dinsdag, juli 15, 2008

North Sea Jazz 2008 – II - De Britho's en Joe Jackelson

foto links: Gnarls Barkley, Danger Mouse en Cee-lo, The Odd Couple, De Britho's (Brian Burton en Thomas Callaway) foto rechts: Joe Jackson

Is het een veeg teken als je voor een duo tenminste vier gekke namen nodig hebt? Cee-Lo (1) en Danger Mouse (2) willen een beetje opvallen. Dat lukt The Odd Couple (3) aardig want ze hebben miljoenen downloads verkocht en het zelfs tot het Noordzee Jazzfestival gebracht. Maar Gnarls Barkley (4) voldoet niet aan de verwachtingen. Het is popmuziek op amateurniveau, die niet kan ontroeren op omdat de spontaniteit er al lang af is, waarschijnlijk vanwege het grote succes.
Zanger Cee-Lo was slecht bij stem en maakte zijn lange uithalen niet af, hij was niet toonvast en voor de helft goed zingen telt niet op het noordzeeniveau. Alles beneden Rotterdams Peil, zeg maar.

Hester Carvalho noemde in de NRC de songs ingenieuze muzikale bouwwerkjes. Wat mij betreft zijn het oninteressante muzikale bouwvalletjes en origineel is het ook niet. Moby maakt al tien jaar lang dit soort muziek in de hoek van techno-soul-hop-pop.

Het publiek liet zich de muziek niet zomaar door de strot douwen en een groot voordeel van North Sea Jazz is dat de toeschouwers meestal makkelijk van zaal kunnen wisselen. Vandaar dat veel mensen wegliepen en de Gnarls Barklies voor een half lege zaal speelden.

Bij Joe Jackson was de zaal tot de nok toe gevuld en het publiek bleef. Sinds zijn album Jumpin’ Jive uit 1981 wordt er een jazzstempel gezet op de muziek van Joe Jackson. Vandaar dat hij zonder moeite in het programma van het Noordzee Jazzfestival geplaatst kan worden. Zelf vond Joe blijkbaar dat hij er eigenlijk niet thuishoorde. “Hoewel ik geen jazz speel heeft het nummer dat we nu gaan spelen wel wat jazzdingetjes” zei hij op een gegeven moment.

Zelf ben ik nooit zo’n fan van Joe Jackson geweest. Ik vond "Is She Really Going Out with Him?" (1978) destijds een mooie song, maar daar hield het wel mee op. Sinds gisteren ben ik een fan van Joe Jackson. Hij was een van de muzikanten op het festival die authentiek durfden te zijn.

Een goede muzikant kan ook zonder hoog volume of lawaai uit de voeten. Goed gebruik makend van stilte en volumeverschillen wist Joe Jackson een prachtige spanning op te bouwen. Op de momenten waarop er meer kracht en volume nodig was miste ik wel andere instrumenten. Graham Maby is geen bassist die te lege ruimte kan compenseren en ook drummer Dave Houghton is geen virtuoos muzikant. Maar Joe voelt zich met deze oude maten blijkbaar het meest op zijn gemak en ook dàt gevoel weet hij op het publiek over te dragen.

Hoe dom is het publiek? Waarom moet een artiest origineel zijn als de concertgangers alles als zoete koek slikken? Zo riepen Alicia Keys en Buddy Guy gisteren allebei opnieuw “come on, clap your hands”, “sing along with us”, “say hey” en zong het publiek braaf mee, en riep het “hey” en klapte het in haar handen en gilde en joelde het bij het obligate “Thank you, Rotterdam”en Thank you North Sea Jazz”. Dankzij de antirookcampagne zijn de aanstekers bij de langzame nummers nu verdwenen. Daarvoor in de plaats gekomen zijn de digitale cameraatjes en mobieltjes die de mensen boven hun hoofd houden.

Joe Jackson doet gelukkig niet mee aan dat populaire gedoe. Hij doorbreekt het juist door net even iets anders te spelen of te zingen. Tijdens het laatste nummer kon je een speld horen vallen. Iets wat bij andere artiesten vaak onmogelijk is omdat het publiek zo graag mee wil doen. Terwijl bij alle bands de zanger(es) aan het einde van een optreden het eerst van het podium verdwijnt is dat bij Joe Jackson juist andersom. Dat soort dingen maakt hem sympathiek. Joe Jackson heeft aan zijn eenvoudige naam genoeg. Mijn vrouw was helemaal weg van Joe, maar ze is niet zo goed met namen en heeft het sinds zondag steeds over die geweldige Joe Jackelson.



Geen opmerkingen: