zondag, juli 22, 2007

Reïncarnatie


Jaren geleden had ik een ontmoeting met een ex-vriendin. We hadden elkaar zeker 20 jaar niet meer gezien. Mijn verwachtingen waren hooggespannen, want in het verleden hadden we enkele zeer interessante amoureuze hoogtepunten beleefd. Haar leven bleek een onverwachte wending te hebben genomen. Ze was inmiddels bekeerd tot de antroposofie en was een fanatiek volgeling van Rudolf Steiner, met grootste plannen voor een carrière als priesteres.
Tijdens onze ontmoeting verraste ze mij met het uitspreken van haar vermoeden dat ik mogelijk een reïncarnatie van Sint Johannes van het Kruis was. De reïncarnatie leidde zij ondermeer af uit het vreselijke lijden dat van mijn gezicht af te lezen is.
Deze San Juan de la Cruz, oorspronkelijk Juan de Yepes geheten, was een geestelijke afkomstig uit het Spaanse dorpje Fontiveros, in Castilla en León. Tijdens zijn leven, van 1542 tot 1591, werd hij verschillende malen in de gevangenis gezet waar hij nogal wat ellende meemaakte. Zijn ervaringen inspireerden hem bij het schrijven van fraaie mystieke werken en poëzie. In 1726 werd hij tenslotte door paus Benedictus XIII heilig verklaard.
Ze deed me daarop een mooi boek cadeau getiteld “Geboren uit Gods adem”, over het leven van de heilige, dat ik uiteraard in één adem heb uitgelezen.
Maar de stap van Duveltje naar Heilige was té groot.

Op een droeve zondag ergens in het midden van de jaren negentig sleepte iemand mij mee naar een “Paranormale Beurs”, niet omdat ik wilde, maar omdat zij het zo zag zitten en ik haar plezier niet wilde vergallen. Tja, de dingen die een man al niet placht te doen uit liefde.
Op de beurs aanbeland deed een Paranormale Pier een handlezing en een stralingslezing waarbij hij zijn handen boven mijn lichaam deed zweven alsof hij het op afstand aftastte. Ook hij verklaarde dat ik waarschijnlijk een reïncarnatie was van iemand die in een vorig leven veel te lijden had gehad, misschien wel de meest vreselijke ontberingen had ondergaan. “Misschien wel in een concentratiekamp”, voegde hij er nog aan toe.

Zelfs al ben je een nuchtere duivel zoals ik, dan schrik je toch even van al die narigheid. Het huidige leven van Duveltje is een waar feest, en dan is het moeilijk om je in al die ellende uit een vorig leven te verplaatsen. Mijn biechtvaders en spirituele begeleiders beweerden echter het tegendeel. Het is onvoorstelbaar dat ik gelukkig ben, en mocht ik dat denken dan houd ik mijzelf waarschijnlijk voor de gek. Als al dat lijden uit het verleden nog zó aanwezig is, zó zichtbaar, zó voelbaar, dan is het niet verdwenen. Dan is het zeer waarschijnlijk dat ik die ellende stiekem verberg.
Dáár ben ik dan wel verdomd goed in, vind ik zelf. Maar ik mag er niet mee spotten, zo menen degenen die het zo goed met mij voor hebben, want dat lijden wegstoppen is zeer gevaarlijk.
Het advies van de Paranormale Pier was destijds: vooral veel te huilen en de ellende naar buiten te laten stromen. Het maakte niet uit hoe. Ik hoefde mij niet te schamen. En hij deed mij daarvoor nog een paar handige tips aan de hand; het hart uitstorten kon bijvoorbeeld door hard te huilen bij goedkope Amerikaanse films of soapseries.

Helaas het huilen gaat mij moeilijk af. Vorig jaar huilde ik echter een hele film lang, bij Habana Blues van Benito Zambrano. Waarom? Dat is me eigenlijk een raadsel. Nee, tijdens dit leven lukt het niet meer al dat lijden nog te verwerken. Een nieuwe reïncarnatie is natuurlijk altijd mogelijk maar ik vrees voor een plaats op terrasje 6 in het Vagevuur, dat van de Vraatzuchtigen, goed omschreven door Dante Alighieri (Canto XXII-XXIV).
Alhoewel,… misschien is het een vorig leven dat mij naar Spanje heeft gedreven? Toen ik laatst voorbij Fontiveros fietste schoot mij toch een brok in de keel.

De Cántico Espiritual van San Juan de la Cruz is online te lezen en te beluisteren op:

http://www.cervantesvirtual.com/FichaObra.html?portal=0&Ref=23349&video=1

meer:

http://www.cervantesvirtual.com/servlet/SirveObras/02582741080247484199079/p0000008.htm

Geen opmerkingen: