij.

vrijdag, december 22, 2006

Telebasura


Tele-basura

Vind u Nederlandse televisie erg? Spaanse televisie is nog veel erger! Weliswaar is dat de schuld van Nederlanders, want de Spaanse televisie is totaal Geëndemold. Big Brother heet hier in Spanje Gran Hermano, Idols heet hier “Operacion Triunfo”, en natuurlijk hebben we hier het Dansen-met-Bekende-Sterren-programma, het Eiland-programma, en het Topmodellen-programma. Allemaal Realiteits-Ellende van de bovenste plank.
Verder zijn er heel veel Shownieuws-programma´s. De Nationale Televisie doet hier ook driftig aan mee om te kunnen concurreren met de commerciële zenders.

Een reclameblok duurt in Spanje zo´n twintig minuten en een speelfilm duurt met alle reclame mee ongeveer drie uur. Ongeveer de helft van speelfilms zijn films met Sylvester Stallone, Jackie Chan, Arnold Schwarzenegger en Jean-Luc Van Damme. Omdat de meeste speelfilms beginnen rondom tien uur ´s avonds kijken we doordeweeks nooit een film uit, want je wil toch niet om één uur ´s nachts naar bed om te zien hoe Arnold het wéér wint.
Bijna alle films zijn nagesynchroniseerd in het Spaans. Er bestaat een ware Stemmenmaffia in Spanje, want het zijn altijd de zelfde stemmen die je beluistert. Hoorde je gisteren hoe Manolito Gonzalez met zijn meesterlijke synchronisatie John Wayne om zeep hielp, zo doet Manolito Gonzalez vandaag zonder moeite hetzelfde met Humphrey Bogart. Kinderstemmen worden door Volwassen Leden van het Stemmensyndicaat zonder gêne nagebootst.

De Shownieuws-programma´s worden voornamelijk bevolkt door Shownieuws-sterren. Dat zijn mensen die eigenlijk nooit iets anders doen dan praten in Shownieuws-programma´s, dat wil zeggen door mensen die goud geld verdienen met het verkopen van flauwekul. Er worden veel krokodillentranen gehuild en het programma is pas een écht succes als iedereen opgewonden door elkaar heen begint te schreeuwen zodat de toeschouwer niet meer begrijpt waar het om gaat. Het klootjesvolk mag ondertussen SMS-jes sturen met tekstjes die onderaan in beeld vertoond worden.

Er is slechts één serieuze Spaanse televisiezender, en dat is TVE 2. Die zender zendt ´s avonds culturele programma´s uit. Af en toe wordt de zender overgenomen door de lokale omroep en dan wordt cultuur voornamelijk folklore, met fraaie documentaires over volksdansen en traditionele mosselvangst.

Een paar weken geleden kochten we een TDT-kastje. Een kastje dat het analoge antenne-signaal omzet in een digitaal signaal. We hebben nu 23 kanalen met pulptelevisie in plaats van 8. Het enige pluspunt is dat ik nu de speelfilms in de originele taal kan bekijken.

De Spanjaarden hebben zelf een naam verzonnen voor de pulp die uitgezonden wordt: Tele-basura, hetgeen tele-vuilnis betekent.

Mijn advies voor de Nederlandse Digitaal Archeologische Dienst: Alle Nederlandse televisie uitgezonden tussen 1966 en 2006 opslaan, maar dan ook álles. Later zal de Nederlandse Televisie beschouwd worden als Absolute Topkwaliteit. Zoals wij nu onze schilders van de Gouden Eeuw vieren, zo zullen Koot en Bie, Mies Bouman, Wim T. Schippers, Hans Keller, Koos Postema, Ad 's-Gravesande en vele andere Nederlandse televisiemakers straks wereldwijd als Grote Pioniers en Beeldkunstenaars worden gezien.

woensdag, december 13, 2006

Wéér Trecet


Daar was hij weer. Die verschrikkelijke Ramón Trecet. Gisteren kwam hij met Taj Mahal.
Trecet: "In 1968 was er gelijkertijd met Taj Mahal een andere bluesgitarist die bekend werd. Die heette Johnny Winter. Nu, 40 jaar later, weet niemand - behalve ouwe sokken met grijze haren zoals ik - wie Johnny Winter is. Terwijl Taj Mahal wereldberoemd is. "
Mag Ramón alsjeblieft met pensioen?
Vandaag kwam hij met een "geweldige cd" (als híj hem draait is het altijd een geweldige cd) van Cheb Mami; afrikaanse muziek met doedelzakken. Kom nou, ... moet dat nou,.. Misschien kan iemand een onderzoekje doen: of het dezelfde soort mensen zijn die houden van knoflookijs, en van haring in chocoladesaus als die houden van Algerijnse muziek met doedelzakken.
Bah!

Eindelijk weg


11 september 1973. Ik herinner me nog de beelden op televisie. De beroemde beelden van de cameraman Leonardo Henrichsen die bleef filmen, ondanks het feit dat een soldaat een wapen op hem richtte. De demonstratie in Amsterdam tegen de staatsgreep. En mijn rechtse aardrijkskunde-leraar die beweerde dat Allende een gevaarlijke communist was, die door het volk was afgezet. Dat daar wat hulp van de CIA voor nodig was, dat was gelogen, zo beweerde hij.
Eindelijk is Pinochet weg. Triest zijn de camerabeelden van gisteren en eergisteren op televisie, uit Santiago de Chile, waarbij de Spaanse journalisten door fascistische Chilenen worden bekogeld met allerlei troep. Geweld tegenover vrijheid van meningsuiting. In 2000 lukte het nog bijna om Pinochet hier in Spanje te veroordelen.
Er zijn gelukkig ook Chilenen die er anders over denken. Lees het blog van "el diablo en los detalles" :
http://eldiabloenlosdetalles.net/2006/12/10/pinochet-muerto/

zondag, december 10, 2006


Begin dit jaar kreeg ik tijdens mijn bezoek aan Nederland van mijn vriend Jack en vriendin Semira de bundel "Bronwater" van Diana Ozon cadeau.
Er staat een gedicht "Museumtuin" in deze bundel, dat mij heel erg aanspreekt, want ik ken de tuin van het Stedelijk Museum heel goed. Nét als Diana zat ik vroeger in de zandbak, met mijn
vriendjes en vriendinnetjes. Ik maakte kransjes van de madeliefjes in het gras, en ik raapte de kastanjes van de grond. En zomers spatte het water van de fontein je nat.De beelden in de tuin staan me goed voor ogen, en als kind zijnde klom je zomers in die beelden, en nog voel ik het warme metaal onder mijn handen. Plots stond ook een reusachtig beeld van drie verticale staalplaten. Zonder twijfel: "Ma, ik weet niet of ik het wel mooi vind dat beeld?" "Nee, maar het is misschien niet bedoeld om mooi te zijn. Maar het is wel érg groot", zo zal mijn moeder beweerd hebben.
Verder hebben we ons "terug-naar-de-natuur-gevoel" (Bronwater) blijkbaar gemeen. Het zal wel met leeftijd te maken hebben. Ik kweek tegenwoordig rozen,..

Prachtig vind ik:

"Er loopt alleen niets rond
op de kale planeet

De krijs van een vogel
wordt er niet gehoord

Vertel elkaar vandaag nog
wie morgen wordt vermoord"

Ik heb er geen verstand van, maar tis prachtig toch?

zaterdag, december 09, 2006

De legende van T. en Herman B.

Dit is de legende van T. en Herman B. Let wel. Het gaat hier om mondelinge overlevering en dus niet om een zuivere weergave van de historische feiten. Bovendien heb ik zelf nog een kleine kwinkslag aan het verhaal gegeven.
Mijn ex-vriendin T. is een frisse boerendochter. Zo één die frisse varkentjes wast. Even de mouwen opstropen en het varkentje is gewassen. En dat doet ze met zoveel succes dat ze het inmiddels heeft geschopt tot presentatrice voor een van Onze Nationale Radiozenders (ikzelf ben zelf een mislukkeling, een eenvoudige schelm, maar ik ken in ieder geval wel beroemde types).

T. komt van een boerderij in het Limburgse dorp V. Nadat ze de middelbare school had afgemaakt ging ze Russisch studeren in Groningen. Eenmaal aan het strenge familieleven was ontsnapt ging ze daar volledig door het lint. Samen met haar vriendin C. maakte ze binnen de kortste keren faam in het Groningse nachtleven. T. kon zich een vreselijk stuk in de kraag drinken, en C. was zo mogelijk nog erger. Als een soort Butch en Sundance trokken ze diepe sporen door de Groningse nacht. Als C. een biertje te veel op had dan werd ze steevast bevangen door een onbedwingbare behoeft om haar indrukwekkende boezem aan het aanwezige publiek tonen, dit tot grote ergernis van vriendin T. Die wist dat dit het einde van het nachtelijk avontuur betekende, omdat ze vond dat ze C. heel thuis af moest leveren.

Onze nationale rockheld Herman Brood woonde toendertijd in Groningen. Het was bijna onvermijdelijk dat het duo C. & T. tijdens hun escapades niet binnen de korste keren tegen Herman zouden aanlopen. Dat gebeurde dan ook en Herman was weldra letterlijk kind aan huis bij T."Hij belde om 5 uur ´s nachts aan, helemaal verlopen, of hij kon blijven slapen". T. zorgde dan voor koffie of hete soepjes, warme broodjes en maakte voor Herman een bedje op.
Wie denkt dat T. drugsgebruikende sloerie was die met iedere voorbijganger het bed in dook heeft het volslagen bij het verkeerde eind. Het was juist het tegenovergestelde. T. was een soort van ijzeren maagd die zich nooit aan avontuurtjes waagde, ze studeerde ondertussen keurig af, en ging daarna driftig voort met het wassen van varkentjes.
T. woonde toen ergens in een Groningse achterbuurt. Met boven haar speedfriek K. die met zijn buit langs de regenpijp van huizen naar beneden klom. Een keer zelfs met een perzisch tapijt van 5 bij 6 meter.

T. vertelde mij destijds dat Herman het nummer "Doreen" voor haar schreef, maar ik betwijfel of dat de waarheid is, want T. heet geen Dorien, en naderhand ben ik nog één dame tegengekomen die beweerde dat Doreen voor haar geschreven was. Verder vertelde ze nooit trots over haar Groningse periode, want die had haar meer ellende opgeleverd dan plezier, en Herman B. was voor haar geen rockster, maar een gewone jongen die een beetje verdwaald was en af en toe een kopje soep en wat moederlijke zorg nodig had.

dinsdag, december 05, 2006

Jamon & Hysterie


Niet alles is koek en ei aan het leven van een Nederlander in Spanje. Het leven bestaat, ja, nét als in Nederland, voor een belangrijk deel uit kleinere en grotere ergernissen.
Een van de dingen waar ik me hier vreselijk aan erger is die absurde hysterie rondom Het Eten, en dan vooral rondom de Ham.
Praten over ham is in Spanje als praten over het weer. Als je niets meer hebt om over te praten dan kun je altijd nog een gezellig praatje houden over een poot van een overleden varken .

Indien je een dodelijke stilte aan tafel, of in de rij voor het loket van de
Belastingdienst, wil doorbreken, hoef je alleen het woord "jamon" (spreek uit als gamón) te laten vallen. Dan is het nét als in een Amerikaanse musical. Iedereen spitst plotseling de oren , een glimlach verschijnt op de gezichten van jong en oud men staat op en roept: "Si, si,... de ham, met een lekker wijntje, er is niets beters dan een goede ham". "Si, si, .. un buen jamon", zo klinkt plotseling vrolijk vanuit alle hoeken. Alleen het zingen en het dansen ontbreekt. En nadat je hebt gesproken over de prijs van de ham, de manier waarop je haar moet snijden, dat je graag een héle poot koopt en zelf snijdt, hoewel die poten duur zijn, en moeilijk te snijden, en dat je daarvoor een speciale hamstandaard nodig hebt en een speciaal ham-mes, en dat er nooit genoeg plaats in de keuken is voor die ham, ... daarna kan je nog lekker doorleuteren over het verschil in smaak tussen "jamon país", "jamon serrano", en de beroemde "pata negra", en voor de echte liefhebbers zijn er dan nog de verhalen over "het rijpen van de ham", "het hangen van de ham" en het voeden van het varken met speciale noten en wortels.

De meest diepe nationalistische gevoelens van de Spanjaard komen alleen naar boven bij het praten over de "jamon iberico" en de "bellota". Het is niet vreemd als je weet dat de gemiddelde consumptie van ham bijna vijf kilo per Spaans persoon bedraagt. Ik ben er bijna zeker van dat een gen wordt beinvloedt door de consumptie van zóveel ham.
Voor degenen die méér willen weten over ham is er het Ham-museum:
http://www.museodeljamon.es/, een website met een dierlijke elegantie. Voor de Nederlanders is er nu ook: http://www.spaanse-ham.nl/

maandag, december 04, 2006

Vrouwen van Tegenwoordig

Bij gebrek aan fantasie plak ik vandaag maar een oud schrijfsel in het blog:

Ik stuur mijn geliefde een gedicht, een liefdesgedicht, per e-mail. Een paar dagen later ben ik bij haar op bezoek.

-“Heb je mijn gedicht gezien?“, vraag ik.
-“Hoezo gedicht? Welk gedicht? “
-“Ik heb je een gedicht gestuurd,.. per e-mail“.
-“Ooh, ik heb wel gezien dat je me een mailtje gestuurd had, maar ik heb er niet goed naar gekeken“.
- “Ik had een gedicht voor je gemaakt“.
- “Ooh“.
- “Ik had gehoopt dat je het zou lezen“.
- “Ik heb er geen tijd voor gehad“.
- “Maar je hebt wel je mail gelezen? Want je hebt het wel gezien, tenminste, dat zeg je toch net? “
- “Je moet niet zo zeuren“.
- “Hoezo zeuren? Ik vraag alleen of je mijn mail hebt gelezen“.
- “Ik heb er geen tijd voor gehad. Als ik al die flauwekul van jou moet gaan lezen,.. haha. Dat jij nou niets anders te doen hebt dan een beetje gedichtjes te zitten schrijven, daar moet je mij toch niet de schuld van geven”.

Annie MG-trauma


Veel mensen van mijn generatie lijden aan het Bambi-complex. Ik zelf lijd aan het Annie M.G. trauma. Mensen met een Annie M.G.-trauma hebben het de afgelopen jaren zeer zwaar gehad. Na alle aandacht voor de film Ja Zuster, Nee Zuster kwam er een toneelstuk over Annie M.G. Schmidt.
Als MG-lijder moet je opletten welke winkel je binnenwandelt, want sommige warenhuizen verkopen alles in Jip en Janneke uitvoering, van tassen tot odeklonje.
Hoe kom ik aan mijn MG? Het begon met de boekjes uit de Gouden Reeks. Die ellendige boekjes zoals “Vijf brandweermannetjes”, “Sambo het kleine zwarte jongetje” en “Hoep, zei de chauffeur”. Daarna kwamen Jip en Janneke. Ik móest vroeger Jip en Janneke lezen. Daar had ik een grenzeloze hekel aan. Want Jip en Janneke waren zwarte figuurtjes waarvan je niet goed kon zien hoe hun gezicht er precies uitzag. Bovendien leefden ze een leven vol saaiheid; elk zogenaamd avontuur eindigde in niets, eigenlijk leefden Jip en Janneke alleen maar en beleefden ze heel weinig. Het enige leuke was dat ze een tuin hadden, maar dat maakte alleen maar dat ik nog meer een pestpleurishekel aan ze kreeg, want wij hadden geen tuin.
Toen ik op de lagere school zat moest ik het gedicht Sebastiaan opzeggen. Ik vond het vreselijk. Ik vond het een zondermeer een kutgedicht, dat – net als Jip en Janneke - nergens over ging. Maar mijn ouders en de onderwijzeres dachten er anders over. En zo stond ik op een middag ten overstaan van een paar honderd ouders dit vreselijke rijm op te dreunen.
Daarna kwam het boek Wiplala, en de A van Abeltje. Ja Zuster, Nee Zuster was verplichte kost bij ons thuis. En mijn ouders vonden het zóóó leuk, en zóóó geweldig.
Waarschijnlijk is Annie M.G. wel oké, en heb ik er een hekel aan omdat het allemaal moest en mijn ouders het zóóó geweldig vonden, maar toch; de Vliegende Panters zouden eens moeten weten wat een plezier ze mij gedaan hebben met hun heavy-metal-medley van Annie M.G.-liedjes!!!

zaterdag, december 02, 2006

In memoriam Frans Stapert

Ik leerde Frans Stapert kennen op de studentenflat de Zilverberg in Amsterdam Noord. We maakten samen muziek, speelden samen in de huisband "De Flatband" en in de jamsessies in het café. In de Flatband was Frans zonder meer de beste muzikant en we zagen altijd uit naar het moment dat hij "Red Shoes" van Elvis Costello, of "Don´t ask me Questions" van Graham Parker zou inzetten.
Hij stak ons aan met zijn enthousiasme over Russische literatuur, zodat op een gegeven moment iedereen Oblomov aan het lezen was. Frans en ik konden goed met elkaar opschieten. Frans was een creatief, veelzijdig figuur.
Hij verborg zijn Limburgse achtergrond niet "oet Shittard", riep hij dan luidkeels, en aangezien mijn ouders uit Maastricht afkomstig waren kon ik aardig meeproate in het Limburgs. En toen we met de band naar Limburg gingen bleven we bij de ouders van Frans slapen.

Frans speelde piano, en richtte zijn eigen "Frans Stapert Octet" op. Ik ging samen met andere vrienden regelmatig kijken naar optredens. Nooit zag ik hem zo gelukkig als tijdens één van die optredens, ergens op een warme zomerdag in de Roetersstraat in Amsterdam. Daar stond hij, de trotse orkestleider, samen met zijn muzikanten-vrienden, waaronder Dré Kees, "oach oet Shittard" die vanuit het niets de trombone was gaan bespelen en tot groot plezier van Frans een plaats in het orkest had ingenomen.

Hij bespeelde zijn Fender Rhodes in de big band van Frank Grasso en in de band "FBI", met Ben Fergusson. Behalve de piano nam hij op een gegeven moment ook nog de trompet ter hand, en als Frans wat ondernam dan was het altijd met een onbegrensd enthousiasme.
Frans studeerde succesvol en met veel plezier. Hij werd verliefd op een van zijn vrouwelijke docenten en raakte in een grote depressie. Nadat hij was verhuisd naar zijn appartement in de Jordaan kwamen zijn depressies veelvuldig terug. Het ging gepaard met te veel drinken en herhaaldelijk volgde hij therapieën en ontwenningskuren. We bleven elkaar ontmoeten. Frans' vader overleed in 1982. Welke band Frans had met zijn ouders is mij onbekend. Ik vermoed dat de verhouding met zijn vader een van de belangrijke oorzaken voor zijn depressies was. Ik hoorde niet bij zijn vaste vriendenclub van café de Pels, zoals Milco en Boudi. Ik liep aan als ik toevallig langs zijn huis kwam. We dronken koffie samen, of een biertje in de perioden dat Frans dronk.
Op een avond haalde Frans, dronken, twee pistolen (uit de erfenis van zijn vader) te voorschijn, laadde een van de pistolen en richtte het wapen op mijn hoofd. Hij zei "en als ik nu de trekker overhaal, dan ben jij dood!". Ik vond het niet grappig en ik zocht hem daarna jarenlang niet meer op.

Eind jaren tachtig had ik een klein impresariaat en regelde ik af en toe een optreden voor zijn octet. Hij vertaalde, werkte freelance voor de NOS, en reisde regelmatig naar Rusland.

Toen ik in 1992 terug kwam uit Spanje zocht ik hem op. Hij vertelde enthousiast over zijn vertaling en ging geheel in zijn werk op. Later bouwde ik de website voor uitgeverij Mbondi en hadden we regelmatig contact over de nieuwe boeken die erop moesten. Ik kreeg altijd enkele exemplaren van de nieuwe uitgaven cadeau. We zagen elkaar enkele keren per jaar, soms kwam ik bij hem eten. Eén enkele keer kwam hij bij mij langs.
Zijn depressies bleven. Een vrouw zou hem goed gedaan kunnen hebben, maar zijn liefdesrelaties liepen altijd op niets uit. Hij verweet zichzelf het "onvermogen om goed met dames om te gaan" zoals hij dat zei.

In augustus 2002, 5 maanden voor zijn dood, bleef ik een dag bij hem logeren. Op "het landgoed" in Grathem. Na een verbouwing van een jaar was het huis was eindelijk klaar. Tijdens de werkzaamheden had Frans een jaar lang in de jagershut geslapen.
Het was prachtig weer maar Frans was humeurig, zijn stemming wisselde voortdurend.
Hij zag er niet goed uit. Hij was dik geworden, papperig. Ik kreeg een rondleiding over het landgoed. We liepen door het bos, dat bij het eigendom hoorde, langs een kruis wat zijn vader daar had laten oprichten. We kwamen bij de jagershut. Toen ik zag hoe hij daar gewoond had, in die krakkemikkige hut, vies, oud, werd ik er triest van. Het leek mij niet een omgeving waar iemand die aan depressies lijdt alleen moet zijn.
Ik vond dat hij zijn octet weer bij elkaar moest roepen. "Denk je dat serieus? Misschien moet ik dat maar doen?" Hij was enthousiast en riep dat hij iets wilde gaan doen met Pan Tadeusz, een Pools werk uit de 19e eeuw. En alsof de duvel er mee speelde werd de gelijknamige film van Andrej Wajda diezelfde avond uitgezonden. Maar ´s ochtends trof ik hem aan, bleek, droevig. Urenlang bleef hij in zijn kamerjas voor de televisie zitten, met de teletekst op de beurskoersen.

In januari 2003 vond ik een rouwkaart tussen mijn post. Ik las "Nel mezzo del cammin di nostra vita, mi ritrovai per una selva oscura", en de naam van Frans stond er bij. Ik vermoedde het ergste ... en mijn vermoeden werd later bevestigd door een van zijn vrienden.
Op vrijdag 20 december 2002 schoot hij zichzelf overhoop met een jachtgeweer (óók uit de erfenis van zijn vader). ´s Nachts, daar bij het kruis in het bos waar we die zomer langs gelopen waren.
Hij had het allemaal, die Frans, hij had talent, deed wat hij leuk vond, succes tot op zekere hoogte, over geld hoefde hij zich nooit zorgen te maken. De geestelijke pijn waaraan hij leed gaat gelukkig mijn voorstellingsvermogen voorbij. Het moet vreselijk zijn om in zo een depressie te raken.

Als ik er aan denk dan springen de tranen me in de ogen. "Vuile schoft", denk ik, "wat je nog allemaal niet had kunnen uitgeven.". Ik blijf er triest en kwaad om.

Een boek van Ilf en Petrov in een vertaling van Frans mag in uw verzameling niet ontbreken. Reis naar http://www.pegasusboek.nl/mbondi_09_2003/index.htm en bestel De Twaalf Stoelen.

donderdag, november 30, 2006

Een standbeeld voor Mart Smeets

foto: ontwerp voor een standbeeld voor Mart Smeets, bij het stadhuis te Hilversum.

De man heet Ramón Trecet en is ex-basketball prof. Hij schrijft stukjes in Marca, een van Spanje´s grootste sportdagbladen. Sport interesseert me heel weinig en het zal me worst wezen dat Trecet denkt dat Rijkaard na dit seizoen niet bij Barcelona blijft.
Toch beinvloedt de man mijn dagelijkse stemming. Dat doet hij door Diálogos 3 te presenteren, een radioprogramma op Radio Tres, een van de Spaanse nationale radiozenders.

Elke werkdag rijd ik naar kantoor. Van 15.45 tot 16.00 heb ik de radio aan en op de 94,5 FM huiver ik met de muziek van Ramón Trecet. Ik griezel, koude rillingen lopen over mijn rug, mijn maag draait zich om en ik begin te zweten. Ik kan natuurlijk net zo goed een ander radiostation kiezen, maar het is net als met hele slechte televisie; het fascineert en daarom blijf ik luisteren. Tegelijkertijd vind ik het onvoorstelbaar dat zoiets ongestraft kan worden uitgezonden.

Ramon Trecet draait wat tegenwoordig "wereldmuziek" wordt genoemd. Helaas kiest hij altijd nèt de "foute" muziek; een Afrikaans deuntje, maar met een ritmeboxje eronder, electronische doedelzakken, Roemeense volksmuziek met een vals jazzy tintje. Wie nog niet begrijp wat ik bedoel moet even naar Andrea Gerak luisteren.

"Het zoeken van schoonheid is het enige protest dat de moeite waard is in deze afschuwelijke wereld", zegt Ramon Trecet. Wat moet je nu van zo iemand verwachten? Hij is altijd op zoek maar hij zendt alleen maar kitsch uit. Ramon Trecet gaat de strijd aan tegen de rol van het geld in de muziekindustrie, maar tegelijkertijd promoot hij al die akelige new-age muziek.
Ondanks zijn slechte smaak verkondigt hij zijn uitgesproken mening over wat goede muziek is en wat niet.
Nee,.. Nederland moet blij zijn met Mart Smeets, die houdt van leuke liedjes van Eric Clapton. Ik pleit voor een standbeeld.

dinsdag, november 21, 2006

En dan nog even dit:

Ik wil ook nog even vermelden dat ik van de week een mooie film zag met een vreselijk slechte acteur en dat ik toen bedacht dat iemand die slecht zichzelf kan zijn ook nooit een goed acteur zijn kan. Of kan zijn. Dáár ben ik nog niet achter.

Eigenlijk doe ik nog veel te veel

Nou, ... of ik heb geen tijd voor het blog, of ik ben te moe voor het blog. Dat is mooi waardeloos! Dan wordt het maar een beetje in het wilde weg bloggen.
Afgelopen zondag 12 november zwom ik hier voor het laatst in zee. Een persoonlijk record, zó laat in ´t jaar.

Het liefst zou ik de hele dag op een brug staan, of langs het strand wandelen. Nét als Japie.
"Ik doe niks en ik ben niks. Eigenlijk doe ik nog veel te veel." (Nescio, De Uitvreter)

Morgen zijn er verkiezingen in Nederland. Ik doe niet mee. Jullie bekijken het maar, daar met zijn allen in het kikkerland. Gisteren hoorde ik op Euronews hoe Balkenende in de peilingen op voorsprong ligt. Gaan jullie écht aan Balkenende III beginnen?


Voor degenen die vandaag nog iets willen leren:

http://www.solidariteit.nl/extra/2006/de_netwerksamenleving.html

donderdag, november 16, 2006

De Handlanger


Ik heb er plotseling een handlanger bij. Overal in de stad staat deze mooie rode diablo op muren en pilaren geschilderd. Misschien is de betekenis bij iemand bekend? Ik tast voorlopig nog in het duister.

woensdag, november 15, 2006

De Praatstaker


Ik heb vandaag mijn praatstaking beeindigd. Praatstakingen komen voor in huiselijke
conflictsituaties. Meestal gaat het daarbij om een uit de hand gelopen conflict tussen partners, waarbij één van beiden spontaan besluit dat verbale communicatie geen uitweg biedt. Afgelopen maandagochtend riep mijn vrouw mij in een hysterische bui toe dat ze niet met me wilde praten en dat als ik toch wilde praten dat maar met mijzelf moest doen. Waarop ik onmiddelijk besloot in praatstaking te gaan.
Ik ben inmiddels door ervaring gerijpt. Mijn vader en moeder bedienden zich vroeger ook al van de praatstaking, waarbij ik kan herinneren dat mijn vader er eens in slaagde om zijn zwijgen tenminste 14 dagen vol te houden. Daar ben ik met mijn tweeeneenhalve dag nog heel ver vanaf.

De geoefende praatstaker weet dat het totale zwijgen uit den boze is. Net als bij de hongerstaking af en toe nog enig voedsel en water moet worden ingenomen, moet bij de praatstaking er een elementaire woordenwisseling worden gehandhaafd. Als dit niet gebeurd dan komen de dagelijkse huishoudelijke disciplines in gevaar en maakt de praatstaker zichzelf het leven veel te zuur. Zo wordt er verplicht gegroet en praktische huishoudelijke mededelingen ("ik heb de hond al uitgelaten") zijn ook toegestaan. Dit heeft het bovendien het voordeel dat de omgeving telkens aan de staking wordt herinnerd.
Toen ik vanmiddag mijn vrouw begroette zei ze niets terug. "Spreek je niet meer met me?", vroeg ik schijnheilig. "Nee", zei ze, "want...." en toen volgde er een speech van een kwartier. Toen ze had uitgelegd waarom ze een praatstaking was begonnen, keek ze enigszins ongemakkelijk naar het plafond, want ze besefte dat ze zojuist vijftien minuten onafgebroken had gepraat. Het probleem voor een praatstaker met een rustig karakter is dat de staking pas na een stevige poos opgemerkt wordt. Mijn echtgenote heeft geen rustig karakter en als haar iets goed af gaat, dan is het wel praten. Ik begon opnieuw: "dus, ...", maar ze onderbrak me onmiddelijk en opnieuw volgde er een toespraak van ruim tien minuten. Er lijkt nu een voorlopige wapenstilstand aangebroken. Ik voel me als een Feniks uit zijn as
herrezen.

donderdag, november 09, 2006

vEEl te dRuk

Ik was er al bang voor. Ik heb het veel te druk om in mijn blog te schrijven. Ik heb namelijk wel wat beters te doen.

Het is vandaag weer 23 graden hier in La Coruña. Warmer dan in El Cairo en in Djakarta. Er is iets mis, en we worden er een beetje bang van. Afgelopen zondag (5 november!) heb ik nog in zee gezwommen. Het water was koud, maar dat is het hier altijd. Er waren maar drie mensen op het strand in Bastiagueiro. Kom daar in Nederland maar eens om, op een zondag met een temperatuur van tussen de 20 en de 25 graden!

29 April jongstleden stierf John Kenneth Galbraith. Voor de ongeletterde lezertjes sluit ik de wikilink maar vast in:
http://en.wikipedia.org/wiki/John_Kenneth_Galbraith

Zo, ik ben weer uitgeblogd, en ga weer door met mijn échte werk.

vrijdag, november 03, 2006

Data als water

De media waren deze week vol van de klimaatveranderingen op aarde. Het duurt niet lang meer of de ene helft van de wereldbol wordt overstroomd en de andere helft verandert in een woestijn.
De Spaanse media kondigden van de week aan dat burgers extra belasting moeten gaan betalen over de hoeveelheid water indien het gebruik boven de 60 liter per dag komt. Tezelfdertijd werd het bericht door de regering weer omgekeerd; de minimum hoeveelheid water waar iedere burger recht op heeft is 60 liter. Dat is de ongeveer de hoeveelheid die je met één keer douchen verbruikt.


Het is nooit te laat om te leren. In dit geval van Ernest Mandel. Lees:
http://www.ernestmandel.org/nl/debat/txt/grenzen_aan_de_groei.htm

Een citaat uit het artikel: "Een voorstel van apologeten van het kapitalistische systeem luidt bijvoorbeeld: 'Indien veel van deze foute beslissingen betreffende technologie en investeringen, die leidden tot de ecologische crisis, door vrije goederen zijn veroorzaakt, laat ons dan de vrije goederen elimineren. Als lucht een prijs zou hebben, als water een prijs zou hebben, welnu, dan zal de verspilling van deze hulpbronnen geëlimineerd zijn.' U begrijpt de monsterachtige gevolgen.
Wij zouden zelfs een prijs moeten betalen om adem te kunnen halen, terwijl de verwachting dat dit het probleem van de vervuiling zou oplossen, absoluut niet waar is."


Tegelijkertijd kwamen er berichten dat AOL, Cisco en andere grote bedrijven vinden dat de consument moet gaan betalen voor de data die hem via het internet bereiken. Zo zou bevoorbeeld een prijs per email berekend kunnen worden. Het is voor de zoveelste keer dat de industrie de consument probeert te gaan laten betalen voor datatransport over het internet.


Wie geld heeft stinkt niet en is wijs, want hij koopt zoveel water als hij wil, en data als water.

dinsdag, oktober 31, 2006

Sticker

Ik vond gisteren een oude ban-de-bom-sticker.