woensdag, september 10, 2008

Le Petit Diable à Aix-la-Chapelle - 2

afbeelding: schilderij, voorstellende een Hollands interieur, Pieter de Bloot (1601, Rotterdam - 1658, Rotterdam), werk gestolen uit de verzameling van het museum Suermondt-Ludwig. Olieverf op eikenhout. Meegenomen naar Canada door een zekere Alice Siano, in dienst geweest van de Russische regering. In 1954 verkocht aan kunsthandelaar Victor Spark te New York.

Zondagochtendstond had in Aken goud in de mond. Dáár straalde de zon volop en Duveltje vroeg uit bed gevallen pakte snel zunne spullekes bij elkoar, werkte zich door het verplichte hotel-onbijtbuffet met vruchtensalade en zoete broodjes heen, de koffie was te drinken, en vertrok opnieuw naar het centrum van Aix-la-Chapelle, dorstig naar kunstzinnig vermaak.

Zo kwam het dat ik voor de tweede keer in drie weken als eerste bezoeker een museum betrad.
Beet ik drie weken geleden de spits af in het museum Soares dos Reis in Porto, afgelopen zondag was ik de eerste bezoeker in het museum Suermondt-Ludwig in Aix-la-Chapelle. De overeenkomsten zijn opvallend. De bezoekers zijn op een hand te tellen, ook in dit museum zijn de museumwachten in de meerderheid en net als in Porto is de merchandising slecht geregeld.
Ik kan de oude museumcatalogus kopen voor vijftig eurocent, maar ik kies tenslotte toch de nieuwe uit 1994 (!) voor 12,80 euro. Hun trotse aanwinst uit 2006, weliswaar in bruikleen, een portret van een jonge man door Rembrandt van Rijn, staat er dus niet in.

Ik vraag bij de ingang naar een plattegrond van het museum. Nee, een plattegrond hebben ze niet, maar beneden rechts vind ik de net geopende tijdelijke expositie en boven de vaste collectie. Ik begin met de expositie, Schattengalerie, Verlorene Gemälde des Suermondt-Ludwig-Museums. De volledige collectie van het museum werd in de jaren dertig van de vorige eeuw op de gevoelige plaat vastgelegd. 230 werken verdwenen tijdens en na de 2e Wereldoorlog uit de collectie van het museum. Voor deze tentoonstelling zijn ongeveer 80 foto’s van de verdwenen schilderijen uitvergroot tot de werkelijke dimensies van de originele werken. Onscherpe zwart-wit foto’s die op een zwarte achtergrond hangen. Werkelijk, nooit in mijn leven heb ik een triestere tentoonstelling gezien. Het is alsof je door een grafkelder loopt .

Bij de tentoonstelling publiceert het museum de volgende tekst:

Bei den Verlustgemälden handelt es sich in erster Linie um Werke, die - heute meist subsumiert unter dem Begriff "Beutekunst" – zum Schutz vor Bombardierungen in die Meißener Albrechtsburg ausgelagert worden waren, wo sie wahrscheinlich unmittelbar nach dem Krieg von so genannten "Trophäenbrigaden" beschlagnahmt und in die Sowjetunion verbracht wurden. Vermutlich auf mehrere der ehemaligen Sowjetrepubliken verteilt, fristen sie nunmehr ein Schattendasein in nicht öffentlich zugänglichen Depots.

Bij de verloren werken gaat het in de eerste plaats om werken, die – tegenwoordig meestal aangeduid met “Beutekunst” – als bescherming tegen de bombardementen in de Albrechtsburg in de stad Meissen waren opgeslagen , waar ze waarschijnlijk meteen na afloop van de oorlog door zogenaamde Trofeeënbrigades in beslag zijn genomen, en naar de voormalige Sovjet Unie zijn vervoerd. Vermoedelijk over meerdere vroegere Sovjetrepublieken verdeeld, leiden ze nu een schaduwbestaan in ontoegankelijke opslagruimten (vertaling van de hand van le Petit Diable).

De zwart-wit foto’s vertellen een droevig verhaal. De toeschouwer krijgt nauwelijks een indruk van hoe het eigenlijke werk eruit heeft gezien. De expositie is waarschijnlijk op deze naargeestige manier ingericht in een poging om druk te leggen op Rusland en andere Oostbloklanden om de schilderijen op te sporen en weer terug te geven (hetgeen in slechts een enkel geval gebeurd is).

De organisatoren hebben nogal pech. Na jarenlange voorbereiding en research opent de tentoonstelling net nu de spanning tussen Rusland en de Westelijke wereld weer oploopt. De Russen zullen op dit moment niet geneigd zijn om een onderpand dat miljoenen waard is uit handen te geven.

Heeft u belangstelling, dan kunt u ook de even sobere website van deze tentoonstelling Schattengalerie bekijken, daar zijn 206 afbeeldingen te zien. Meer achtergrondinformatie over de tentoonstelling vindt u op artnet.de .

Gelukkig vind ik op de eerste verdieping van het museum een mooie collectie van Nederlandse en Vlaamse schilders uit de late Middeleeuwen, Renaissance en Barok, waaronder Ruysdael, een enkele Frans Hals en het Portret van een jonge man door Rembrandt van Rijn. Verder is er een fraaie collectie religieuze kunst te zien, met vooral veel houten beelden.

Het is droevig dat de werken die niet verdwenen of gestolen zijn hier hangen en staan voor slechts deze enkele, eenzame, duivelse bezoeker die hier op zondagmorgen een voet naar binnen durft te zetten. Net als in de opslagplaatsen leiden deze schilderijen hier in dit dode museum even goed een schaduwbestaan.

2 opmerkingen:

Bonny zei

Als je het presteert 8 jaar over een studie Frans te doen (zonder daarnaast filosofie of theoretische natuurkunde te studeren), moet je je mond houden, maar ja, ik kan het toch niet laten: het voorzetsel voor plaatsnamen is à, niet 'en', ook niet als de plaatsnaam met een klinker begint. Désolée. Verder geen aanmerkingen. gr, Bonny

Duveltje zei

Bonny, bedankt! Ik haal nu Spaans en Frans regelmatig door elkaar, vandaar.
Jij hebt je studie in ieder geval afgemaakt!