donderdag, juli 24, 2008

North Sea Jazz 2008 – IV- Bernie Wallace, Disorder at the Border & Buddy Guy

Foto: Buddy Guy, van de zotte.

Dit is het laatste stukje over het North Sea Jazz festival. Een beetje verlaat wegens omstandigheden en lang nadenken over wat ik zou gaan schrijven.

Het percussiegeweld van Youssou N’Dour ontvlucht zochten we onderdak bij Bennie Wallace met zijn Disorder at the Border. Wallace speelt sublieme bop & swing, de kenners noemen het post-bop.

Disorder at the Border is een project dat door tenorsaxofonist Wallace werd opgezet om het repertoire van saxofonist Coleman Hawkins te coveren. De bezetting waarmee Wallace op het North Sea Jazz festival optrad was excellent. Vooral trompettist Mike Rodriguez speelde briljante partijen, net als Wallace zelf, die er echt zin in had en een uitstekende set blies.

Buddy Guy is inmiddels al bijna 72 jaar oud, maar ondanks die hoge leeftijd komt hij op het podium bijzonder energiek over. Ook zijn gitaarspel heeft er niet onder geleden want zijn vingers dansen nog snel en behendig over de hals van zijn witte Fendergitaar heen. Humor speelt een belangrijke rol in de show van Buddy Guy. Alle kunstjes en trucs passeren de revue. Buddy speelt gitaar met zijn tanden, met zijn buik. Hij haalt de gitaar over zijn hoofd heen en legt hem in zijn nek. Een tijd lang ligt de gitaar op een luidsprekerbox met een handdoek om haar nek, terwijl Buddy tegen haar praat, alsof het een boxer betreft die tussen de ronden uitrust en wordt toegesproken door de coach.

De gitarist maakt een tocht door de zaal heen, afgeschermd door beveiligingsmensen en wandelt zelfs de zaal uit in de richting van de eettentjes. De hele tocht is op het grote videoscherm in de zaal te volgen. Alles bij elkaar duurt de wandeling een kleine tien minuten. Het publiek vindt het prachtig.
De andere muzikanten van de band spelen het hele optreden nogal slaafs mee. Er wordt door de bassist en de slaggitarist niet gelachen, geen glimlach zelfs en er wordt niet naar elkaar gekeken. Alleen de keyboardman krijgt de kans om in een komische duelsolo zijn kunsten te vertonen. Verder treedt alleen de meester zelf op de voorgrond. Die lacht wel telkens breeduit, maar het is allemaal net een beetje te humoristisch. Met deze show zou Buddy ook in het circus terecht kunnen en dat is mij teveel van het goede. Blues is toch iets wat over weemoed en ellende gaat, over de verscheuring van het hart. Als dat teveel op de achtergrond raakt is de muziek niet meer geloofwaardig.

Geen opmerkingen: